Autovrije wijk midden in de stad: ‘Met een andere mind-set kan het’
‘De straat is er om te leven, niet voor het stallen van fietsen en auto’s.’ Dat is het uitgangspunt van één van de grootste binnenstedelijke autovrije wijken van Nederland die midden in de stad Utrecht komt te liggen. Hoe heeft de gemeente dat aangepakt? Samen met tien andere private grondeigenaren, stedenbouwkundig bureau BURA, landschapsarchitecten en een innovatielab worden de plannen voor deze wijk vormgegeven. Volgend jaar moeten de eerste stenen worden gelegd.
|
Groeien zonder betonnen flats
Utrecht is één van de snelst groeiende steden van Nederland met bijna 455.000 inwoners in 2040. De stad heeft als ambitie om voor al deze bewoners een fijne en gezonde woonomgeving te creëren.
Waar de gemeente in eerste instantie investeerde in ruimtelijke groei buiten de stad, door industrie- en agrarische gebieden te vervangen door woningbouw, focust de ruimtelijke strategie van de gemeente nu op binnenstedelijke groei. Wat is er mogelijk binnen de stadsgrenzen? En hoe zorg je ervoor dat bewoners niet in hoge, betonnen gebouwen komen te wonen zonder genoeg ruimte voor groen op straat? En hoe houd je de biodiversiteit op peil en de energievoorziening zo groen mogelijk? De gloednieuwe stadswijk Merwede lijkt hierop het antwoord.
Gezonde groene groei
De bouw van de wijk Merwede moet nog starten, maar op papier ziet het er al geslaagd uit. Het plan voor de wijk lijkt rekening te houden met al het bovenstaande: duurzame energie, circulair bouwen, social design en gezond stedelijk leven. Er is op een relatief klein oppervlakte ruimte voor 6.000 woningen. De gebouwen verschillen in hoogte om een eenzijdig landschap te voorkomen en er is ruimte voor groen, veel groen. Zowel op de daken als in de binnentuinen en langs het water van het Merwedekanaal.
Daarnaast wordt er rekening gehouden met een duurzame energievoorziening: de helft van het oppervlak van alle daken zal bestaan uit zonnepanelen, de andere helft is groen. Ook komt er een groot ondergronds warmte-koude-opslagsysteem (WKO) die in de top drie van grootste WKO’s van Nederland komt te staan.
Maar bovenal: de wijk is autovrij. Dus geen ronkende uitlaatgassen, files en parkeerproblemen meer. Merwede is ontworpen aan de hand van het zogenaamde ‘STOMP’ principe. ‘Eerst stappen, dan trappen en openbaar vervoer. Daarna MaaS, dat staat voor Mobility as a Service, ofwel deelmobiliteit. En tot slot privé, waar auto’s en parkeren onder valt,’ vertelt projectmanager Niel Glas. Glas is sinds vijf jaar betrokken vanuit de gemeente Utrecht bij de ontwikkeling van Merwede. ‘We blijven als stad groeien. Dit willen we op een gezonde manier doen.’
‘Het was fijn om met zoveel kennis aan tafel te zitten. We hebben als gemeente veel ambities, samen kunnen we goed inschatten wat wel en niet haalbaar is.’
Groene stadswijk
De wijk onderscheidt zich niet alleen van andere stadswijken door het autovrije karakter, de ontwikkeling was ook een bijzonder proces. De gemeente is namelijk niet als enige betrokken bij het ontwerpen van deze buurt. De grond is ook in eigendom van tien private eigenaren. Deze ontwikkelaars werken samen met de gemeente om van Merwede die groene wijk midden in de stad te maken.
‘We hebben samen met de andere eigenaren gewerkt aan het stedenbouwkundig plan en een samenwerkingsovereenkomst,’ vervolgt Glas. Normaal gesproken is de gemeente alleen of met minder partijen verantwoordelijk voor zo’n plan. ‘Het was fijn om met zoveel kennis aan tafel te zitten. We hebben als gemeente veel ambities, samen kunnen we goed inschatten wat wel en niet haalbaar is. Sommige van de eigenaren hebben al meer ervaring met dit soort complexe en innovatieve projecten, dus het is fijn dat we gebruik kunnen maken van hun kennis.’
Samenwerken met zo’n grote groep vraagt daarnaast ook geduld. ‘Het heeft het proces ook zeker vertraagd. Ik zeg altijd: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.’
‘We waren een soort smeermiddel tussen de partijen’
Een belangrijke spil in de samenwerking is BURA: een bureau voor stedenbouw, ontwerpend onderzoek en (landschap)architectuur. ‘Merwede voelt een beetje als mijn kindje. Al zo lang als ons bureau bestaat, werken we zo ongeveer aan dit grote project,’ vertelt Marco Broekman. Het project loopt inmiddels zeven jaar en Broekman was vanaf dag één betrokken.
Broekman beschrijft zijn rol als supervisor. Naast de ontwikkeling van het stedenbouwkundig plan, begeleidt hij de architecten die plannen aan het uitwerken zijn. ‘Het is deels een inspiratierol en deels moet ik ervoor waken dat de kwaliteit zoals afgesproken, behouden kan blijven.’ Deze supervisie vindt eens per twee weken plaats. Dan komen architecten en ontwikkelende partijen op “bezoek” om de lopende plannen voor te leggen en mogelijke uitdagingen te bespreken.
Tijdens de ontwikkeling van het stedenbouwkundig plan en de samenwerkingsovereenkomst kwamen de partijen ook meermaals samen voor een ‘tweedaagse,’ vertelt Broekman. ‘We kwamen samen in een hotel om keuzes te maken en knopen door te hakken. Dat was goed voor de teamspirit, maar het knalde soms ook, omdat belangen soms ook tegengesteld waren.’
Onderkennen dat dat zo is, is volgens Broekman één van de manieren om ermee om te gaan. ‘Het was voor mij soms lastig omdat ik door zowel de gemeente als de private eigenaren ingehuurd werd. Ik moest met de ambities van beide partijen rekening houden. Maar daardoor had ik wel een onafhankelijke positie. We fungeerden ook als een soort smeermiddel tussen de partijen.’
Met een VR bril het gesprek aan gaan
De afstemming van de plannen gaat verder dan alleen met de gemeente en grondeigenaren. De ambities van Merwede hebben ook invloed op de omwonenden. Want wat betekent het als er op een klein stukje oppervlak opeens duizenden bewoners bijkomen? En die bewoners beschikken dan niet over een auto, maar wel over een fiets.
‘De fietsdrukte was iets waar veel omwonenden zich begrijpelijk zorgen over maakten. We hebben een aantal stadgesprekken gevoerd met de bewoners van de omliggende wijken. Hier hebben we onze voorlopige plannen gepresenteerd en besproken,’ vertelt Glas.
‘We hebben in die gesprekken ook meningen van omwonenden opgehaald. We hadden bijvoorbeeld in eerste instantie een plan om vijf nieuwe bruggen te bouwen in de gehele Merwedekanaalzone. Daar kwam een hoop weerstand op. Woonbootbewoners hebben zich hier over uitgesproken. Dan moet je compromissen sluiten. We zijn toen tot een akkoord van twee bruggen gekomen. Maar je kan niet iedereen tevreden houden.’
Omdat de plannen alleen nog op papier bestaan, is het voor omwonenden moeilijk om zich er iets bij voor te stellen. Broekman heeft de omwonenden met een 3D-model en VR-bril laten zien hoe de wijk eruit komt te zien. ‘Het waren soms pittige gesprekken met de omwonenden. Door ze te laten beleven hoe hun uitzicht eruit komt te zien, werd het tastbaarder voor hen en konden we er op een andere manier over in gesprek gaan.’
Een glijbaan in de fietsenstalling
De ambities zijn, zoals gezegd, groot. Merwede innoveert op veel vlakken. ‘Duurzame energie, circulair bouwen, social design en gezond stedelijk leven zijn de vier thema’s die centraal staan in het plan,’ vertelt Mirjam Schmull. Zij is sinds 2021 programmanager bij innovatielab van Merwede: Merwede LAB. Om de innovatie op deze vier thema’s zo goed mogelijk te waarborgen in de plannen, is dit lab in het leven geroepen. ‘Tussen de gemeente en de private partijen zijn er veel afspraken gemaakt over bijvoorbeeld duurzaamheid en het aantal woningen. Om te zorgen dat de innovatie in de plannen niet stilstaat, zijn wij er.’
Bij elke tussenfase van de ontwikkeling van de ontwerpen, wordt er ook een innovatiesessie georganiseerd. ‘In die sessie kijken we welke kansen er liggen met betrekking tot het ontwerp en welke innovaties we al kunnen verzilveren. Zo helpen we de ontwikkelaars te innoveren.’
‘Het unieke van het lab is dat we onafhankelijk zijn. We zorgen voor ruimte om te innoveren: door te verbinden met experts en innovators uit de markt. Of met kenniscentra. Net wat nodig is om de plannen nog beter te maken.’
Zo wordt er bij het ontwerp van de fietsenstalling – die in de autovrije wijk een prominente plek krijgt – rekening mee gehouden dat het ook een fijne plek voor ontmoeting moet zijn. ‘Denk aan een lichte ruimte waar we functies combineren. Er is bijvoorbeeld ook een speelplek voor kinderen en er is een hoekje ontworpen waar je gereedschap kan lenen,’ vertelt Schmull. Dit draagt bij aan het deeleconomieprincipe en ontmoeting tussen bewoners.
‘Als je niet uitgaat van het gebruik van een auto, denk je over alternatieven na en krijg je al snel innovatieve plannen.’
De lucht in en auto’s eruit
Wat er in Utrecht gebeurt, is uniek. ‘Er komen hier bijna wekelijks andere gemeenten langs die benieuwd zijn hoe we dit aanpakken,’ vertelt Glas. ‘Ik begin zo’n gesprek altijd over de verandering van mind-set. Alleen dan werkt het. Als je niet uitgaat van het gebruik van een auto, denk je over alternatieven na en krijg je al snel innovatieve plannen.’
‘Als we een substantiële bijdrage willen leveren aan de woonvraag binnen de grenzen van de stad, moeten we anders naar onze straten kijken. Een hoge dichtheid realiseren kan alleen in een echt groene omgeving. Zonder auto's en met veel aandacht voor sociale verbinding. Ik heb er zeker heel veel vertrouwen in, en er is geen andere oplossing,’ besluit Schmull.
Volgend jaar worden hopelijk de eerste stenen gelegd. Glas: ‘Ik heb vertrouwen dat het goed komt met Merwede! Ik denk dat het voor veel mensen lastig voor te stellen is, maar als het eenmaal staat, ziet iedereen de waarde en wil niemand meer anders. De straat zou voor leven moeten zijn, niet voor het stallen van fietsen en auto's.’