Veel willen doen, maar weinig ruimte: staat Moerdijk model voor Nederland?

Het West-Brabantse Moerdijk, gelegen aan het Hollands Diep, staat model voor Nederland. Dat stelt EW (het vroegere Elsevier): ‘Veel willen doen, weinig ruimte. Uitkoop van boeren, gebrek aan huizen, overlast en vervuiling, ofwel: verminderde leefbaarheid. Die problemen spelen in het elfhonderd inwoners tellende dorp al meer dan zestig jaar.’

Een vrachtwagen passeert de stikstof uitstotende schoorstenen in de haven van Moerdijk.
Beeld: ©ANP / Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
Een vrachtwagen passeert de stikstof uitstotende schoorstenen in de haven van Moerdijk.

Het dorp is keurig aangeharkt, maar blaakt ook weer niet van de rijkdom, schrijft redacteur Jeroen van Wensen in het artikel. Dat was honderd jaar geleden wel anders in het handelsdorp, vertellen dorpsbewoners hem. ‘Toen was hier meer te koop dan in Breda en telde het dorp vele hotels, restaurants.’

In de negentiende eeuw werd Moerdijk rijk met de handel in vis uit de Noordzee en het Hollands Diep. Ook de veerverbinding tussen Moerdijk en het Zuid-Hollandse Willemsdorp bracht veel geld in het laadje, door het vervoer van reizigers en goederen. Er reden treinen van en naar Antwerpen en Breda en er waren maar liefst drie scheepswerven in Moerdijk.

Stank, lawaai en lozingen

Vanaf het einde van de jaren twintig van de vorige eeuw kwam de klad erin. De crisisjaren sloegen toe en scheepswerven vertrokken. De nekslag was de aanleg van een autoweg over de Moerdijkbrug, waardoor de veerponten verdwenen. ‘En toen werd het stil’, stelt een dorpsbewoner.

De Tweede Wereldoorlog werd voor het dorp een regelrechte catastrofe: Moerdijk lag in puin. En het leed was nog niet voorbij, want tijdens de Watersnoodramp van 1953 liep het dorp onder en verdronken drie dorpsbewoners.

Het herstel ging moeizaam, schrijft EW: aanvankelijk verpauperde West-Brabant. Ten westen van het dorp werd in de jaren zestig een industrieterrein aangelegd. ‘De boeren die er zaten, hadden het maar te pikken. De meesten pachtten hun landerijen van de overheid. De pacht werd opgezegd en ze konden vertrekken. Wie op eigen land boerde, werd afgekocht met een fooi. Achterblijvers woonden al snel in een woestijn.’

Ook Shell kwam naar het industrieterrein. ‘West-Brabant bloeide op, maar Moerdijk kreeg er stank, lawaai en lozingen bij. De vissen in het Hollands Diep zagen eruit alsof ze de builenpest hadden. Die wilde niemand meer.’

Leefbaarheid

Ook nu bedreigen energietransitie, industrie en distributiecentra Moerdijk, stelt EW. ‘De industrie kan uitbreiden, arbeidsmigranten krijgen huizen, Powerport - een gebied met onder andere batterijopslag en waterstofproductie, zal er hoe dan ook komen. En bij wegrestaurant Kanters zal in 2025 ook nog een beveiligd parkeerterrein komen waar driehonderd truckers uit heel Europa kunnen overnachten.’ De vraag is wat er dan nog van de leefbaarheid overblijft.

In sommige ontwikkelingen werden de dorpsbewoners de laatste jaren gehoord via een zogeheten Dorpstafel, maar dat lijkt anders te liggen voor de aanleg van Powerport. En ook als zaken wel aan bod komen aan de Dorpstafel, is dat geen garantie voor succes, stelt een dorpsbewoner tegenover EW: ‘Burgers krijgen netjes uitgelegd welke plannen in de maak zijn. Maar echt participeren en inspraak hebben? Vergeet het maar.’

‘Dat gaat natuurlijk niet’

Het artikel van EW sluit aan op thematiek die regelmatig voorbijkomt op Overheid van Nu: de concurrentie tussen verschillende ruimtelijke opgaven en de leefbaarheid van een gebied voor bewoners.

‘Veel komt samen in wat de ruimtelijke puzzel is gaan heten’, stelde Martijn van der Steen (decaan en adjunct-directeur Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit) enige tijd geleden tegenover Overheid van Nu. ‘Daarin worden veel problemen eigenlijk nog steeds te geïsoleerd bekeken, terwijl ze in feite sterk met elkaar verweven zijn. In de ruimtelijke puzzel komt het vaak voor dat verschillende opgaven en belangen met elkaar botsen omdat ze een beroep doen op dezelfde ruimte, of, om het eufemistisch uit te drukken: elkaar tegenkomen.’

De woningbouwopgave is daarvan een goed voorbeeld. ‘We vinden allemaal dat we woningen bij moeten bouwen, maar het ruimtelijke beslag daarvan botst met onze poging om klimaatadaptief te zijn. Daarvoor is het noodzakelijk dat je sommige delen niet bebouwt en dat er ruimte is voor grote groengebieden.’

Ook botst de woningbouwopgave vaak met de energietransitie, aldus Van der Steen. ‘Duurzame energieopwekking heeft veel meer ruimte nodig dan CO2-intensieve manieren om energie op te wekken. Als je al onze ambities wil realiseren – wonen, klimaat, energie, enzovoorts – dan heb je ongeveer vijf keer het oppervlak van Nederland nodig. Dat gaat natuurlijk niet.’

Koekoeksklokparticipatie

Ook het wel en wee van participatie passeert regelmatig de revue op Overheid van Nu. Recentelijk nog stelde Thijs van Mierlo (directeur van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners) dat er veel slechte participatie is, maar er op cruciale vlakken juist ook een tekort aan is. ‘Vooral als zaken complex zijn, als de belangen groot zijn, er politieke spanning op het vraagstuk staat of als degene die de participatie zou moeten organiseren niet weet welke kant het precies opgaat, blijven we vaak weg van participatie.’

Het bezwaar van de Moerdijkse dorpsbewoners dat er geen echte inspraak is, zal Van Mierlo bekend voorkomen. ‘Participatie is niet: mensen laten meestemmen over twee mogelijke opties, een prijsvraag organiseren om een naam te bedenken voor een nieuwe brug. Of alleen maar uitleggen wat de plannen zijn.’

Daarna verwijst de directeur naar de grafrede voor participatie van socioloog en activist Frans Soeterbroek ‘Hij sprak onder meer van ‘aai over de bol’-participatie en koekoeksklokparticipatie. In dat laatste geval haalt de gemeente nog even wat input op van buiten, daarna gaan de luiken weer dicht en hoort niemand meer iets terug over de participatie.’

Het artikel over Moerdijk in EW staat achter een betaalmuur en is alleen te lezen voor abonnees.