Samenwerking Hanzesteden: het begint met een goed verhaal
Samenwerken? Dat doen de Hanzesteden in binnen- en buitenland al ruim 800 jaar. Niet zo gek dus dat Auke Schipper, wethouder in de gemeente Hattem, en Elizabeth Stoit, programmamanager Hanzesteden bij MarketingOost, spreken van een ‘Hanzementaliteit’ en ‘Hanze-DNA’, waar samenwerking goed ingebakken zit. Maar wat ís dat dan precies, anno 2020? En wat heb je eraan? Een gesprek over het belang van een goed verhaal, cultuurverschillen en elkaar wat gunnen.
In 1 minuut:
|
‘We werken al 800 jaar samen, is het niet handiger om de krachten te bundelen?’
Eeuwenoud verbond, nog steeds actueel
Wie rond het jaar 1300 wilde handelen, had weinig te zoeken in de huidige Randstad. Niet in Amsterdam, maar in Kampen, Zwolle of Hattem, dáár moest je zijn. Dat was mede te danken aan het Hanzeverbond: een samenwerkingsverband tussen kooplieden uit verschillende steden rondom de Noord- en Oostzee. Door zich te verenigen drukte men de kosten.
Hoewel het Hanzeverbond rond 1600 in aanzien inboet ten gunste van Amsterdam, ging het erfgoed van de Hanzesteden allerminst verloren. En sinds 1980 werken de 170 Hanzesteden in Europa samen om deze geschiedenis op de kaart te zetten.
In Nederland werken de Hanzesteden sinds 1995 samen. Elizabeth Stoit, programmamanager Hanzesteden bij MarketingOost:
‘Vooral vanuit de gedachte: waarom zouden we allemaal moeilijk doen en ons individueel in de markt zetten? We werken al 800 jaar samen, is het niet handiger om krachten en budgetten te bundelen?’
Meer dan alleen toerisme
Het korte antwoord daarop is: ja, beantwoordt ze haar eigen vraag. Op een manier die minder verschilt van vroeger dan je misschien zou verwachten.
Stoit: ‘In de Middeleeuwen gingen de gezanten eens in het jaar naar Lübeck [in Duitsland, red.] om te overleggen. Dat ging dan bijvoorbeeld over: hoe gaan we samenwerken? Wat beslissen we? Gaan we oorlog voeren tegen de koning van Denemarken?’
Grinnikend: ‘Dat laatste doen we nu natuurlijk niet meer, maar we houden wel ieder jaar de Hanzedagen. Dan komen we met meer dan honderd bestuurders samen om te kijken hoe we kunnen samenwerken. Op het gebied van toerisme, maar ook economisch.’
Auke Schipper, wethouder in Hattem, is enthousiast over het Hanzeverbond. En in het bijzonder over de samenwerking tussen de negen Oost-Nederlandse Hanzesteden, waaronder ‘zijn’ Hattem.
‘We hebben als overheden het verbond weer actueel gemaakt. We kijken vanuit de Hanzemarketing bijvoorbeeld hoe we nieuwe doelgroepen aan ons kunnen verbinden.’
Vervolgt: ‘Maar het gaat verder dan alleen marketing. Omdat er toeristen komen, kun je bepaalde voorzieningen weer beter in stand houden. Dat vergroot de leefbaarheid van je stad. In Hattem halen ondernemers een derde van hun inkomsten uit de toeristische sector. Dat is superbelangrijk voor het voorzieningenniveau.’
Zelfs in tijden van corona, dat toch flinke impact heeft op het toerisme.
Schipper: ‘We denken nu ook samen na over bezoekersmanagement. Dat we bijvoorbeeld aansturen op bezoek doordeweeks, in plaats van in het weekend. Of een fietsroute rondom de Hanzesteden, zodat je de druk op de steden niet ineens opvoert.’
Cultuurverschillen
Sinds 2019 werken de Oost-Nederlandse Hanzesteden bovendien samen in een driejarig Interreg (EU)-project. Het doel? De Hanzehistorie doen herleven, onder andere met behulp van Augmented Reality. Met AR wordt er als het ware een digitale laag over de werkelijkheid gelegd. Daardoor krijgt de kijker een idee hoe bijvoorbeeld een gebouw eruitzag in de tijd van de Hanze.
Ook kunnen ondernemers Hanzeproducten en – arrangementen ontwikkelen.
De samenwerking met Duitsland verloopt goed, geeft Stoit aan. Ook omdat er in een eerder project al met de Duitse Hanzesteden was samengewerkt. Wat het wel eens lastig maakt, is dat er bij de Oosterburen geen coördinator is die alleen verantwoordelijk is voor het Hanzeproject.
‘Je merkt dat dat de snelheid er wat uit haalt. Er is niet iemand die er achteraan zit, je moet het naast je reguliere taken doen. Ze geloven er echt in, ze zijn heel erg Hanzeminded, maar ze hebben er gewoon minder tijd voor. En daardoor komt het minder goed uit de verf.’
Schipper vult aan:
‘Ik merk ook een cultuurverschil in aanpak. In Duitsland zijn ze heel voorzichtig: testen ze bij wijze van spreken alles tien keer voor ze aan de slag gaan. Wij zijn toch wat meer praktisch ingesteld. Ook bij overheden zie je dat verschil.’
Stoit: ‘Wij hadden bijvoorbeeld het idee om Hanzestadsplattegronden te ontwikkelen. Dat liep bij ons heel goed. De VVV-kantoren wilden dat toch al doen, en je kreeg de helft gefinancierd vanuit het project. Dat vonden ze in Duitsland ook een mooi idee, maar er was wel een probleem. Want daar moeten alle uitingen vooraf worden voorgelegd aan de gemeente. Je kunt niet zomaar ergens een klap op geven.’
‘In Duitsland kun je niet zomaar ergens een klap op geven’
Eerst een goed verhaal, dan samenwerken
Toch vinden de steden elkaar op hun gezamenlijke historie: de Hanze.
Schipper: ‘We zijn niet willekeurig bij elkaar gezet. Vaak is geld de drijfveer voor subsidie, maar wij werken vanuit één verhaal. Het gaat erom hoe je het merk Hanze verder brengt. De Van Rossems waren misschien langer in Hattem dan in Zwolle, maar de volgende keer is er weer aandacht voor De Fundatie [museum in Zwolle, red.] op Radio 1. Alle Hanzesteden profiteren daarvan. Dat vind ik de Hanze: verder kijken. Elkaar wat gunnen.’
Voor andere gemeenten die (grensoverschrijdend) willen samenwerken heeft Schipper daarom nog wel een tip:
‘Het begint met een goed verhaal. Zonder goed verhaal wordt het een leuke samenwerking, maar heb je weinig toe te voegen. Kijk daarom eerst naar wat je verbindt en kijk dan wie en wat je nodig hebt in die samenwerking.’
Stoit sluit zich daarbij aan.
‘Door de budgetten te bundelen, genereren we meer impact. Daarin zit ook echt grote meerwaarde. Maar ik ben het eens met Auke: het begint met een goed verhaal, een gezamenlijke basis.’