Christophe Busch: ‘We moeten als samenleving opletten dat we niet afglijden’

Welke lessen kunnen we eigenlijk nog trekken uit de geschiedenis van het naziregime? Hoe kunnen we de uitdagingen waarmee democratische instellingen vandaag de dag worden geconfronteerd, daadwerkelijk aangaan? En waarom is pluralisme – respect voor mensen en meningen die niet de jouwe zijn – noodzakelijk voor samenlevingen om complexe, sociale kwesties op te lossen en tegelijkertijd een leefbare samenleving te behouden? Criminoloog en historicus Christophe Busch kent het belang van ‘geschiedenis’. Van ergens vandaan komen. En plaatst deze hedendaagse worsteling in historische contexten zoals Holocaust, totalitarisme en radicalisering. Hij benoemt belangrijke thema’s als gedachteloosheid (oftewel: de banaliteit van het kwaad), antipluralisme en het belang van kritisch denken binnen bureaucratische systemen.

Christophe Busch
Beeld: ©Jimmy Kets
Christophe Busch: ‘In tegenstelling tot de symbolische Hollywood-verhalen, geschiedt ‘het kwaad’ in de echte wereld vooral via geleidelijke processen.’

Een gesprek dat gaat over de relatie tussen bureaucratische processen, individuele verantwoordelijkheid en de complexiteit van onze moderne democratie. In het licht bezien van de grote maatschappelijke uitdagingen van vandaag. Uitdagingen die in toenemende mate complex en – wellicht - onoplosbaar lijken. En zo het verlangen naar daadkracht, naar ‘tenminste maar een beslissing nemen’ doen toenemen.

Om maar met die complexiteit te beginnen: is het ‘anno nu’ daadwerkelijk complexer dan vroeger?

De complexiteit van onze samenleving, van ons samenleven, is natuurlijk niet minder geworden, zegt Busch. De werkelijkheid van vandaag wordt gekenmerkt door vele uitdagingen en problemen. Maar evenzeer door een veelheid aan definities én een veelheid van deeloplossingen. De globalisering van onze fysieke wereld en de creatie van talloze (door algoritmes aangestuurde) virtuele werelden hebben impact op de complexiteit en snelheid waarmee informatie door onze samenleving heenstroomt of zelfs stormt. Busch wil maar zeggen: ‘Als je de samenleving waarin mijn grootouders opgroeiden, vergelijkt met die van ons... voilà, dan is onze samenleving complexer te noemen. Door de veelheid aan op elkaar ingrijpende vraagstukken, door de versnelling van social media. Door het simpele feit dat je vandaag direct weet wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt.’

‘In tijden van crisis hoor je alras geluiden om “de democratie” of “wet” maar even opzij te zetten, omwille van kracht en doorzettingsmacht’

En wat merken we daarvan?

In de ogen van Busch is de toenemende druk om de democratie eventjes buitenspel te zetten, misschien wel een van de belangrijkste gevolgen van al die complexiteit. Als gebeurtenissen – hij noemt de COVID-pandemie als voorbeeld – een zware druk leggen op ons systeem van samenleven, ‘dan bestaat de neiging om het probleem te versimpelen. Te vereenvoudigen. Te zeggen: stem voor mij, geef mij doorzettingsmacht.’

Zo ontspint zich een gesprek over samenlevingen van nu. Over Polen, over Hongarije. Over de Verenigde Staten. Maar ook dichterbij: België en Nederland. Waar we complexe kwesties volgens Busch vaak te veel vereenvoudigen. Hetgeen steeds vaker leidt tot een roep om sterke, autoritaire leiders. Waarbij we de noodzaak van democratische waarden, betrokkenheid van burgers en pluraliteit uit het oog lijken te verliezen.

Wat is het resultaat?

Er kan een proces van afglijden starten. Zoals dat in extremis in Hitler-Duitsland gebeurde. Eerst binnen de rechtsstaat, bij politici en het parlement. Daarna binnen het ambtenarenapparaat. Later bij de daders in de kampen, bij militairen aan het oostfront. Immers, als die pluraliteit aan meningen te lang onder druk komt te staan, als sommige meningen niet (meer) uitgedragen mogen worden, dan raakt de democratie in de knel. ‘Wat we in de geschiedenis zien, is dat zo’n proces eigenlijk altijd verkeerd afloopt. Dat de door sommigen voorgestelde illiberale democratie zichzelf dan langzaamaan opeet.’

Want terwijl Busch gelooft dat instituties sterk zijn, is waakzaamheid geboden: ‘Ook voor de instituties zijn antipluralisten die gevoelens van frustratie en ongenoegen capteren een groot probleem. Als mensen een andere invulling aan de democratie willen geven, moeten we ons goed realiseren dat instituties niet de democratie beschermen. Het zijn mensen die instituties moeten beschermen.’

‘Er kan een proces van afglijden starten - zoals in extremis in Hitler-Duitsland gebeurde; eerst binnen de rechtsstaat, bij politici en het parlement. Daarna binnen het ambtenarenapparaat.’

Wat gebeurt er dan precies, in jouw ogen?

Busch haalt even adem. Dan legt hij uit dat in tijden van crisis je alras geluiden hoort om ‘de democratie’ of ‘de wet’ maar even opzij te zetten, omwille van kracht, omwille van doorzettingsmacht. Zodat er daadwerkelijk beslissingen genomen kunnen worden. ‘Gratis’ is dat in zijn ogen niet: ‘Dan voel je natuurlijk dat op het moment dat je die deur openzet, je zelf ook wat verliest.’ En vergis je niet, zo stelt Busch vast, ‘dat wat je verliest door dit type autocratische processen, dat kan je wel weer opbouwen, maardat  gaat veel trager en veel moeilijker’. Hij wijst in dit opzicht naar Polen. Naar Hongarije. Maar dat neemt niet weg dat België en, bijvoorbeeld, Nederland niet evenzeer vatbaar zouden kunnen zijn.

Leg eens uit?

In Vlaanderen hoor je bijvoorbeeld politici beweren dat ze het niet eens zijn met bepaalde rechterlijke uitspraken. En dan eigenlijk ‘de stem van het volk’ willen mobiliseren. Een volksgerecht. Dat is een klassiek autocratische benadering. Waarbij complexiteit misbruikt wordt, omdat het ‘logische oplossingen’ in de weg zit. Dan voel je dat belangrijke democratische principes, zoals de scheiding der machten, geweld wordt aangedaan. Natuurlijk mag je als politicus een mening hebben over wetten. Dan moet jij die wetgeving willen veranderen. Maar dat is iets anders dan een uitspraak van een rechter ter discussie stellen, want zo ondergraaf je de rechtspraak, de rechterlijke macht en – uiteindelijk – de uitvoerende macht.

In Amerika zie je dit proces van ‘de democratie maar even opschorten’ en ‘zuiveren van elementen die de verandering tegenhouden’ nog sterker. ‘Kijk maar eens naar het plan van de Heritage Foundation (Project 2025), waarin een toekomstscenario voor Trump II wordt geschetst. Waarbij je het narratief ziet: ‘Wij zijn in Trump I tegengehouden door die uitvoerende macht. Dat gaan we in een volgende periode anders doen’.

‘Daderschap moet je vooral definiëren langs lijnen van de banaliteit van het kwaad – via de gedachteloosheid van mensen’

In je boek ga je in op de beelden die we ons vormen van ‘het kwaad’. En dat we ‘daders’ graag zien als belichamingen van het kwaad.

Dergelijke beeldvorming, zo stelt Busch, doet eigenlijk nooit recht aan de werkelijkheid. Dadergedrag neemt vele vormen aan. En is in verschillende gradaties bij mensen te zien. En ‘het kwaad’ geschiedt vooral via geleidelijke processen. En dat strookt niet met ons Hollywood-achtige beeld van het kwaad: ‘Ons beeld van daders en het kwaad, dat is vooral symbolisch van aard. Dan zien we als het ware de tierende Duitse Nazi voor ogen, die ‘Schneller!’ brult.’ Terwijl daderschap toch vooral te definiëren is langs lijnen van de banaliteit van het kwaad. Van gedachteloosheid van mensen.

Wat is die gedachteloosheid precies?

‘Om een voorbeeld te geven, grijp ik terug naar de Toeslagenaffaire. Waarin eigenlijk precies dit aan de hand was. Waarbij uiteindelijk niemand meer het gevoel had overkoepelde verantwoordelijkheid te dragen. Maar bij iedere stap had men het gevoel zelf maar een klein radertje in het geheel te zijn. Waarbij dat hele kleine beetje onrecht niet fijn voelt, maar in het grote geheel ook niet zo veel voorstelt. Zo kan een klein onrecht, iedere kleine stap, langzaamaan doorgroeien. En uitgroeien. En kan je als mens, als ambtenaar, steeds een beetje meer afglijden. Dus moet je als mens, en dus ook als ambtenaar, vaker nadenken over: wat moeten wij doen?

Meer precies: gedachteloosheid, dat is het gebrek aan zelf willen - of kunnen - nadenken, het gebrek om je eigen bijdragen in een complex systeem te wegen en daar al dan niet verantwoordelijkheid voor te willen nemen.

En dus blijft, in Busch’ ogen altijd de vraag staan, hoe je als ambtenaar enerzijds loyaal blijft aan je politieke superieuren, want dat mag verlangd worden van een professionele ambtenaar. Maar anderzijds de vraag moet beantwoorden: hoe blijf je ook loyaal aan de democratie, aan de democratische normen en waarden? ‘In mijn ogen is pluraliteit misschien wel de kern van democratie: dat elke stem, elke mening, elke zienswijze van progressief tot ultraconservatief, gehoord moet worden.’

‘Gedachteloosheid is niet zelf willen - of kunnen – nadenken; het gebrek om je eigen bijdragen in een complex systeem te wegen en daar al dan niet verantwoordelijkheid voor te willen nemen’

Wanneer ervaart een mens handelingsperspectief? Wanneer komt hij dan in actie?

Hij geeft een historisch voorbeeld. Hij legt uit dat in België tijdens de Tweede Wereldoorlog de helft van alle joden zijn weggevoerd. De andere helft overleeft. Door onder te kunnen duiken, door soms te vluchten. Het Kanaal over te steken. In Nederland zijn veel meer joden weggevoerd, memoreert hij. En in zijn tijd als onderzoeker in Amsterdam vroeg hij zich dan ook af: hoe komt dat nu?

Na veel onderzoek blijkt: ‘Dan ga je eigenlijk zien dat er geen centraal plan aan ten grondslag ligt.’ Natuurlijk zijn er wel gecentraliseerde vormen van verzet, maar het redden van de helft van de joodse medemens is een optelsom van kleine, vaak heel lokale acties. Waarbij mensen in hun onmiddellijke omgeving een klein verschil gemaakt hebben. ‘Dat een gezin zegt: ja, dat kindje speelt altijd met ons kindje, die ouders gaan op de vlucht - we gaan dat kindje bij ons opnemen en we gaan het een Vlaamse katholieke naam geven.’

Allemaal kleine acties, waarbij zelf nadenken en afgewogen handelen vanuit de eigen morele code centraal staat.

Zo kan het kleine verschil dat je kunt maken - als inwoner, als burger, maar evenzeer als ambtenaar, als magistraat - een wereld van verschil betekenen. Als we het zo bekijken, dan is iedere kleine stap voorwaarts, uiteindelijk met elkaar een reuzestap. ‘Dat is een besef waarvan ik denk dat het breed moet doorbreken. Het is op die manier dat we ook complexe fenomenen als klimaatverandering, of migratie moeten aanpakken, natuurlijk.’

Tot slot: hoe gaan we dan met elkaar die kleine stapjes vooruit blijven zetten?

‘Allereerst is complexiteit een begrip dat we moeten willen en durven omarmen. Waarbij we met nieuwe modellen moeten durven werken. Als Hannah Arendt Instituut gaan we nu aan de slag met een aantal Vlaamse lokale besturen om te leren werken met het ‘collectieve impactmodel’. Een model waarmee we wicked problems als radicalisering, desinformatie en polarisatie beetpakken. In essentie brengen we via dit model een veelheid van actoren samen, ook de unusual suspects. Waarbij je samen aan een gedragen agenda en probleemdefinitie gaat werken. In de wetenschap dat geen enkele ‘actor’ in staat is om in zijn eentje de grote problemen van vandaag op te lossen. En dus moet je je wel tot elkaar verhouden. Je opnieuw met elkaar verbinden.

Met elkaar creëer je zo een (nieuwe) gezamenlijke taal over de uitdaging en de verandering die je wilt bereiken. Om zo, telkens weer kleine stappen vooruit te zetten.’

Meer lezen?

De duivel in elk van ons - Van Holocaust tot terrorisme: hoe gewone mensen in staat zijn tot buitengewoon kwaad, uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 2023.