Toogdag Groningse gemeenten: grote keuzes voor de toekomst
Grote opgaven vragen om belangrijke, soms moeilijke, keuzes. Die keuzes stonden centraal op de toogdag van de Vereniging van Groningse Gemeenten (VGG). Op 14 juni vierde de VGG haar 100-jarige bestaan én praatten aanwezigen met elkaar over kansen voor het Groninger landschap. En de keuzes die je maakt met opgaven als woningbouw, energie, windmolens, natuur en industrie. ‘Leefbaarheid is belangrijker dan stenen.’
Feest van herkenning
Bij aankomst in het Van der Valk Hotel in Hoogkerk zit de stemming er al goed in. Wie aankomt, krijgt een warm onthaal en loopt onder een feestelijke boog ballonnen richting koffie en taart.
Dit jaar heeft de toogdag een extra feestelijk tintje, omdat de VGG 100 jaar bestaat. Of eigenlijk 101 jaar, want corona gooide vorig jaar roet in het eten. Maar dat mag de pret niet drukken.
Veel aanwezigen lijken elkaar te kennen, een mooie mix van jong en oud publiek dat elkaar opzoekt. Een enkeling werkt nog snel een laatste mailtje weg voor Ard van der Tuuk, voorzitter van de VGG en tevens burgemeester van de gemeente Westerkwartier, de middag aftrapt.
Oproep aan Den Haag
Van der Tuuk begint met een ode aan ‘zijn’ provincie. Groningen, zo vindt hij, is de mooiste provincie van Nederland. En wat ooit begon als een vereniging voor de gezamenlijke inkoop van asfalt en leermiddelen voor het onderwijs, is nu een breed samenwerkingsverband op veel meer vraagstukken dan dat.
‘De gemeente is steeds als eerste overheid betrokken, bij alles wat er speelt. We staan dichtbij en tussen de inwoners. […] Na 100 jaar zie ik nog steeds dat gemeenten het eerste en laatste aanspreekpunt zijn voor inwoners.’
Toch ziet hij ook dat er steeds minder vertrouwen is in de overheid bij inwoners. Het ontbreekt aan visie, houvast en verbinding. ‘Gemeenten komen onder steeds meer druk te staan; ze moeten steeds meer taken uitvoeren met minder geld’, aldus Van der Tuuk.
Zijn oproep aan Den Haag is dan ook: laten we beleid samen vormgeven en als gezamenlijke overheid optrekken. ‘De kracht van Nederland is dat we krachten bundelen, maar weten we elkaar [als landelijke en lokale overheid, red.] nog wel te vinden?’, vraagt hij zich af.
‘Ik grijp dit moment aan om een oproep te doen aan Den Haag om gemeenten te steunen in hun taken. En ze in positie te brengen om goed beleid en uitvoering voor de inwoners mogelijk te maken’.
Visie ontbreekt
De middag wordt vervolgd met twee korte discussiepanels. In het eerste panel gaat het al snel over de samenwerking tussen gemeente en rijksoverheid.
Melkveehouder en voorzitter van BoerenNatuur Alex Datema – vorige zomer nog één van onze gasten in de Overheid van Nu zomertour – benadrukt dat er een visie ontbreekt op hoe Groningen eruit moet zien over pakweg dertig jaar. ‘Ik zie veel ad hoc beslissingen over waar woningen moeten komen, en daarna gaan we pas kijken hoe dat past in het landschap. Ik zou liever samen een visie maken en vastleggen waar we over dertig jaar willen zijn’.
Een visie op de komende 30-40 jaar is belangrijk, erkennen ook Julia Brink en Mattia van der Laan van Youth for Climate Adaptation. Maar, geven ze aan richting het publiek: de jongeren van nu zitten tegen die tijd op uw positie. Zij moeten nu al worden betrokken. Hun boodschap is daarom: kijk niet alleen naar waar we naartoe gaan, maar ook met wie.
Geert-Jan ten Brink, dijkgraaf van waterschap Hunze en Aa’s, zou tot slot graag zien dat er meer gebruik wordt gemaakt van de expertise van het waterschap. Met de VGG zijn daar al stappen in gezet, in het project Brede Groen Dijk (zie kader), maar dit kan nog beter, geeft hij aan.
Win-win situatieWaterschap Hunze en Aa’s, provincie Groningen, Rijkswaterstaat en andere organisaties werken samen aan het versterken van de dijk bij de Dollard. Dat is nodig om de veiligheid in de toekomst te waarborgen. Het moet een brede, groene dijk worden gerealiseerd met klei en slib uit de Dollard. Op die manier wordt de dijk versterkt én wordt een deel van de slibproblematiek in de Eems-Dollard opgelost. Daar is namelijk een teveel aan slib. Door slib uit de Eems Dollard te halen, zoals de mensen van VLOED doen, verbetert de waterkwaliteit. En het gebruik van lokale klei, bespaart brandstofkosten en vermindert daarmee de CO2-uitstoot van het project. Win-win dus. |
Kijk niet alleen waar je naartoe gaat, maar ook met wie
Leefbaarheid belangrijker dan stenen
In het tweede discussiepanel ligt de nadruk op woningbouw en bedrijventerreinen. En hoe dit zich verhoudt tot het natuurschoon daaromheen. Dina Boonstra van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij en Laura Broekhuizen van woningbouwcorporatie Het Groninger Huis gaan hierover in gesprek.
Boonstra legt uit dat bedrijventerreinen ook mogelijkheden bieden voor biodiversiteit, anders dan vaak wordt gedacht. Zij ziet dan ook kansen om bedrijventerreinen te vergroenen. ‘Wat wij als mens lelijk vinden, is niet per se lelijk voor dieren en planten’.
Broekhuizen vraagt zich telkens af: wat is de vraag van nu en wat is de vraag van straks. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen passende woonruimte vindt, ook mensen met een smalle beurs? Ze geeft een voorbeeld van het opkopen en ombouwen van historische panden voor sociale huur.
Wat is daarin de rol van een gemeente? Bijvoorbeeld het maken van prestatieafspraken, aldus Broekhuizen. Want het leefbaarheidsvraagstuk is belangrijker dan waar we welke stenen neerzetten. Ze pleit dan wel voor een rol voor de huurders, zij moeten aan tafel zitten, ook bij het maken van landelijke afspraken.
Fout gemaakt? Erken het, ga samen kijken naar oplossingen
Later die middag zal Broekhuizen in een workshop de wijkaanpak van Het Groninger Huis uit de doeken doen. Centraal daarin staat het werken vanuit de wijk en de structuren die daar al zijn, in plaats van 'dingen op te leggen’.
Treffend is een voorbeeld waarin huizen vanwege aardbevingsschade moesten worden gesloopt. Er kwam nieuwbouw voor terug. Na een aantal goede gesprekken over hoe die nieuwsbouw eruit moest komen te zien, bleek er een fout te zijn gemaakt. De tekening waarmee een deel van de mensen had ingestemd, was later in het proces aangepast. Daar waren zij het niet mee eens. Broekhuizen zat met de handen in het haar, maar ging opnieuw in gesprek.
‘Het is onze fout, zeg maar hoe we het moeten oplossen’, was daarbij de insteek. Samen zijn ze eruit gekomen. Dat heeft veel gedaan met het vertrouwen in elkaar, geeft ze aan, want ‘zelfs als het fout gaat, komt het goed’, weten bewoners inmiddels.
Zelfs als het fout gaat, komt het goed, weten bewoners inmiddels
Op naar de volgende 100 jaar
De workshops vliegen voorbij. Zo snel zelfs, dat sommige aanwezigen opmerken wel wat langer te willen blijven. Vriendelijk doch dringend maant de organisatie iedereen klaar te staan voor een toost.
Op naar de volgende 100 jaar VGG!