Een app voor woongeluk: ‘Wij zitten buiten de witte jassen-cultuur’
Hoe bereik je als overheidsinstelling inwoners vanaf 50 jaar? Door dorpsgenoten op te leiden tot wooncoaches, die via een app met deze inwoners in gesprek gaan over hun woongeluk. Ofwel: de domeinoverstijgende en regionale aanpak van de gemeenten Berkelland, Oude IJsselstreek, Aalten, Agem Energieloket en ledenvereniging Kruiswerk Achterhoek en Liemers. ‘Nu nadenken over later.’
Samen met ledenvereniging Kruiswerk Achterhoek en Liemers, Agem Energieloket en andere gemeenten organiseert de gemeente Berkelland het programma ‘Heerlijk thuis in huis’, mede mogelijk gemaakt door financiering van regio Achterhoek. Vrijwillige wooncoaches, inwoners die een training hebben gevolgd, gaan thuis in gesprek met andere inwoners. Met behulp van een app stelt de wooncoach allerlei vragen die te maken hebben met veilig, duurzaam en comfortabel langer zelfstandig wonen.
Iedereen die 50 jaar of ouder is en een huis bezit, krijgt een uitnodiging van de gemeente Berkelland voor een kosteloos en vrijblijvend ‘woongelukgesprek’. ‘Het gesprek gaat over vragen als: wat zijn je wensen voor de toekomst? Hoe denk je over verduurzaming?’ legt Arjen van Gijssel, wethouder wonen in Berkelland, uit.
Het gespreksverslag wordt via de app verwerkt. De inwoner krijgt na het gesprek een mooi rapport. Als een inwoner aangeeft met duurzaamheid aan de slag te willen, krijgt die concreet advies en tips via het gespreksverslag. En als iemand kleiner wil wonen, wordt diegene doorverwezen, bijvoorbeeld naar een lokale woningcorporatie.
‘Het is een centrale interventie’, vertelt Van Gijssel. ‘Het is een tipgever over alles wat er in overheidsland en daarbuiten beschikbaar is op het thema ‘mooi ouder worden’. Denk aan bepaalde subsidies, maar ook aan rookmelders of de energiecoach.’
‘Wij zien dat veel inwoners niet meteen weten waar ze moeten zijn of hulp durven te vragen’
Voor mekaar
In de gemeente Berkelland doen ze dat sowieso al, want daarvoor is het ‘Voor mekaar team.’ Dat is één loket voor het hele sociale domein: van Wmo, schuldhulpverlening tot jeugdzorg. Het team doet keukentafelgesprekken en verwijst daarna, als dat nodig is, door naar passende hulp of ondersteuning.
Toch is het nog niet altijd makkelijk om iedereen te bereiken. Zo heeft 27 procent van alle rechthebbenden de energietoeslag van 1300 euro nog niet aangevraagd, vertelt Van Gijssel. Via de woongelukgesprekken hopen ze mensen ook daarop te wijzen.
Hoge drempel
Jeanette Mertens werkt bij ledenvereniging Kruiswerk Achterhoek en Liemers. Het programma ‘Heerlijk thuis in huis’ is een initiatief van haar organisatie. ‘Wij zitten heel dicht op de inwoners’, vertelt Mertens, ‘we zitten buiten de witte jassen-cultuur.’
‘Wij zien dat veel inwoners niet meteen weten waar ze moeten zijn. Je ziet dat onder andere bij mantelzorg. Wanneer geef je aan dat je hulp nodig hebt? Als mensen dat gaan doen, zijn ze soms al overbelast.’
‘Soms is de vraag stellen of formuleren al een hele opgave. Door het woongelukgesprek denken inwoners na over later. En kunnen zij zelf en met een beetje hulp beter op toekomstige hulpvragen anticiperen.’
‘Dit is juist een project waarin het praten met iemand uit je dorp prettig is, omdat zo iemand nabij voelt’
Samenwerken met de gemeente
Mertens’ collega’s merkten dat er behoefte was aan een initiatief om de drempel te verlagen en de doorverwijzing makkelijker te maken. In gesprek met de gemeente Berkelland, Energieloket Agem en wooncorporatie ProWonen kwamen ze een aantal jaren geleden tot het programma ‘Heerlijk thuis in huis’.
Mertens: ‘Wat ik bijzonder vond is dat we gelijkwaardig aan tafel zaten.’
Om de verschillende belangen te overstijgen, was wederzijds respect voor eenieders belang cruciaal, zegt Mertens. ‘Open en eerlijk met elkaar zijn, ook over financiering, bemensing, wie doet wat. We hebben goede afspraken kunnen maken met elkaar. Dat is elke keer weer belangrijk, omdat je domeinoverstijgend samenwerkt.’
Van inwoner tot inwoner
Waarom is er gekozen voor de aanpak die er nu ligt? Inwoners voeren zelf de gesprekken met andere inwoners. Vrijwilligers worden opgeleid tot wooncoaches. ‘Omdat het dichtbij is, kiezen we daarvoor’, licht Mertens toe.
‘Dit is juist een project waarin het praten met iemand uit je dorp prettig is, omdat zo iemand nabij voelt. Het zijn niet altijd makkelijke gesprekken, weten we uit ervaring. Het is heel persoonlijk, daarom vinden we dat je die gesprekken zorgvuldig moet invullen.’
Van Gijssel: ‘Bij de lancering kwam ik de oude wijkagent van Ruurlo tegen. Die was met pensioen, maar wilde toch iets voor de wijk blijven doen. Laatst heb ik hem opgebeld, het loopt goed, vertelde hij.’
De cijfers laten dat ook zien. Alle bewoners van 50 jaar en ouder worden uitgenodigd door de gemeente via een brief. Tien procent daarvan vraagt een gesprek aan, in de periode 2019-2020, toen het project alleen nog in Berkelland draaide. Ongeveer veertig procent daarvan wordt doorverwezen.
Wooncoaches bellen na een aantal weken om te vragen of de inwoner iets gehad heeft aan het gesprek en of ze actie hebben ondernomen. Een actie kan een doorverwijzing zijn, maar ook een concrete aanpassing die de inwoner zelf heeft geregeld. Maar het belangrijkste vinden Mertens en Van Gijssel de bewustwording die bij inwoners ontstaat. Enerzijds om na te denken over hun woonwensen, en anderzijds dat ze weten hoe gemeenten, provincie en andere organisaties kunnen helpen.
‘Door deze aanpak zetten we de juiste deuren voor inwoners open’, vat Mertens samen.