Aleyna Avci: ‘Democratie mag je niet voor lief nemen’
Aleyna Avci probeert als jongste raadslid ooit van het dorp Son en Breugel zo benaderbaar mogelijk te zijn. ‘Wat helpt, is dat ik zeven jaar achter de balie heb gestaan bij de lokale Albert Heijn. Dan spreek je veel met mensen en leer je de inwoners goed kennen. Het is mijn ambitie om meer jongeren bij de politiek te betrekken – democratie is niet iets wat je voor lief kunt nemen.’

Aleyna houdt zich als raadslid in het bijzonder bezig met het sociaal domein en daarbinnen met bijvoorbeeld armoede en de jeugdzorg – dat laatste onderwerp ligt haar als jonge twintiger na aan het hart. Sinds de decentralisatie van 2015 moeten gemeenten de jeugdzorg zelfstandig uitvoeren. Vooral kleine gemeenten zijn daar nog niet altijd goed voor toegerust en het is dan ook een pittig dossier voor het Noord-Brabantse dorp met bijna 18.000 inwoners.
Ze ijvert voor meer samenwerking met andere gemeenten. En om dat voor elkaar te krijgen, maakt ze graag gebruik van de motie als instrument. ‘We hebben bijvoorbeeld een oproep gedaan tot regionaal overleg met andere gemeenten over de inkoop van jeugdzorg. Jeugdzorg wordt steeds meer een vangnet voor jongeren die problemen hebben met prestatiedruk, bestaanszekerheid en eenzaamheid. Maar het is niet altijd de oplossing om dan maar simpelweg meer jeugdzorg te gaan leveren. Ik denk dat we op een andere manier zorg moeten gaan inkopen. Als je als 21 gemeenten de krachten bundelt, kom je sneller aan tafel in Den Haag. Dat is de kracht van Zuidoost-Brabant, zo komen wij verder en staan we sterker.’
‘Gemeenten zullen meer regionaal gaan samenwerken om zo een gelijkwaardige relatie met het Rijk te ontwikkelen’
Gepassioneerd
‘Hiervoor was ik helemaal niet veel bezig met politiek’, vertelt ze. Aleyna had net haar propedeuse rechten behaald, toen ze Henk Hulsen in de plaatselijke supermarkt tegenkwam, haar mentor in dat eerste jaar op de Universiteit Tilburg, tevens gemeenteraadslid voor het CDA. ‘Hij dacht dat het wel iets voor mij was omdat ik me graag uitspreek en niet bang ben om mijn mening te geven. Ik liep een keer mee bij de steunfractie en zo ging het balletje rollen.’
Ze werd steunfractielid – een ondersteunende rol voor ‘de echte’ raadsleden. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 kwam er – onverwachts – een plek vrij in de CDA-fractie en kon Aleyna zich laten inzweren als gemeenteraadslid.
‘Ik moest er wel over nadenken’, zegt ze. ‘Het is een grote inspanning en ik wist niet of ik het kon combineren met mijn masterstudie Strafrecht en werk als letselschaderegelaar. Maar uiteindelijk leek het me een mooie kans om meer betrokken te zijn in mijn gemeente en is de ervaring goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik leer hier veel over decentraal bestuur, ik werk met gepassioneerde mensen en zie dat inwoners en raadsleden elkaar steeds beter weten te vinden.’
‘Ook al zijn we het in de gemeenteraad niet altijd met elkaar eens, we geven elkaar wel de ruimte. We willen samen tot oplossingen te komen – ik ervaar dat als echte democratie’
Rechtvaardig
Zelf probeert ze zo benaderbaar mogelijk te zijn. ‘Wat helpt, is dat ik zeven jaar achter de balie heb gestaan bij de lokale Albert Heijn. Dan spreek je veel met mensen en leer je de inwoners goed kennen. Het is mijn ambitie om meer jongeren bij de politiek te betrekken – democratie is niet iets wat je voor lief kunt nemen. Het heeft onderhoud nodig. Ik zie dat ook in de gemeenteraad. De samenwerking verloopt goed. Ook al zijn we het niet altijd met elkaar eens, we geven elkaar wel de ruimte. Het doel en de wil om samen tot oplossingen te komen – ik ervaar dat als echte democratie.’
Hoe ziet Aleyna de toekomst van het lokale bestuur? Nuchter zegt ze: ‘Je bent ontzettend afhankelijk van de budgetten vanuit het Rijk en de wettelijke regels die daarbij horen. Het is moeilijk om een andere kant op te gaan als het Rijk zoveel bepaalt. Regionale samenwerking zie ik wel als een manier om een meer gelijkwaardige relatie te ontwikkelen – ik denk dat we dat steeds meer zullen gaan zien.’
Of ze daar zelf over twintig jaar een actieve rol in zal spelen, weet ze nog niet. ‘Ik zie mezelf dan ook wel als advocaat of als rechter werken. In ieder geval een togaberoep. Het zal hoe dan ook werk zijn dat rechtvaardigheid bevordert.’