Column Dick Molenaar: Naar een effectiever bestuurlijk Nederland
Nederland kent een bestuurlijke indeling die al bijna tweehonderd jaar standhoudt. Met de grondwetsherziening van 1848, met Thorbecke als aartsvader, werd de basis gelegd van onze huidige bestuursstructuur. Regionalisering en horizontalisering (de ontwikkeling naar meer gelijkwaardige verhoudingen) knabbelen aan die structuur. Hoewel we de hinderlijke kanten van dit bestuurlijke bouwwerk ervaren, branden we onze vingers liever niet aan een totale omvorming.
De Studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen legt de vinger exact op de goede plek, zoals hiervoor de Studiegroep Maak Verschil ook al deed. Én zij biedt oplossingen voor een pragmatische aanpak die de basisstructuur intact laat. De noodzaak van deze pragmatische verbeteringen wordt in Regio Zwolle aan den lijve gevoeld en volmondig onderschreven.
De studiegroep constateert dat veel gebeurt op de schaal van de regio, maar dat beleid, sturing en instrumentarium hier nog niet liggen. In eigen woorden: de regio is populair, maar tandeloos. Bovendien is sprake van versnippering in regio-indelingen.
De praktijk in Regio Zwolle, een regio die zich uitstrekt over liefst vier provincies, onderstreept dit. Het is lastig opereren in een gebied met vier provincies, die allemaal hun eigen beleid, processen en mores kennen. Langzamerhand wordt de samenwerking tussen regio en provincies echt beter, maar het kost heel wat tijd en bestuurlijke drukte.
Ook lastig is dat arbeidsmarktregio’s, RES-regio’s en dergelijke allemaal verschillende grenzen hebben. Dat maakt dat we in het Daily Urban System van Regio Zwolle voortdurend met verschillende regelingen en overleggen te maken hebben. Terwijl veel opgaven heel goed passen bij het schaalniveau van Regio Zwolle. De energiestrategie, de aanpak van de arbeidsmarkt, de omgevingsvisie en – agenda, de verstedelijkingsopgave, de organisatie van mobiliteit en bereikbaarheid – het zijn allemaal vraagstukken die het meest effectief aan de vork gestoken kunnen worden in een samenhangend gebied, een samenhangende stedelijke agglomeratie. Zwolle en haar ommeland (van Urk tot Hardenberg) zijn zo’n samenhangend gebied, blijkt uit verschillende studies.
De oplossingen die de studiegroep aandraagt gaan onder meer over het verband tussen opgaven en financiën. Er zou meer geld gekoppeld moeten zijn aan opgaven in regio’s. Daarmee sla je meerdere vliegen in één klap. Ten eerste vergroot je de slagkracht van regio’s, waar opgaven moeten worden gerealiseerd. Ten tweede versterk je de gelijkwaardigheid van de partners, die horizontaal moeten samenwerken. Ten derde ondersteun je de beweging naar meer ruimte voor regionale verschillen, wat nodig is omdat regio’s nu eenmaal verschillende problemen hebben.
De ervaringen in Regio Zwolle met de Regio Deal bevestigen dat dit een goede lijn is. In de samenwerking tussen Rijk, provincies, regio’s en gemeenten kan de regio wel een zetje in de rug gebruiken. De regio heeft beperkte capaciteit, nauwelijks middelen en is afhankelijk van deelnemende partners voor haar legitimiteit. Verdere regionalisering vraagt, nee roept om versterking van de slagkracht van regio’s – en dus van middelen.
Aan de andere kant stelt dat ook eisen aan regionale samenwerking. Waar Regio Zwolle uitmunt in flexibel organiseren, elkaar wat gunnen en krachtige informele netwerken, is haar uitdaging om nieuwe vormen van democratische betrokkenheid en transparantie te vinden. Ook daar geeft de studiegroep zinvolle aanwijzingen. Zij oppert ‘zelfbinding van democratische organen aan gezamenlijke afspraken’. Raden en Staten stellen doelen aan de voorkant en bieden een bandbreedte aan de regio om hieraan te werken. Het is een interessant traject om deze zelfbinding nader uit te werken en hiermee een extra loot aan democratische vernieuwing toe te voegen.
Kortom: Laten we werk maken van de aanbevelingen van de studiegroep en onze institutionele belangen in de koelkast zetten om ruim baan te geven aan de ontwikkelingen van regionalisering en horizontalisering. Dat alles voor een effectiever bestuurlijk Nederland.
Tussen 1 april en 10 juli schreven bestuurders, wetenschappers en ambtenaren 12 columns en reacties in het kader van het schrijfproces van de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen. Lees ze allemaal in deze bundel. |