Street-Level Bureaucracy - als de beleidsuitvoerder zelf beleid gaat maken
De eerste uitgave verscheen meer dan vier decennia geleden (in 1980), maar het boek Street-Level Bureaucracy: Dilemmas of the Individual in Public Service van de Amerikaanse politicoloog annex bestuurskundige Michael Lipsky staat bij bestuurskundestudies nog steeds op de literatuurlijst. De klassieker lijkt niet aan relevantie in te boeten.
Met de street level bureaucrat doelt Lipsky op de ambtenaren die direct in contact staan met de burgers die zij bedienen. Denk aan politieagenten, maatschappelijk werkers, ambtenaren die op het gemeentehuis verantwoordelijk zijn voor het uitgeven van persoonsdocumenten. En in zekere zin ook leraren en verpleegkundigen.
De hoofdboodschap van Lipsky’s boek is dat hetgeen deze ambtenaren uitvoeren, vaak niet helemaal strookt met hoe het beleid, de regels en doelstellingen van boven zijn bedacht. Dat komt deels doordat street level bureaucrats een eigen invulling geven aan de kaders van hun werk. Deels doordat zij te maken hebben met een structureel te hoge werklast in combinatie met beperkte middelen en tijd. En ook door de kluwen aan vaak tegenstrijdige en onduidelijke regels, doelen en eisen van bovenaf.
Het gevolg is dat veel van deze ambtenaren routines hanteren die hen goed liggen en waarmee de werklast enigszins behapbaar gemaakt wordt, zegt Lipsky. Omdat de naar de burger gerichte ambtenaren zoveel eigen ruimte hebben in de uitvoering van hun taken, stelt hij dat deze ambtenaren in feite stuk voor stuk als een soort minibeleidsmakers acteren.
Van 'Groningen' tot de Toeslagenaffaire: de kloof tussen beleid en uitvoering zoals Lipsky die bedoelt, speelt in veel actuele, pijnlijke dossiers een rol van belang
Onverminderd relevant
En dat kan de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger soms in gevaar brengen, betoogt Lipsky. Street level bureaucrats maken pragmatische keuzes over in welke zaken en situaties zij meer tijd en aandacht willen steken en in welke niet. Ze gaan bijvoorbeeld snel door makkelijk ogende zaken heen waarin alles rechttoe-rechtaan lijkt, en geven andere zaken – die om andere, op het oog meer hulpbehoevende burgers draaien – misschien juist wel wat te veel aandacht. Zo krijgt niet iedere burger dezelfde aandacht en kwaliteit en als dat maar frequent genoeg gebeurt, heeft dat niet alleen consequenties voor het functioneren van de ambtenaar, maar voor de hele organisatie.
Street-Level Bureaucracy: Dilemmas of the Individual in Public Service is academisch ingestoken en daarom niet per se een makkelijk te lezen boek voor op vakantie, maar de theorie van Lipsky blijft prikkelen en onverminderd relevant. Van de toestand in Groningen tot de Toeslagenaffaire: de kloof tussen beleid en uitvoering zoals Lipsky die bedoelt, speelt in veel actuele, pijnlijke dossiers een rol van belang.
Lees ook
-
Politieke adviseurs Simons Van de Wiel: ’Een ambtenaar is geen tegenmacht’
Moet een ambtenaar wel neutraal zijn? Kan hij 'professioneel ongehoorzaam' zijn? Activist worden? Zulke suggesties hoor je steeds ...
-
Kustaw Bessems: ‘Eis van beleidsmakers begrijpelijke taal – dan krijg je ook begrijpelijk beleid'
Journalist Kustaw Bessems maakt voor de Volkskrant de podcast 'Stuurloos'. Samen met onderzoekers, filosofen, ambtenaren en ...
-
‘Bedankt voor de opdracht, maar we voeren hem niet uit’
‘Ambtenaren voeren te vaak voetstoots uit wat de politiek van hen vraagt. Daardoor schiet de overheid tekort.’ Dat zegt Erik ...
-
Albert Jan Kruiter: ‘Regels zijn er om te helpen, niet om in de weg te zitten’
Albert Jan Kruiter reflecteerde in zijn verdiepingscollege op de Dag van het Bestuur op 20 maart j.l. op wat een effectieve ...