Esmée Driessen: ‘Het grootste obstakel is niet juridisch, maar of een ambtenaar voor je wil gaan lopen’
Esmée Driessen: ‘Stel een contactambtenaar aan die de burgerinitiatiefnemers en de betreffende afdelingen binnen de gemeente bij elkaar brengt. Deze verbindende contactambtenaar heeft beslissingsbevoegdheid en loodst het burgerinitiatief door de bureaucratie heen. Zo kom je weer een stap dichter bij de participatiesamenleving.’
Bovenstaand advies komt uit het proefschrift ‘Stimulering en facilitering van burgerinitiatieven door de overheid’. Esmée Driessen promoveerde er in juni 2024 op aan de Universiteit Leiden. Ze is Uitdaagrecht-specialist en senioradviseur bij de Raad voor het Openbaar Bestuur. Het is een praktijkgericht proefschrift waarin wordt onderzocht wat er vaak misgaat als de lokale overheid een burgerinitiatief probeert te stimuleren of faciliteren. Maar dat ook aangeeft wat je kunt doen om dat burgerinitiatief vooruit te helpen.
Stel bijvoorbeeld, zoals hierboven beschreven, een contactambtenaar aan - Rotterdam werkt er al mee, Amsterdam volgt binnenkort. Die contactambtenaar heeft beslissingsbevoegdheid en daarmee voorkom je dat een burgerinitiatief vast komt te zitten tussen meerdere ambtenaren en afdelingen, die zich ieder vanuit hun expertise met het initiatief bemoeien, maar het grotere plaatje uit het oog verliezen.
Of werk met het ‘beginselbesluit’. Hierin geeft het bestuursorgaan aan zich in te zullen spannen om het burgerinitiatief werkelijkheid te laten worden. Zo’n besluit, zegt Driessen, is nuttig voor grote projecten zoals zorgwoningen, die vaak grote impact hebben op de ruimte. Vaak moeten partijen heel lang wachten voor ze echt kunnen beginnen. Door zo’n beginselbesluit vroeg in het proces te nemen, geef je het project bestuurlijke ruggensteun. Je voorkomt vertragingen, vergroot het wederzijdse commitment en bevordert effectieve samenwerking.
Het is ook een optimistisch proefschrift dat aangeeft dat – anders dan vaak gedacht – de juridische kaders het grote probleem niet zijn; hieronder legt Driessen uit hoe dat zit. Nee, in essentie draait het om het ‘dienstbaarheidsbeginsel’. Ofwel: de vraag of de ambtenaar van dienst zich daadwerkelijk dienstbaar opstelt – een grondbeginsel van onze democratische rechtsstaat, zo benadrukt Driessen.
‘Bij het ondersteunen van burgerinitiatieven is de inrichting en houding van de (lokale) overheid vaak een groter probleem dan het juridisch kader’
Actueel onderwerp
Het stimuleren en faciliteren van burgerinitiatieven door de overheid is een actueel onderwerp, zeker nu op 1 januari 2025 de ‘Wet versterking participatie op decentraal niveau’ in werking trad. Deze wet regelt dat het decentraal bestuur inwoners in staat stelt te participeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. Daarnaast wordt het uitdaagrecht wettelijk verankerd – dat is het recht dat bewoners, maatschappelijke organisaties en andere initiatiefnemers hebben om taken van gemeente, provincie of waterschap te kunnen overnemen als zij menen dat ze deze taken beter of goedkoper kunnen uitvoeren.
Je hebt eind vorig jaar ook een publieksversie van het proefschrift gepubliceerd - hoe was de ontvangst?
Driessen: ‘De ontvangst was enorm goed. Veel reposts van gemeenteambtenaren op Linkedin, bijvoorbeeld. Met als boodschap: precies wat we nodig hebben. Ik ben veel uitgenodigd om eens te komen praten, ik spreek op congressen hierover - het proefschrift sluit heel goed aan op wat er nu speelt.’
Wat is nu het grote probleem waar decentrale overheden mee worstelen?
‘Dat zijn in eerste instantie de juridische kaders. Die kunnen knap ingewikkeld in elkaar steken en om er goed mee om te kunnen gaan, moet je vaak specialistische kennis in huis hebben en dat is niet bij elke decentrale overheid het geval. Dat kan al snel een situatie creëren waarin men denkt dat de juridische kaders het burgerinitiatief in de weg staan. Dat er van alles niet mag. Men begint met de houding dat ‘het wel niet zal mogen’. Er is al bij voorbaat een mentale hobbel.’
‘Een actieve, oplossingsgerichte mentaliteit is essentieel om initiatieven succesvol te begeleiden en vertrouwen bij burgers te creëren’
Voor de burger
Echter?
‘Ja, in juridisch opzicht is er voor de goede verstaander juist veel mogelijk. Het grote obstakel is niet een of ander juridisch kader maar of iemand binnen de ambtelijke organisatie voor je wil gaan lopen. Ik betoog dat de dienstbare houding van de overheid cruciaal is. Een actieve, oplossingsgerichte mentaliteit, die essentieel is om initiatieven succesvol te begeleiden en om vertrouwen bij burgers te creëren.
Dat wordt ook wel het dienstbaarheidsbeginsel genoemd. En het goede nieuws is dat er plannen zijn om dit beginsel op te nemen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het dienstbaarheidsbeginsel stelt dat een bestuursorgaan zich bij het uitoefenen van zijn taak dienstbaar moet opstellen. Niet het eigen belang (van de overheid, red.) staat centraal, maar dat van de burger. Dus: je doen en laten moet weergeven dat je er bent voor de burger. Dit betekent dat je als ambtenaar een bepaalde grondhouding moet aannemen. Die grondhouding is in essentie burgergericht. Dat is dus een heel andere mindset dan ‘het zal wel niet mogen’.
Fijn, maar een verankerd dienstbaarheidsbeginsel is nu nog toekomstmuziek?
‘Ja, pas wanneer de Wet versterking waarborgfunctie Awb erdoor komt zal het dienstbaarheidsbeginsel een plek krijgen in de Awb. De wijzingen die dit wetsvoorstel wil realiseren, zijn om de overheid te stimuleren besluiten voor burgers begrijpelijker te maken, zich bij het uitvoeren van taken meer te verplaatsen in de burger en zich minder formeel op te stellen. Dat zal uiteindelijk ook betekenen dat je als burger voor de rechter een beroep kunt doen op deze wet. Maar goed, zo ver is het nog niet. En bovendien, je kunt een wet invoeren, maar het belangrijkste is de wet uitvoeren.’
Conclusie?
‘We zijn er nog niet, maar er zijn voldoende mogelijkheden om burgerinitiatieven goed te faciliteren en stimuleren. Die worden steeds meer in praktijk gebracht – zie de contactambtenaar en het beginselbesluit. Het bewustzijn ten aanzien van de dienstbare ambtenaar is groeiende. Ik sta eerlijk gezegd te popelen om te onderzoeken hoe zaken zoals participatie en het uitdaagrecht zich de komende jaren ontwikkelen.’
Meer weten?
- Lees de publiekssamenvatting van het onderzoek en ontdek hoe overheden en burgers samen maatschappelijke uitdagingen kunnen aanpakken.
- Lees het volledige onderzoek voor meer verdieping.