Gezondheidsverschillen terugdringen: ‘Kijk af en toe van een afstand naar je eigen aanpak’
In Nederland overlijden laagopgeleiden gemiddeld 7 jaar eerder dan hoogopgeleiden. Ook de gezondheidsverschillen tussen mensen met en zonder migratieachtergrond zijn groot. De afgelopen twee jaar werkten 14 gemeenten aan het verminderen van deze verschillen. Onder andere door de krachten te bundelen binnen de eigen organisatie, maar ook daarbuiten: met huisartsen, leraren en verloskundigen. De gemeente Smallingerland (Friesland) is één van de deelnemende gemeenten. ‘Je hoort vaak: gezondheid is een breed begrip. Dat vinden wij ook. Wil je verschil maken, dan moet je breed kijken.’
In 1 minuut:
|
Anke de Vries en Anneke Meijer, beiden werkzaam bij de gemeente Smallingerland, kennen elkaar al een jaar of tien. In gesprek met Overheid van Nu vullen de twee elkaar dan ook naadloos aan. Bijna tot op het punt dat ze elkaars zinnen afmaken. Gepassioneerd vertellen ze over hoe zij werken aan het terugdringen van gezondheidsverschillen in Smallingerland. De Vries is daarbij betrokken als beleidsadviseur, Meijer als programmaleider van Gezond in… Smallingerland. Daarnaast werkt ze bij GGD Fryslân.
Verminderen of stabiliseren
Kortom: Meijer en De Vries lopen al even mee. Het leertraject ‘Terugdringen gezondheidsverschillen’ is voor hen dan ook onderdeel van een breder geheel.
De Vries: ‘We hebben inmiddels een stevig fundament gelegd en bouwen gestaag verder. De basis voor dit beleid is al gelegd in 2004. Het verminderen van gezondheidsverschillen is vanaf dat moment een belangrijk aandachtspunt geweest.’
Meijer, lachend: ‘Het klinkt mooi en ambitieus, ‘terugdringen’, maar als we het kunnen stabiliseren, dan zijn we ook al heel blij’.
Beiden zijn het er echter over eens dat dit, of je het nou terugdringen of stabiliseren noemt, niet lukt zonder breder te kijken dan alleen naar gezondheid.
De Vries: ‘Gezondheidsbeleid heeft met veel meer factoren te maken dan alleen gezondheid. Het heeft ook te maken met bijvoorbeeld armoede, gezonde woon- en leefomgeving, geletterdheid, ontwikkelingsmogelijkheden en dergelijke. Zo proberen we het dus ook aan te vliegen.’
Meijer sluit zich daar graag bij aan. In Friesland doen ze dat ook door de provincie-brede Friese Preventieaanpak. ‘Wil je verschil maken, dan moet je breed kijken, naar allerlei factoren die van invloed zijn op gezondheid en welzijn. Alleen gebeurt dat nog lang niet overal.’
'Wil je verschil maken, dan moet je breed kijken'
Niet van mensen laten afhangen
In Smallingerland betekent dit werken vanuit een integraal gezondheidsbeleid, legt De Vries uit. Er is veel tijd gespendeerd aan het opbouwen van relaties, ook binnen de eigen gemeente en buiten het gezondheidsveld.
‘Dat is één van de redenen waarom het ons lukt. Uiteindelijk moet het niet van individuen afhangen, dus kijken we hoe we het borgen in beleid. We hebben de afgelopen jaren veel veranderingen gezien in personeel en management. Wij zijn een beetje de continue factor. Dat is soms best een beetje eng. Je wil het ook toekomstbestendig maken.’
Meijer: ‘Je ziet dat ook in andere gemeenten, personele wisselingen op het gezondheidsbeleid. Het helpt dat wij al sinds 2012 samenwerken. Bij andere organisaties kan ik soms niet meer bijhouden wie waar zit.’
Meijer en De Vries zijn zich ervan bewust dat ook zij, op een zeker moment, niet meer bij het programma betrokken zijn. Hoe zorgen zij ervoor dat het dan tóch doorloopt?
De Vries: ‘We proberen veel nieuwe initiatieven de mogelijkheid te geven op te starten en kijken dan, als het goed loopt, of we ze structureel kunnen financieren of kunnen onderbrengen in het aanbod van bestaande organisaties. Op die manier zijn ze niet meer afhankelijk van GIDS-geld [GIDS staat voor Gezond in de Stad, waarbinnen deelnemende gemeenten financiering kunnen krijgen van het ministerie van VWS, red.].’
Mede-eigenaarschap creëren
Eenvoudig is dat niet, geeft ze toe. Ook Smallingerland worstelt met stijgende uitgaven en bezuinigingen in het sociaal domein.
‘Maar we werken al lang vanuit die brede blik, en ook vanuit de directie zien ze daarvan de noodzaak. Er is een grotere sense of urgency, ik weet niet of dat komt door corona of doordat het landelijk meer in beeld is.’
Voor ze haar zin kan afmaken valt Meijer haar bij.
‘Soms hoor je anderen zeggen: We zijn al heel lang bezig en nu gaan we wat we doen borgen. Maar wij denken aan het begin al: hoe past dit erin? We kijken steeds hoe het past in het beleid en hoe we anderen ook mede-eigenaar kunnen maken hiervan. Het is niet alleen iets van ons. Je moet zorgen dat mensen het zo omarmen, dat het vanzelfsprekend wordt.’
Het beeld dat José Manshanden, regisseur van het traject Verminderen Gezondheidsverschillen, schetst in een eerder interview met Overheid van Nu, namelijk dat het verbinden van domeinen lastig kan zijn, herkennen ze dan ook maar ten dele in Smallingerland.
De Vries: ‘We hebben veel geïnvesteerd in de samenwerking, dat helpt. En we combineren slim verschillende gemeentelijke budgetten. Bijvoorbeeld het plaatsen van nieuwe speeltoestellen met het opknappen van de riolering en de weg. Soms is één en één drie, of vier, of vijf. Ook kijken we of we in de uitvoering gebruik kunnen maken van fondsen. Op die manier is het ons vaak gelukt om het budget te verdubbelen.’
Samen op pad schept een band
De gemeente Smallingerland nam binnen het programma Terugdringen gezondheidsverschillen deel aan het deeltraject Gezond Gewicht. Dat traject viel door corona wel ‘een beetje in het water’, geeft De Vries aan. Toch kijken beiden met plezier terug op de start.
Meijer: ‘We zijn eigenlijk ingestapt omdat we al best lang bezig zijn met de aanpak van overgewicht bij kinderen soms is het goed om er even boven te gaan hangen. Om te kijken: hoe doen we het en wat kan beter? De masterclasses die onderdeel waren van het traject hielpen daarbij. We zijn twee dagen op locatie geweest in Utrecht, met een brede coalitie met veel partijen. We hadden er echt even de aandacht voor. Dat vond ik heel mooi.’
De Vries: ‘Wij [De Vries en Meijer, red.] zien vaak hetzelfde. Het is fijn als iemand er dan even op een andere manier ingaat. Dat houdt je scherp.’
Dat Utrecht niet naast de deur ligt, was in dit geval een voordeel. De coalitie reisde samen en overnachtte in de Domstad, waardoor ze elkaar beter – en op een andere manier – leerden kennen. ‘Dat schept ook een goede basis’, aldus De Vries.
Soms gaat samenwerken makkelijker met partijen waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft, aldus De Vries. ‘Met beroepsgroepen als fysiotherapeuten en diëtisten, waarmee we nu in een proeftuin samenwerken, heeft de gemeente van nature niet die binding. Daarom proberen we nu een brug te slaan tussen die groepen en wat er binnen het sociaal domein gebeurt.’
‘Als je alles uit je rugzak haalt, is-ie op den duur leeg. Je moet hem dan ook weer vullen.’
Sensemaking
Één van de bijeenkomsten die de coalitie bijwoonde, was gericht op sensemaking, een methodiek gericht op het ophalen van verhalen. Voor Smallingerland een manier om duidelijker te krijgen wat maakt dat mensen hun leefstijl veranderen. En aan welke knoppen je als coalitie kunt draaien. Uiteindelijk zijn er – in samenwerking met JOGG landelijk en Pharos – 40 verhalen opgehaald in verschillende Friese gemeenten, waarvan 15 uit Smallingerland.
De Vries: ‘We hebben ouders en kinderen gevraagd: wat maakte dat jij die stap kon maken? Dat is soms heel anders dan we dachten. De resultaten krijgen we binnenkort, maar we weten al dat als het gaat om overgewicht, de huisarts bijvoorbeeld soms minder belangrijk blijkt dan wij dachten.’
Ook is de gemeente actief gestart met het betrekken van ervaringsdeskundigen. Omdat het horen van hun verhaal toch anders is dan het lezen op papier.
De Vries: ‘We doen dat nog te weinig. We denken ook vaak dat het lastig is om ervaringsdeskundigen te vinden, maar als je daar een beetje je best voor doet, heb je zo wat mensen bij elkaar die daarover willen vertellen. Dan haal je beleid en praktijk veel dichter bij elkaar.’
Meijer: ‘Dat willen we ook meer doen in de toekomst.’
Je rugzak weer vullen
Gevraagd naar de belangrijkste geleerde lessen over samenwerking vallen beide dames voor het eerst in het gesprek stil.
De Vries: ‘Je kunt hele mooie plannen maken, maar soms kan het toch heel anders lopen. Kijk maar naar de impact van corona op dit traject.’ Lachend: ‘Maar dat is wel wat negatief’.
Meijer: ‘Ik zou zeggen dat je open moet staan om je eigen aanpak bij te stellen en door te ontwikkelen. Het helpt om af en toe even van een afstand te kijken en er even uit te stappen.’
De Vries, nu positiever ingestoken: ‘Het inspireert om aan zo’n traject mee te doen omdat je gedwongen wordt kritisch naar je eigen proces te kijken. En ik zie het ook als een luxe, die je je af en toe moet permitteren. Ons normale werk is soms zo vluchtig, je gaat van overleg naar overleg. Naar zo’n bijeenkomst gaan is dan heel erg voedend. Ieder mens heeft dat nodig. Als je alles uit je rugzak haalt, is-ie op den duur leeg. Hij moet dan ook weer gevuld worden.’