Mariëtte Hamer: 'Het is belangrijk dat mensen mij in deze functie goed kunnen vinden'
De televisiewereld (The Voice of Holland), de sportwereld (Ajax), de culturele sector - de afgelopen jaren bleek seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld niet alleen een pijnlijk, maar ook structureel maatschappelijk probleem. Mariëtte Hamer begon op 1 april 2022 als regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Het eerste jaar stond in het teken van kennisdeling en bewustwording. ‘Nu komt het naast de woorden ook aan op daden.’
Wat doet u als regeringscommissaris?
‘Ik ben gevraagd om als boegbeeld het maatschappelijke gesprek op gang te brengen. Een gesprek dat hard nodig is voor de cultuurverandering die we voor ogen hebben. Daarnaast adviseer ik gevraagd én ongevraagd over de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.’
‘Juist in de combinatie van die twee opdrachten zie ik de sleutel. Seksueel grensoverschrijdend gedrag en – geweld zijn een probleem van de hele samenleving. En een structureel probleem bovendien. Dus kan het niet anders dan dat we met onze aanpak inzetten op een heel brede beweging.
Wat heeft u het afgelopen jaar bereikt?
‘Ik heb als boegbeeld ingezet op brede samenwerking, op kennisdeling. En op bewustwording. Ingrediënten die nodig zijn om die aanpak te laten slagen. En op eerste acties.’
‘Het gesprek over grensoverschrijdend gedrag gaat onverminderd voort: we hebben het er meer over dan ooit’
Lukt dat ook?
‘Ja! Er is een heel brede waaier aan mensen en partijen actief betrokken bij het actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Nu moeten we gaan oogsten: met concrete afspraken en verbanden, in de eerste resultaten.’
De benoeming is voor een periode van drie jaar. Een derde van uw tijd zit er nu op. Bent u al waar u zou willen zijn?
‘Een korte stilte. Dan vervolgt Hamer: ‘Ik heb lang in de Tweede Kamer gezeten en daar heb ik geleerd: in de eerste periode moet je echt alle kanten van het onderwerp leren zien. In het eerste jaar wilde ik daarom vooral inzetten op bewustwording.’
‘Maar er is meer nodig: zo zien we dat de in mei verschenen Handreiking ‘aanpak meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer’ in een duidelijke behoefte voorziet. Daar zijn we snel mee naar buiten gegaan. We hebben deze handreiking - bewust - als prototype gepubliceerd. Meer dan 20 bedrijven en veel experts gaan ermee werken. Met behulp van hun feedback maken we vervolgens een verbeterde versie. Daarin doen we concretere suggesties voor hoe je een veilige werkomgeving kunt creëren, waardoor je als organisatie meldingen voor kunt zijn.’
Want, als we ons als samenleving niet bewust zijn dat er écht iets mis is, dan komt niks van zijn plaats?
‘Precies! Juist daaraan heb ik met mijn eerste publicaties - een impactoverzicht, een podcast, en vooral de handreiking voor bedrijven, willen bijdragen. Ik zie ook echt vooruitgang! Er ligt een nationaal actieprogramma dat vier ministeries met mijn hulp hebben gemaakt. En dat betekent dat we nu in het tweede jaar echt praktische stappen kunnen gaan zetten’.
‘Heel eerlijk, toen ik begon dacht ik dat in ‘de aanpak’ een paar quick wins zaten. Dat we snel een paar grote stappen konden zetten. De praktijk bleek weerbarstiger. Dat neemt niet weg dat er nu een actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld ligt, waarin vier ministeries hun krachten bundelen.’
‘Wat me vooraf heel moeilijk leek, is het gaande houden van het maatschappelijke gesprek. Maar dat gesprek gaat juist onverminderd voort: we hebben het er meer over dan ooit.’
‘Mijn opdracht is helder - een cultuurverandering in gang zetten- maar daarmee natuurlijk nog niet gemakkelijk’
U noemde uw opdracht vorig jaar in de Volkskrant ‘concreet’ en ‘helder’, denkt u er nog steeds zo over?
‘Jazeker! En belangrijker nog: er is ook al concreet resultaat. Ik zie dat er op steeds meer plekken door steeds meer mensen gepráát wordt over hoe we met elkaar omgaan. Dan gaat het over heel concrete verhalen en ervaringen. En we zien dat mensen dan ook zeggen: daar moeten we beter op letten.’
‘Maar ik ben ook meer gaan inzien hoeveel aspecten aan deze problematiek zitten. Je kunt het niet los zien van andere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals emancipatie van vrouwen, onzekerheid op de arbeidsmarkt, hoe we omgaan met macht, hoe we jongens en meisjes opvoeden. Mijn opdracht is helder: een cultuurverandering in gang zetten. Maar daarmee is het natuurlijk nog geen gemakkelijke opdracht. Die cultuurverandering lukt alleen als er ook concrete acties zijn. Van bedrijven, van experts, van ons, als samenleving. Het mede (helpen) vormgeven van concrete acties, dat is het tweede deel van mijn opdracht. Naast woorden ook daden.’
U sprak de ambitie uit om het enorme leed zichtbaarder te maken dat vaak op seksueel geweld volgt, zeker bij zwaardere of structurele vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Waarom wilt u dit zichtbaar maken
‘Ik vind het belangrijk dat mensen mij in deze functie goed weten te vinden. Dagelijks word ik gemaild door mensen die seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld hebben meegemaakt en die mij en mijn team daarover willen vertellen. Uit al die gesprekken nemen we iets mee.’
‘Ik vind het bijzonder dat ik regelmatig hoor dat mensen zich daardoor gesteund voelen. Maar ik denk bijvoorbeeld ook aan de verhalen van Maryam Hassouni en Sara Kroos, die beiden een boek schreven over wat hen is overkomen en met wie ik ook gesproken heb. Wat hen is overkomen, dat mag een ander nooit overkomen. Dat zij van dat leed hun kracht maken, dat bewonder ik enorm. En dus moet je het, hoe pijnlijk ook, zichtbaar maken.’
Wat vindt u van de kritiek dat u zich te veel richt op grensoverschrijdende situaties op de werkvloer, terwijl het meeste grensoverschrijdende gedrag achter de voordeur plaatsvindt?
‘Deze functie is natuurlijk ontstaan als reactie op de uitzending van BOOS over The Voice of Holland, dus dat was seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Daarom is het niet gek dat het daar vaak over gaat.’
‘Maar ik richt me daar zeker niet uitsluitend op. Ik probeer altijd te benoemen dat ook achter de voordeur sprake is van structureel seksueel geweld. En dat we het eigenlijk misschien wel het moeilijkst vinden om daarover te spreken. Daar is nog een wereld te winnen.’
‘Wij zijn de buitenboordmotor van het actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld’
Als regeringscommissaris bent u verbonden aan de verantwoordelijke ministeries (OCW, SZW, VWS en JenV). Hoe werkt u met hen samen?
‘Hoe zeg je dat zo mooi ...? Ik ben verbonden, maar wel onafhankelijk. De ministeries zijn verantwoordelijk voor het actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Minister Van Gennip en minister Dijkgraaf nemen daarin het voortouw. Ik heb een adviserende rol. Soms vragen de ministers mij om advies, soms kom ik zelf met een advies. Wij fungeren als het ware als de buitenboordmotor. Met als extra voordeel dat we, juist omdat we een kleine organisatie zijn, snel dingen op touw kunnen zetten.’
Heeft u daar een voorbeeld van?
‘Bijvoorbeeld het advies dat de staatssecretaris voor Cultuur en Media mij vroeg over de governance van meldpunt Mores. Dat konden en móesten we snel oppakken.’
Vorig jaar zei u tegen de Volkskrant: ‘Dit is een positie waarin je iets kunt betekenen. Als je een rol krijgt tussen de departementen in, weet je dat je vermorzeld raakt. Maar ik heb een eigen mandaat. Ik mag gevraagd en ongevraagd advies geven.’ Hoe beoordeelt u uw eigen onafhankelijkheid nu? In hoeverre is het mogelijk om boven de partijen te staan?
‘Ik merk dat mijn rol goed begrepen wordt. Zowel op de departementen als door de mensen daarbuiten. Die onafhankelijkheid ten opzichte van de ministers is voor veel mensen, zoals ervaringsdeskundigen en journalisten, echt van belang. Ik kan daardoor doen wat ik denk dat goed en nuttig is.’
‘De onafhankelijkheid ten opzichte van ministers maakt dat ik kan doen wat goed en nuttig is’
Welke ongevraagde adviezen heeft u al gegeven, aan het kabinet en aan anderen?
‘Ik heb adviezen gepubliceerd over de contouren van het nationaal actieprogramma en over de verplichtstelling van vertrouwenspersonen. Niet alle ongevraagde adviezen worden gepubliceerd, ik heb natuurlijk ook allerlei gesprekken waarin ik advies geef. Ook heb ik een aantal adviezen gepubliceerd die mij gevraagd zijn door de ministeries, zoals over het meldpunt Mores en over het uiteindelijke actieprogramma. En een belangrijk advies is zoals gezegd de Handreiking aanpak meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Daarin richt ik me niet tot de overheid, maar tot organisaties. Om duidelijk te maken wat nodig is om een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag goed op te volgen.’
U zei eerder: ‘Een probleem aanpakken dat zo structureel onderdeel is van onze manier van leven kan de overheid uiteraard niet alleen, dat vraagt iets van de hele samenleving, van ons allemaal. Het kabinet zet hier in het actieprogramma dan ook op in, en juist in het verbinden van overheid en samenleving bij dit gezamenlijke doel zie ik mijn rol.’ Hoe verbindt u overheid en samenleving?
‘Door veel het land in te gaan, samen met mijn team. Door coalities te smeden, al kost dat tijd. En ook door in verdiepingssessies allerlei mensen uit te nodigen om met ons mee te denken. Bijvoorbeeld over de rol van taal bij seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksisme, of over normen en waarden. Dan brengen we taalexperts in contact met
bijvoorbeeld hulpverleners, beleidsmedewerkers of experts op het gebied van seksueel geweld of seksueel welzijn.’
U had het eerder over ‘inhoudelijk, doelgericht en efficiënt’ samenwerken tussen alle betrokken ministeries, andere overheidsinstanties en maatschappelijke sectoren en uitvoerenden. Vertel! Heeft u een gouden tip om dit werkbaar te maken?
‘Dit is inderdaad een taai vraagstuk, maar noodzakelijk als we iets willen veranderen. Met de ministeries en met externe partijen zijn we na publicatie van het nationaal actieprogramma hiermee aan de slag gegaan. Ik heb goede hoop dat we met alle energie en betrokkenheid die er is, de komende periode goede manieren zullen vinden om efficiënt samen resultaten te behalen. Dus, nog even geduld!’
‘Ook werken we aan een coalitie met studenten - ook op studentenverenigingen is sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag’
Tot slot: wat zit er in de pijplijn voor de komende tijd? Hoe staat het bijvoorbeeld met het vormgeven van heldere procedures rondom de omgang met meldingen en het onderzoek dat daarop volgt? Of een wettelijk verplichte onafhankelijke vertrouwenspersoon en een onderzoeksraad voor sociale veiligheid?
‘Die onderzoeksraad voor sociale veiligheid zijn we niet vergeten! We zien dat er bij heel veel organisaties behoefte is aan kennis: een plek om heen te gaan waar ze geholpen kunnen worden. Het is een van de dingen die we in ons achterhoofd houden voor volgende adviezen. Nog niets iets waarvan ik nu zeg: dit moet er snel komen.’
‘Op de Handreiking voor bedrijven zal een kader voor goed onderzoek volgen. Ook werken we aan een coalitie met studenten, omdat ook op studentenverenigingen sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag. We werken daarnaast aan nieuwe afleveringen van de podcast Alles op Tafel, die ik maak samen met Sahil Amar Aïssa. En we breiden ons netwerk van ambassadeurs uit. Kortom: je blijft van ons horen!’