Mitchell, Lotte en Hidde: ‘Maak nu eens beleid mét jongeren’

Gevestigde bestuurders en politici ruziën, zijn traag, weten niet wat gezelligheid is en zien jongeren te vaak over het hoofd. Daarover zijn Mitchell Wiegand Bruss (Studenten Voor Leiden), Hidde Smid (JOVD) en Lotte Prins (NJR) het roerend eens. Maar er lijkt - mede door hun toedoen – (heel) langzaam iets te veranderen. Er worden lokale jongerenpartijen opgericht, politieke jongerenorganisaties zitten weer in de lift en dat geldt ook voor de 41 landelijke jongerenorganisaties die vallen onder de koepel van de Nationale Jeugdraad (NJR). Een gesprek tussen drie geëngageerde jongeren op de Dag van het Bestuur 2025. ‘Het is tijd dat we de geboortedatums op het stembiljet vermelden.’

Mitchell Wiegand Bruss, Lotte Prins en Hidde Smid
Beeld: ©Roderik Rotting
Mitchell, Lotte en Hidde: ‘Wij hoeven niet zo nodig de landelijke politiek in.’

Vroeger was het aan de jonge garde om als een tomeloze wervelwind door de vermolmde, ingedutte instituties te stormen. Misschien waren ze niet zo georganiseerd en gelijkmatig, maar ach… de jeugd. Tegenwoordig zien jongeren met lede ogen aan hoe bestuurlijk Nederland verrommelt en politiek bedrijven steeds meer lijkt op ruziemaken. Voor de huidige staat van het Nederlandse bestuur hebben ze weinig vleiende woorden over.

Hidde: ‘Besluitvorming verloopt traag. Regelgeving zit in de weg. Zelfs als bestuurders goede plannen hebben, lukt het vaak niet door al die regels.’

Oude politiek, zo stellen ze met elkaar vast, is toch maar al te vaak ‘politiek gekakel.’ Waarbij politici elkaar alleen om de vorm het vuur aan de schenen lijken te willen leggen. Bij al dat gekrakeel is het, zeggen ze, fijn om jongeren te hebben die relativeren. Die ook op een gezellige manier het gesprek aan kunnen gaan, elkaar niet zo in de haren vliegen. Lotte: ‘In plaats van opschudden, proberen wij vaak te kalmeren.’

Die gelijkmatigheid kan ook bijna niet anders, stelt Mitchell van Studenten voor Leiden (SVL): ‘Er zitten heel veel verschillende jongeren in onze partij. Jongeren die op Bij1 gestemd hebben. Jongeren die FVD gestemd hebben.’ Dan moet je automatisch met elkaar in gesprek. En moet je nieuwsgierig zijn naar elkaars perspectieven. Juist daardoor functioneert de partij, zo constateert Mitchell.

Lotte valt hem bij: ‘Bij de Nationale Jeugdraad zijn inmiddels 44 jongerenorganisaties actief. We zijn het lang niet altijd met elkaar eens, maar het gesprek is altijd constructief.’

‘In plaats van op te schudden, proberen wij vaak te kalmeren’

Perspectieven en blinde vlekken

Wat is nu echt de waarde van het jongerenperspectief? In de kern: ‘Dat we perspectieven zien die andere generaties niet zien.’

Een goed voorbeeld is het debat rond de langstudeerboete. Hidde legt uit: ‘Tijdens het VVD-congres hebben we als JOVD twee moties ingediend tegen de langstudeerboete. De eerste was: ‘Die langstudeerboete moet van tafel.’ En, zo betoogt hij, de JOVD is zeker niet naïef: ‘We wisten dat er een heel kleine kans was, dat die het zou halen.’

Er was ook een tweede motie voorbereid. Daarin vroeg de JOVD om een aantal uitzonderingen op te nemen. Bijvoorbeeld voor ‘mensen die een bestuursjaar doen, die mantelzorg doen. Dat zat niet in het voorstel dat er lag. Daar had gewoon helemaal niemand over nagedacht. Die motie [...] haalde het en zo maakte de VVD een draai’. De kans dat deze uitzonderingen het halen in de wet die in 2026 van kracht wordt, is groot.

Een ander voorbeeld geeft Mitchell. In Leiden kwam er een jongerenraad, voorzien van een stevig adviesrecht. Het eerste advies was meteen raak. Het begon met een stevige constatering: ‘Gemeente, jullie financiële dienstverlening bereikt ons niet. We hebben veel jongeren die schulden hebben, veel jongeren die in armoede leven. Maar jullie manier van communiceren bereikt ons, als generatie onder de 18, helemaal niet.’

Kortom: ‘Dat was best een flinke tik op de vingers van de gemeente.’ Hij constateert: ‘Ik ben blij dat jongeren aan tafel zitten en dat wij kunnen zeggen: het moet anders. Dat is impact.’

‘We houden onze partijvergaderingen in de kroeg in de stad’

Nationale strategie

De traditionele politiek en bijbehorende wijze van communiceren zien jongeren wel vaker over het hoofd. Het jargon, de vele vergaderingen en dan ook nog de plekken waar bijeen wordt gekomen. Het zijn allemaal drempels. Mitchell: ‘We houden onze partijvergaderingen niet in zaaltjes langs de snelweg waar je niet kunt komen met het OV, maar in de kroeg in de stad.

Mitchell ziet dat dit effect sorteert - in zijn partij zijn allerhande jongeren actief. Maar toch, ook als de locatie deugt, ook als je je best doet om jongeren te bereiken, dan nóg is het lastig om jongeren echt te betrekken. Terwijl veel jongeren echt wel maatschappelijk betrokken zijn.

De beste manier om die maatschappelijke betrokkenheid te vertalen in politieke en bestuurlijke invloed? Eigenlijk is dat best eenvoudig, zo stellen ze vast. Lotte: ‘Beleid moet je altijd met jongeren samen maken.’

Precies dat gebeurt in de door de NJR ontwikkelde Nationale Jeugdstrategie. Een visiedocument over de toekomst van Nederland dat samen met experts, beleidsmakers en jongeren wordt gemaakt. En juist om die reden veel waarde kan toevoegen: ‘We zijn bezig met die nationale jeugdstrategie op tien thema's die voor jongeren heel belangrijk zijn. Dat gaat van wonen tot cultuur tot onderwijs tot fysieke en geestelijke gezondheid, mobiliteit, noem het maar op. En daar komen concrete maatregelen op die jongeren en beleidsmakers samen maken.’ Waarbij ze er bij elk thema rekening mee houden hoe jongeren op dat specifieke thema mee willen praten.  

‘Durf jongeren op verkiesbare, kansrijke plekken te zetten’

Structureel betrekken

Tot slot: wat zouden ze veranderen als je één ding mag aanpassen in het bestuur? Mitchell: ‘Ik wil graag dat we de geboortedatum op het stembiljet vermelden. Het is goed als je op iemand kunt stemmen waarvan je weet hoe oud diegene is.’
Hidde: ‘Echt durven kiezen voor meer jongeren op verkiesbare plekken. Niet alleen op de lijst, maar juist op plekken waar ze echt kans maken.’ En, tot slot, Lotte: ‘Beleid maken met jongeren, niet alleen over jongeren. We moeten jongeren structureel betrekken bij alle onderwerpen die hen aangaan.’