Ester Gould: ‘Voorkom dat 14 volwassenen betaald praten over één probleemkind waarvan de moeder te weinig geld heeft’
Documentairemaker Ester Gould legt in haar succesvolle tv-series maatschappelijke problemen bloot. Met ‘Schuldig’ (2016) en ‘Klassen’ (2020) zette ze schuldenproblematiek en kansenongelijkheid op de agenda. Wat kunnen ambtenaren leren van haar werk? ‘Cut the crap, focus op de inhoud.’
Wie is Ester Gould? Ester Gould (1975) is een Schots-Nederlandse documentairemaker, regisseur en producent. Ze studeerde Film- en Televisiewetenschap en Journalistiek in Amsterdam en New York. Jarenlang werkte ze als researcher, regie-assistent en scenarist voor o.a. filmmaker Heddy Honigmann. Vanaf 2005 begon ze haar eigen films te regisseren. Zo maakte ze o.a. de in Nederlandse filmtheaters uitgebrachte documentaires A Strange Love Affair with Ego (2015) en Strike a Pose (2016). Sinds 2006 werkt Gould samen met Sarah Sylbing aan documentaires, televisieseries en journalistieke producties. Aan de hand van persoonlijke verhalen behandelt hun werk maatschappelijke thema’s zoals armoede, migratie en klasseverschillen. Schuldig (2016) werd bekroond met onder meer de Zilveren Nipkowprijs; Klassen (2020) ontving de Amsterdamprijs voor de Kunst 2021. Hun werk heeft vaak impact als aanjager van maatschappelijk debat en discussies in politiek en beleidskringen. |
Dwarsdoorsnedes maken
Zes minuten te laat komt ze het café binnengestormd. Ze verontschuldigt zich uitgebreid, bestelt een Earl Grey-thee met melk, neemt plaats en vertelt over haar kantoor op de Wallen. ‘Maar goed, dat is vast niet waar je het over wil hebben?’ Ester Gould kijkt vragend.
In de documentaireseries ‘Schuldig’ (2016) en ‘Klassen’ (2020), die Gould met Sarah Sylbing maakte, worden schuldenproblematiek en kansenongelijkheid in beeld gebracht. Gould vertelt over hoe zij en Sylbing werken. Met de documentaireseries probeert ze een dwarsdoorsnede van een wijk of stadsdeel te maken, zegt ze. De samenleving als laagjestaart. Verschillende lagen en rollen komen aan bod. In Schuldig zien we schuldenaren, hulpverleners, schuldeisers, deurwaarders en de lokale politiek. In Klassen zien we leerlingen en hun ouders, maar ook docenten, een schoolbestuurder en een wethouder. Beide series spelen zich af in Amsterdam-Noord.
Met ‘Schuldig’ en ‘Klassen’ proberen Gould en Sylbing iets te zeggen over hoe systemen werken, of juist niet werken. Dat doen ze door portretten te maken van mensen. Aan de hand van de personages die de serie volgt, en hun persoonlijke worstelingen, worden maatschappelijke problemen zoals armoede en klasseverschillen tastbaar.
‘Er is altijd een heel wereldje rondom een bepaald onderwerp - duik erin, maak daar gebruik van. Dan ben je heel snel up-to-date’
Ontwapenend en ontroerend
Gould: ‘De schuldenindustrie is heel saai, dat is ook echt zo. Wij willen spannende en meeslepende series maken. We laten ons inspireren door de misdaadtelevisieserie' The Wire.’
Ze vertelt dat het een balanceeract is – een serie maken die meeslepend en maatschappijkritisch tegelijk is. Toch is het goed gelukt: scenes met conferenties en vergaderingen van wethouders worden afgewisseld met observerende scenes van hoofdpersonages die kwetsbaar, open en direct zijn. Dat levert ontwapenende en ontroerende televisie op. Het maakt dat de series goed bekeken, veelbesproken en geprezen zijn: Gould en Sylbing wonnen onder andere de VillaMediaprijs Journalist van het jaar 2016, een DDG-award, een Gouden TV Beeld voor beste documentaire, een Tegel en de Zilveren Nipkowschijf.
De ‘laagjestaart’ zorgt voor dynamiek, maar ook voor inzicht in de omvang van een problematiek. De research van hun series is ook een gelaagd proces. Gould en Sylbing gingen langs op alle conferenties en spraken met mensen met schulden, hulpverleners, wetenschappers. Gould kan het elke ambtenaar aanraden: ‘Er is altijd een heel wereldje rondom een bepaald onderwerp, maak daar gebruik van. Dan ben je heel snel up-to-date. Het liefst spreek je alle lagen; bij kansenongelijkheid voer je gesprekken met de conciërge tot en met de onderwijsinspecteur.’
‘Hoe voorkom je dat veertien volwassenen betaald praten over één probleemkind wiens moeder eigenlijk te weinig geld heeft?’
Schrap gekkigheid, focus op verdieping
Dat die inhoudelijke kennis er niet altijd is, stoort Gould. Rondom ‘Schuldig’ had ze contact met ambtenaren van het ministerie van SZW. ‘Ze kenden het boek ‘Schaarste’ niet (van Eldar Shafir en Sendhil Mullainathan, red.), wat in de tijd echt een rage was in het wereldje van de schuldenproblematiek, dat vond ik shocking.’
Ambtenaren moeten kennis van zaken hebben. Dat is het allerbelangrijkste, aldus Gould.
Welke adviezen heeft ze nog meer voor ambtenaren? ‘Ik ben zelf allergisch voor bullshit.’ Zo werd ze eens gebeld door een ambtenaar. Of ze wilde bijdragen aan het beperken van de imagoschade door de Toeslagen. ‘Vermoedelijk gaan ambtenaren vanuit heel hoge politieke druk allemaal gekkigheid verzinnen. Terwijl de probleemanalyse zo belangrijk is. Een conferentie over het imago van de schuldhulpverlening is ook een goed voorbeeld. Dat het imago beroerd is, heeft een oorzaak. Pak die oorzaak aan.’
‘Bij kansenongelijkheid ligt dat gevaar ook op de loer: dat er allemaal geldpotjes, conferenties en andere gekkigheid worden georganiseerd terwijl er al heel veel kennis ís. Veel weten we al. Laten we daarop verdiepen.’
Volgens Gould moet de overheid daarbij stilstaan: Hoe voorkom je dat veertien volwassenen betaald praten over één probleemkind wiens moeder eigenlijk te weinig geld heeft?
Gould: ‘Het is niet zo simpel als “schaf het allemaal maar af”, of “geef die moeder het geld”. Maar je moet kritisch nadenken over of we niet allemaal baantjes voor onszelf aan het ontwikkelen zijn.’
‘De ambtenarij moet zorgen dat ze geen onderdeel van een circus wordt, of een industrietje.’ Hoe voorkom je dat? Gould hamert op verdieping: ‘Cut the crap, zou mijn kortste antwoord zijn. Focus op de inhoud, de probleemanalyse is belangrijk. Het probleem van deze tijd is dat we heel veel tijd kwijt zijn aan marketing en communicatie.’
‘Het probleem van deze tijd is dat we - ook de overheid - heel veel tijd kwijt zijn aan marketing en communicatie’
Geen efficiënte, maar een aardige overheid
Marketing en communicatie hebben volgens Gould de overhand gekregen. Oorzaak? Marktwerking. Termen uit het bedrijfsleven springen over naar de overheid, ziet ze. Het is haar een doorn in het oog: ‘Dan staan twee mensen te praten alsof ze in Silicon Valley zijn, maar dan besturen ze een basisschool in Amsterdam-Noord. Hou op met je benchmarking!’ Volgens Gould moeten overheden niet ‘lean and mean’ georganiseerd worden. Een overheid moet aardig zijn.
Gould: ‘Je wilt een overheid waarmee je kunt communiceren. Een die kan vergeven als je een foutje maakt. Dat betekent in mijn ogen dat de overheid per definitie niet efficiënt en resultaatgericht kan zijn.’
‘Je moet als overheid blijven onthouden dat je geen bedrijf bent.’
‘Anders ga je bijvoorbeeld scholen financieel straffen voor leerlingen die blijven zitten. Het idee van kansengelijkheid is nou juist dat iemand die naar havo of vwo overstapt, het ook níet kan redden. Er is altijd de kans dat iets niet lukt. Met financiële prikkels die dat bestraffen, regeer je vanuit wantrouwen. Dat werkt misschien bij Unilever, maar overheden en scholen werken anders.’
Overigens weet Gould dat ze niets nieuws zegt. ‘Ik denk dat de overheid dit allang doorheeft, maar de overheid lijkt soms vleugellam. De kritische geluiden zijn er en moeten doorsijpelen. Mijn vraag aan de overheid is: waar blijft dat hangen? Waarom wordt er niets mee gedaan?’
Gould zou best eens een camera willen ophangen in ministeries om te kijken wat daar gebeurt. Heeft ze daar weleens over nagedacht, een serie maken over ambtenaren? Daarvoor vergaderen ambtenaren te vaak, vertelt Gould. ‘Dat is heel saai op beeld.’
‘Als ambtenaar moet je voorkomen dat je op de winkel gaat passen of het imago van je minister of wethouder gaat beschermen. Je moet visie hebben en weten waar je naartoe wilt’
Allemaal dezelfde types
Gould is helemaal niet tegen vergaderen en tegen ambtenaren, benadrukt ze, ze is ook niet voor een kleine overheid. Onder één voorwaarde: bestuurders moeten visie hebben, en ambtenaren kennis van zaken. ‘Als ambtenaar moet je voorkomen dat je op de winkel gaat passen of het imago van je minister of wethouder gaat beschermen. Je moet weten waar je naartoe wilt.’
Daarnaast moeten ambtenaren uit alle lagen van de samenleving komen. Laatst was Gould bij het ministerie van OCW voor een lezing. Ze vertelt: ‘Dat begint steeds meer te lijken op van die diplomatenklasjes. Het zijn allemaal dezelfde types: vwo gedaan, een beetje een sociaal hart, de ouders hebben een prima inkomen. Leuke types hoor, maar als iedereen daar zo is, wordt dat gevaarlijk.’
‘Ander voorbeeld: als iedereen bij het ministerie van EZK havo of vwo heeft gedaan, begrijpt niemand daar hoe problematisch schulden zijn, je ziet het niet.’
Zelf betrapt ze zich er ook weleens op, bekent Gould. ‘Als ik alleen maar in bepaalde wijken kom, als ik in mijn eigen kokertje blijf, dan zie ik het niet meer. Als je je er een tijdje niet mee bezighoudt, verdwijnt het naar de achtergrond. Dan vergeet ik het bijna. Terwijl het een hoofdonderwerp in mijn werk is! Kennelijk is het heel makkelijk om armoede niet te zien. Dat wordt een probleem als armoede jouw beleidsonderwerp is.’
Gould: ‘Ik denk dat dit bij de toeslagenaffaire ook een rol speelde. Als je niet ziet wat schulden met mensen doen, denk je: ach, het valt allemaal toch wel mee?’
‘Het probleem van al die vergaderende ambtenaren? Ze moeten meer gevoel in hun werk leggen, ze moeten het persoonlijker maken’
Zet inhoud en visie voorop
De rol van de overheid is om meer grip en visie te hebben, aldus Gould. ‘Zo zag je dat het onderwijs een tijd lang te veel aan besturen werd overgelaten. Lean and mean. Maar dat werkt dus niet. De overheid zette zichzelf in de verkeerde rol - een te weinig inhoudelijke.’
‘Maar als je een grotere rol op je neemt, moet je wel weten wat je wil.’ Ze herhaalt: ‘De overheid moet kennis van zaken hebben. Niet de waan van de dag volgen, niet de minister uit de wind houden, zich niet bezighouden met imago, maar met de inhoud en de visie.’
‘Misschien is dat het probleem van al die vergaderende ambtenaren: er zit weinig emotie in.’ Gould kijkt op haar horloge. ‘Dat is mijn uitsmijter: misschien moeten ambtenaren er meer gevoel in leggen, het persoonlijker maken. En nu moet ik echt naar de tandarts!’ Even stormachtig als ze binnenkwam, vertrekt ze weer uit het cafeetje op de Amsterdamse Nieuwmarkt.