Lessen over Rijk-Regio samenwerking in de 6 woondeals
Wat kunnen we leren over Rijk-Regio samenwerking van de zes woondeals? Overheid van Nu zocht het uit. We verzamelden de belangrijkste lessen uit het magazine ‘Bevlogen Bouwen’.
De lessen op een rij: |
1. Van pionieren leer je elkaar goed kennen en dat zorgt voor kortere lijntjes
Bij de Woondeal Groningen ziet senior beleidsadviseur Michiel de Boer de waarde van de kortere lijnen die het pionieren oplevert. Zo profiteert niet alleen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van het pionieren van Groningen met het vergunningstelsel. ‘Het werkt ook andersom,’ zegt Michiel de Boer. ‘Als Groningen bevinden we ons op afstand van de Randstad. Dan is het waardevol om dankzij deze woondeal korte lijnen te hebben met het Rijk. Zit je ergens mee, dan bel je veel sneller even met je contact bij BZK voor feedback. Recent voorbeeld: door de coronacrisis moesten we nadenken over hoe je nu omgaat met huurachterstand. Is het bijvoorbeeld verstandig om die voorlopig te bevriezen? Om dan snel te weten hoe het ervoor staat met landelijke richtlijnen of wetgeving, bel ik nu even met BZK. Andersom neemt ook BZK nu vaker contact met ons op.’
Ook Yasin Torunoglu, wethouder in Eindhoven, onderschrijft de meerwaarde van de korte lijntjes, en de daaruit voortvloeiende goede samenwerking. In Eindhoven. Maar vooral ook tussen ‘Den Haag’ en Eindhoven. ‘Je ontdekt de meerwaarde van goed met elkaar samenwerken. En in alle eerlijkheid: dat had ik op voorhand niet zo ingeschat. Die Woondeal, dat leek me vooral een manier om onze woonopgave te versnellen. Waarbij je bestuurlijk goede intenties benoemt, een lange termijnvisie overeenkomt en – op basis daarvan- afspraken maakt. Maar het is dus méér dan dat: je leert elkaar ook goed kennen.’
2. Integraal kijken moet de norm zijn om de woningopgave op te lossen
Dionne Baarè, werkzaam bij de gemeente Nieuwegein, stelt dat juist de afhankelijkheden binnen de woningopgave het oplossen ervan zo complex maken. ‘Zo is de woningopgave feitelijk alleen op te lossen, als je ook de ontsluiting van zo’n gebied echt goed op orde hebt. Je moet dus ook iets aan de mobiliteit doen en daar begint de samenhang al. In de woondeal maken we afspraken over aantallen te bouwen woningen. Maar die woningen moeten ook daadwerkelijk ergens kunnen ‘landen’. En dan moet je dus ook rekening houden met al die andere factoren, zoals mobiliteit, landschap, en een aantrekkelijk woonmilieu. Dat kan je als gemeente niet alleen. En dus zoeken we samen in de regio naar die meest geschikte nieuwe locaties, waarbij integraliteit de ‘norm’ is.’
3. Houd focus
Yasin Torunoglu uit Eindhoven wil ook meegeven dat het goed is om de focus te blijven houden. ‘De zes woondeals, zoals ze nu zijn, dat is écht kiezen. ‘‘Wie kiest wordt gekozen’’, daar geloof ik echt in. Als je als Rijksoverheid dus kiest voor deze zes woondeals, dan realiseer je ook echt impact. Dan maak je verschil. Hou dat vast, zou ik zeggen. En ga niet over heel het land weer allerhande kleinere woondeals sluiten. Dan doe je – in mijn ogen – afbreuk aan de kracht die we nu met elkaar op aan het bouwen zijn.’
‘Naast begrip werkt geld sturend’
4. Vind elkaar met ‘geld’
Desirée Uitzetter, directeur van ontwikkelaar BPD en voorzitter van de NEPROM, stelt dat de woondeals nu nog vooral bestaan uit ‘plannen’ en ‘processtappen.’ Terwijl er ook echt gebouwd moet worden. ‘Want alleen op die manier kunnen we ons, om maar eens een oneliner te gebruiken, uit de crisis investeren.’ Wat er moet gebeuren om nu echt aan de slag te gaan? ‘In de eerste plaats moeten we vooral kijken naar de kansen en mogelijkheden die echt alleen met een financiële deal mogelijk kunnen worden gemaakt. Bespreek dat als overheid en markt met elkaar. Begrip krijgen voor ieders mogelijkheden.’
‘Hoe kan je elkaar dan vinden? Nou, naast begrip werkt ‘geld’ sturend. Als er dus instrumenten of regelingen komen die ook langjarig voorzien in financiering van onrendabele investeringen, dan structureert dat de uitvoering en gaat het wel lopen. Dus is het zaak voor het Rijk om goed na te denken, waar we met elkaar over tien, twintig jaar willen staan. En daar dan ook de financiering op af te stemmen. Dus moeten we vervolgens goed bekijken wie dan waarvoor nodig is: wat kan het Rijk, wat kunnen de provincies, de gemeenten? En wat vraag je dan aan de markt? We moeten de koppen bij elkaar steken om zo samen een integrale werkwijze te ontwikkelen. Daar zijn doorbraken voor nodig, nieuwe vormen van publiek-private samenwerking. En dan moeten we ook “ontschotten” binnen de Rijksoverheid.’
Lees hier het magazine over de voortgang van de woondeals. |