3x Groningers doen het zelf - Jeroen Loeffen: ‘Maak als ambtenaar ook zelf deel uit van een gemeenschap’

Het aloude begrip ‘zelfredzaamheid’ krijgt een nieuwe invulling. Dat ziet Jeroen Loeffen van Stichting Geert Reinders gebeuren in Noord-Groningen waar veel burgerinitiatieven in alle soorten en maten ontstaan. Wat kun je hier als ambtenaar mee? Hoe sluit je hierop aan? Loeffen adviseert: ‘Je kunt als ambtenaar veel meer betekenen als je zelf echt deel uitmaakt van een gemeenschap én je dienstbaar opstelt.’

Jeroen Loeffen
Beeld: ©Reyer Boxem
Jeroen Loeffen: ‘Mensen willen niet dat iets voor hen bepaald wordt. De buurt is voor burgers hun thuis.’

In een driedelige serie onderzoeken we hoe burgerinitiatieven in Groningen zelf de zorg, infrastructuur en cultuur in hun gemeenschap regelen. Wat kan de overheid leren van deze burgerinitiatieven en hoe kunnen overheden ze het beste ondersteunen? Je leest nu het tweede deel. Hier vind je het eerste deel.

Jeroen Loeffen heeft als initiatiefnemer van Stichting Geert Reinders (ziekader) al heel wat mooie burgerinitiatieven zien ontstaan of helpen doorontwikkelen. De afgelopen jaren nemen de gesprekken met inwoners met goede ideeën en overheden toe. Loeffen denkt dat een belangrijke reden voor de toename en zichtbaarheid van burgerinitiatieven ligt in de behoefte aan eigen regie en onafhankelijkheid.

Het is niet altijd een reactie op de falende overheid, maar: ‘Steeds meer mensen ervaren dat er grote persoonlijke en maatschappelijke problemen zijn waar je zelf grip op wilt hebben’, zegt Loeffen. ‘Mensen willen niet dat iets voor hen bepaald wordt. Ze willen zelf invulling geven aan hun beleving van saamhorigheid. De buurt is voor burgers hun thuis.’

Altijd anders

‘Maar het feit dat een initiatief op een bepaalde plek werkt, wil niet zeggen dat het ergens anders ook werkt’, zegt Loeffen. ’Burgerinitiatieven zijn altijd anders omdat mensen en plekken anders zijn. Gewoon beginnen met iets organiseren op een plek gebeurt dus niet zomaar. Er is een noodzaak of welgemeend eigenbelang nodig om samen iets voor elkaar te krijgen.’

‘De behoefte om de buurt te verbeteren begint niet bij geld, maar bij begrip, kennis en de juiste hulp’

Geen middeltje voor problemen in de wijk

Maar voordat heel Nederland aan de burgerinitiatieven gaat, wil Loeffen nog wel iets belangrijks zeggen: ‘Gemeenschapszin wordt vaak gezien als een instrument om problemen te fixen. In dat scenario is saamhorigheid al snel ondergeschikt aan vrijwilligerswerk en invulling van rollen, bijvoorbeeld bij het bestuur van een vereniging. Maar steeds minder mensen zitten op die instrumentele benadering te wachten. Als mensen zelf kunnen bepalen wat ze bijdragen, komt dat gevoel voor verantwoordelijkheid weer terug.’

Loeffen merkt op dat gemeenschappen steeds meer zaken oppakken en meer samen voor elkaar krijgen. De initiatieven zijn altijd domein overstijgend, ongeacht of ze daar een entiteit voor opzetten, zoals een coöperatie, of verplichtingen aangaan. ‘En zonder dat wij of andere deskundigen rollen gaan invullen vanuit een ander belang’, vult Loeffen aan. ‘De behoefte om de buurt te verbeteren begint daarom niet bij geld, maar bij begrip, kennis en de juiste hulp.’

Een betere overheid die beter dienstbaar is

Motivatie en eigen regie zijn niet alleen voor burgerinitiatieven een uitdaging. Ook voor de overheid die door burgers vaak gezien wordt als ‘investeerder’ of ’regelgever’. ‘Het is in ieders belang dat zo veel mogelijk mensen mee kunnen doen in de samenleving, ongeacht je rol, functie of relatie’, zegt Loeffen. ‘De echte uitdaging is: hoe doen we dit samen? Hoe kun je burgers faciliteren en begeleiden? En daarmee leren wat er nodig is, wat je kunt aanpassen om samen verder te komen.’

Vertrouwen speelt hierbij een grote rol. ‘Zeker hier in Groningen is het wantrouwen in de landelijke zowel als lokale overheid al jarenlang een probleem. Dit heeft ook een enorme impact op het onderling vertrouwen van burgers zelf. Daarom is het belangrijk dat de overheid meer ruimte biedt. Er is behoefte aan meer ruimte en meer flexibiliteit’, zegt Loeffen.

Volgens hem is werken aan het onderling vertrouwen nodig om de overheid beter dienstbaar te laten zijn. Een burgerinitiatief wordt namelijk alleen maar beter als de overheid dat ook gelooft. ‘En je waarborgt daarmee ook onafhankelijkheid’, zegt Loeffen. ‘Dat komt de groei van burgerinitiatieven en participatie ten goede en daarmee een gelijkwaardige relatie met een betere overheid.’

‘Het al jarenlange wantrouwen in de landelijke en lokale overheid heeft ook een enorme impact op het onderling vertrouwen van burgers zelf’

Besturen leuker maken

Dat dit makkelijker klinkt dan het werkelijk is, beseft Loeffen. ‘De overheid stuurt op het individu’, zegt hij. ‘Dat is niet per se de schuld van de overheid. Die trend zien we al jaren in de samenleving, in processen en communicatie. Dat maakt het wel moeilijk om een gemeenschap te doorgronden. Om te zien waar de problemen zitten, heb je onderling vertrouwen nodig. En een meer informele en gelijkwaardige relatie. De afstand is te groot, terwijl we allemaal mensen zijn en niemand uitgesloten wil worden. De uitdaging zit hem in het overbruggen van die afstand.’

Maar je moet toch wel onderzoek uitvoeren om erachter te komen waar de problemen zitten? Met data alleen kom je er niet, als je het Loeffen vraagt. Zeker niet als je op zoek bent naar creatieve oplossingen. Vertrouwen komt ook hier om de hoek kijken. ‘Zonder data is de overheid eerder geneigd om niet te ondernemen. Leren onbevangen buiten te spelen is onmogelijk voor de overheid. Durven om gewoon zomaar iets te laten ontstaan, iets de tijd geven om te groeien, is dan ook heel moeilijk. Maar uiteindelijk wordt besturen leuker als je deze beweging wilt zien en kunt delen.’

‘Het gedachtegoed van Geert Reinders is een bron van inspiratie voor hoe de toekomst eruit kan zien’

Van boer tot bestuurder

Dit gedachtegoed van burgers die zelf dingen voor elkaar krijgen, komt ook van selfmade man Geert Reinders, naar wie de stichting is vernoemd. Van een eenvoudige boer groeide hij uit tot grondlegger van vernieuwende oplossingen, politicus en bestuurder (zie kader).

De man uit Winsum leefde in een tijd waarin de Staten van Groningen geregeld vasten- en bededagen hielden zodat ‘door Gods goedheid’ de veepest zou wijken. In 1768 experimenteerde Reinders, naar aanleiding van eerder onderzoek naar kinderpokken, met het inenten van koeien. Hij ontdekte dat kalveren van koeien die ooit besmet waren geweest, gewoon immuun voor veepest waren. In december 1774 maakte hij deze vondst openbaar in een brief aan stadhouder Willem V en stelde hij een Veefonds voor waaraan alle veehouders een bijdrage moesten leveren. Hij werd hiermee de grondlegger van de immunologiewetenschap.

Een paar jaar later vloog zijn boerderij in brand. Dat stemde hem tot nadenken. Hij richtte de Sociëteit van Onderlinge Bijstand op. Daarmee legde hij de basis voor de eerste coöperatieve vorm voor brandverzekeringen. De rest van de regio en andere provincies volgden al snel dit voorbeeld. De sociëteit werd de voorloper van de huidige coöperatieve vereniging Univé Verzekeringen.

Loeffen: ‘Reinders’ oplossingen zijn altijd gebaseerd op principes die beginnen bij de gemeenschap. Domeinoverstijgend denken en het delen van kennis vormen de kern van zijn gedachtegoed. Stichting Geert Reinders wil zijn nalatenschap naar deze tijd brengen, ook voor de generaties na ons. En in deze regio zie je die solidariteit terugkomen in lokale gemeenschappen.’

Voor Loeffen is iedereen hiermee kennis laten maken meer dan een droom. ‘Het is voor mij een bron van inspiratie voor hoe de toekomst eruit kan komen te zien. Niet alleen in Groningen, maar in het hele land.’

‘Als mensen het leuk vinden om iets te doen voor hun eigen buurt of stadsdeel én er iets voor terugkrijgen, heeft een burgerinitiatief pas echt kans van slagen’

Expert van je eigen wijk

Zodra mensen elkaar hebben gevonden om iets op te zetten, worden ze al snel verleid om zich te organiseren in een vereniging of coöperatie. ‘Soms is dat goed, maar vaak komt het te vroeg of in de verkeerde vorm’, waarschuwt Loeffen. ‘Met een vereniging of coöperatie komen natuurlijk ook verplichtingen en verantwoordelijkheden. En dat kan in de weg staan van de vrijwillige basis waarop iemand iets doet. Dat heeft ook te maken met de intrinsieke motivatie die er moet zijn. Als mensen het leuk vinden om iets te doen voor hun eigen buurt of stadsdeel én er iets voor terugkrijgen, heeft een burgerinitiatief pas echt kans van slagen.’

Om die reden is het nodig dat overheid en burgers nieuwe vormen en regels vinden. ‘Financiële onafhankelijkheid is ontzettend belangrijk als je vrijwillige participatie in stand wil houden’, zegt Loeffen. ‘Je wilt niet het gevaar lopen dat een initiatief niet meer van de burgers is. Dat ze de regie uit handen moeten geven, terwijl ze zelf experts zijn in de eigen wijk.’

Met z’n allen de overheid

Ambtenaren die denken dat burgerinitiatieven een ver-van-hun-bed-show zijn, adviseert Loeffen om hun eigen leven eens goed in ogenschouw te nemen. ‘Als je goed kijkt, zie je dat veel initiatieven aansluiten bij jouw eigen leven, raakvlekken hebben met wat jij belangrijk vindt. Als je echt onderdeel bent van een gemeenschap, doe je je werk ook op een andere manier. Eigenlijk zijn we met z’n allen de overheid.’

Voor de komende tijd is Stichting Geert Reinders dan ook bezig om het vertrouwen van de overheid te krijgen. Niet alleen in burgerinitiatieven, maar ook in een manier van samenwerken waarin de overheid investeert in kennisontwikkeling.

Als het aan Loeffen ligt, groeit Stichting Geert Reinders van een openbaar leer- en kennisnetwerk naar een plek van inspiratie voor burgers en de overheid. Bijna zoals je in een klaslokaal hoopt dat in ieder geval één leerling denkt: hier kan ik iets mee. ‘Een nieuwe school voor solidariteit’, besluit Loeffen.