Van deze verzorgingsstaat krijgen kwetsbare mensen stress (en dat kan anders)
We hebben in Nederland nog altijd een verzorgingsstaat, maar die is inmiddels zelf tot grote stressfactor geworden in het leven van kwetsbare groepen. Dat is de harde, maar heldere conclusie van het onderzoeksmagazine ‘Bestaanszekerheid begint bij een betrouwbare overheid’, dat afgelopen maand werd uitgegeven door het Kenniscentrum Ongelijkheid. ‘De overheid bedoelt het goed, maar ze kunnen het niet.’
Vooral mensen die een onzeker bestaan hebben, krijgen vaak te maken met de loketten van de verzorgingsstaat of het deel dat daar nog van over is. Uit de gesprekken die de onderzoekers met personen uit kwetsbare groepen voerden, blijkt dat die de steun die ze nodig hebben niet altijd krijgen. Dat komt vooral omdat het moeilijk is om door alle instanties van de verzorgingsstaat heen te navigeren. Zo draagt de ‘wirwarverzorgingsstaat’ niet altijd bij aan de bestaanszekerheid van kwetsbare groepen, maar vormt hij een extra stressfactor.
Vaak ontbreekt het deze mensen aan ‘instantiekapitaal’. Daaronder vallen onder meer kennis van de verzorgingsstaat, het vermogen de weg te kunnen vinden in de wirwar aan loketten en de vaardigheid om jezelf de juiste houding aan te kunnen meten tegenover een ambtenaar. Daarnaast hoorden de onderzoekers ook een gebrek aan vertrouwen in de overheid terug: ‘De overheid bedoelt het goed, maar ze kunnen het niet.’
Het magazine komt voort uit het onderzoeksprogramma ‘Een (on)zeker bestaan in de stad’, onder leiding van Aisa Amagir van de Hogeschool van Amsterdam en Monique Kremer van de Universiteit van Amsterdam. Onder meer het Nibud en de gemeente Amsterdam deden mee aan dit onderzoeksprogramma.
’De “wirwarverzorgingsstaat” draagt niet bij aan de bestaanszekerheid van kwetsbare groepen, maar vormt een extra stressfactor’
Opbeurende maatschappelijke initiatieven
De onderzoekers besteden in het magazine ook aandacht aan een aantal opbeurende maatschappelijke initiatieven dat de bestaanszekerheid van mensen kan vergroten. Daaronder Cash2grow - een landelijke organisatie die telkens vijf tot twaalf mensen met een onzeker bestaan met elkaar in contact brengt om samen een zogeheten ‘spaarkring’ te vormen, waarin de deelnemers ongeveer een jaar lang en onder begeleiding met elkaar een bedrag bij elkaar sparen. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor het organiseren van vergaderingen, de boekhouding en beslissingen om hun geld al dan niet aan anderen uit te lenen en de rente die ze daarover rekenen. Daardoor leren de deelnemers wat het betekent om zelf verantwoordelijkheid te nemen, maar wel in collectief verband. Aan het einde van de spaarkring krijgt elke deelnemer zijn gespaarde geld terug, plus eventuele rente.
Lange tijd waren ‘eigen verantwoordelijkheid’ en ‘zelfredzaamheid’ de toverwoorden die de overheid gebruikte als het ging om het verbeteren van de bestaanszekerheid. Maar inmiddels is het besef ingedaald dat een betere verzorgingsstaat begint bij een betrouwbare overheid, zien de onderzoekers: ‘Niet meer vertrekken vanuit de individuele verantwoordelijkheid van mensen, maar vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid.’
Om de overheid op weg te helpen, stellen de drie onderzoekers drie actielijnen voor. Volgens de eerste actielijn zouden burgers altijd geholpen moeten worden, ongeacht bij welk loket zij aankloppen. Actielijn twee adviseert de overheid, vooral uitvoeringsorganisaties, te investeren in professionalisering en een lerende organisatie. Dat kan vooral door te werken met standaardmethoden en empathie centraal te stellen in de dienstverlening aan de burger. Als derde: de overheid moet meer hulp biedt aan maatschappelijke initiatieven die burgers zelf ontplooien om de bestaanszekerheid van zichzelf of anderen te vergroten.
‘De overheid moet meer hulp biedt aan maatschappelijke initiatieven die burgers zelf ontplooien om de bestaanszekerheid van zichzelf of anderen te vergroten’
In de jungle
Het thema van de overheid als onoverzichtelijke jungle van regeltjes, loketten en bestuurslagen komt regelmatig terug op Overheid van Nu en in andere media. Zo eiste journalist Kustaw Bessems dat beleidsmakers begrijpelijke taal gebruiken (‘dan krijg je ook begrijpelijk beleid’), bracht VPRO’s Tegenlicht de Nederlandse ‘bestuursspaghetti’ pijnlijk in beeld (al belicht het programma net als het onderzoeksmagazine een aantal hoopgevende initiatieven) en reflecteerde wethouder in Zwolle Paul Guldemond op de vraag bij welke bestuurlijke indeling de Nederlandse burger het beste gebaat is.
Lees hier het hele onderzoeksmagazine ‘Bestaanszekerheid begint bij een betrouwbare overheid’ van het Kenniscentrum Ongelijkheid.