Waarom opvang van asielzoekers in Doetinchem wél lukt
In het Achterhoekse Doetinchem staat sinds de zomer een noodopvang voor vluchtelingen. Burgemeester Mark Boumans zou nóg liever een permanent asielzoekerscentrum (azc) in Doetinchem zien. Daarover voert hij gesprekken met het rijk. Hoe verloopt dat contact? ‘Het gesprek is heel constructief en open, maar omdat wij iets willen wat niet gangbaar is, kost het meer tijd.’
Tijdelijke noodopvang
Toen de situatie voor asielzoekers bij aanmeldcentrum Ter Apel dit voorjaar uit de hand liep, sprongen de veiligheidsregio's in. Zij maakten afspraken over het realiseren van noodopvang, zodat het overvolle Ter Apel ontlast zou worden.
Ook Doetinchem deed mee. Zij realiseerden 225 plekken.
Dat was ‘best een hele klus', vertelt burgemeester Mark Boumans. Er bleek geen gebouw in de gemeente meer leeg te staan, vanwege de opvang van 200 Oekraïense vluchtelingen. Daarom bouwden ze een tijdelijke voorziening, geïnspireerd op die van de gemeente Maashorst.
Boumans: ‘Het gaat eigenlijk heel goed. De sfeer in de opvang is goed, en daarbuiten ook. Er is veel steun uit de omgeving; mensen willen helpen en brengen spulletjes. Ook hebben we cursussen en dagbesteding georganiseerd met professionals en vrijwilligers. Daarnaast is het onderwijs geregeld voor alle kinderen.’
Hoe kan dat? Waarom zorgt de noodopvang in Doetinchem voor weinig overlast en gedoe? Boumans aarzelt even, vindt het moeilijk vast te stellen. ‘Het heeft wel degelijk geholpen dat ik zonder twijfels heb gezegd dat we dit gaan doen. Op een humane manier, die ook voor de omgeving te dragen is. We hebben een open dag gehouden, iedereen goed geïnformeerd. Er is echt weleens iemand niet blij, maar grosso modo gaat het goed.’
‘Azc’s lijken soms wel gevangenissen; wij willen een azc met een vriendelijke uitstraling, wij denken dat mensen daar beter op hun plek zijn en dat er dan minder gedoe zal zijn rond het azc’
Gesprekken met het COA
Begin november heeft de gemeente de noodopvang geëvalueerd en het rijk aangeboden om de opvang een half jaar langer open te laten. Daar verbindt de gemeente wel twee voorwaarden aan. Ze willen dat de kosten door het rijk vergoed blijven worden. En ze willen zelf de regie houden.
Boumans: ‘Dat laatste is spannend, want het lijkt er nu op dat COA vanaf 1 april de verantwoordelijke wordt van alle opvangcentra, terwijl wij de regie tot en met de sluitdatum, 1 juli 2023, willen behouden.’
Het rijk heeft dat nog niet toegezegd, daarover moet hij het gesprek met COA en het rijk nog voeren, aldus Boumans.
Waarom wil hij de regie houden? ‘Ik heb de buurt beloofd dat ik verantwoordelijk ben. Ik heb die bevoegdheid, dus ik kan die verantwoordelijkheid ook dragen. Als er iets niet goed gaat, ben ik aanspreekbaar en kan ik er iets aan doen. Als ik na 1 april de bevoegdheid niet meer heb, kan ik ook niet verantwoordelijk zijn. Mijn zorg is dat het lokale aanspreekpunt verdwijnt.’
Wat verwacht hij van die gesprekken? ‘Ik hoop dat het COA het oké vindt. Tegelijkertijd is de samenwerking heel goed. Formeel gezien is het COA ook al verantwoordelijk voor de minderjarige asielzoekers die wij opvangen. We hebben dus veel contact met hen, en dat contact is heel positief. Maar we moeten in gesprek blijven, ook over een permanent azc.’
‘Door de ellende is er ruimte om het gesprek aan te gaan’
Gemeenschappelijk belang
Het bestuurlijke lef dat Boumans toont, is bijzonder, zijn houding lijkt kenmerkend voor de Achterhoekse manier van samenwerken. Het gemeenschappelijk belang staat voorop.
Boumans: ‘Wij hebben echt de overtuiging dat je verantwoordelijk bent met elkaar. Ik vind het teleurstellend dat de asielwet nodig is, ik vind dat we als gemeenten allemaal de lasten eerlijk moeten willen delen met elkaar. Je kunt hele discussies voeren over strengere of soepelere toelating tot Nederland, maar als asielzoekers hier eenmaal zijn, moet je hen op een humane manier behandelen. Als je de opvang eerlijk verdeelt, is het voor iedereen prima te doen.’
‘Onze gesprekken zijn heel constructief en open, maar omdat wij iets willen wat niet gangbaar is, kost het meer tijd’
Gesprekken over een permanent azc
Wat betreft die verdeling neemt Doetinchem een interessant en vernieuwend standpunt in: zij willen verantwoordelijkheid nemen bij het opvangvraagstuk, maar zij willen dan wel dat er een centrum komt dat past bij de aard en schaal van hun gemeente.
‘Waarom niet 75 mensen in Tubbergen opvangen?’ oppert Boumans. ‘In Duitsland zie je ook een verdeling naar rato. Voor zover ik meekrijg, is daar ook minder gedoe rondom azc’s.’
Hij vertelt dat, wil er een eerlijke verdeling tussen gemeentes komen, kleinschaligheid mogelijk moet zijn, . Passend bij het aantal inwoners van Doetinchem vindt Boumans 150-225 mensen.
‘Dat kunnen wij op een goede manier in onze stad en gemeente een plek laten vinden. Met draagvlak, zonder gedoe.’
Toch heeft kleinschalige opvang een keerzijde: het is duurder dan de realisatie van een grootschalig azc. Boumans wijst daarom op de kosten van disfunctionerende azc's.
‘Je kunt je afvragen of het niet verstandiger is om kleinschalig te werken. Door preventief daarin te investeren, heb je aan de achterkant minder kosten.’
Daarover voert de gemeente het gesprek op alle niveaus met het COA. Met de raad van bestuur, de regiomanagers en de afdeling huisvesting en vastgoed. ‘In onze organisatie hebben we een team dat zich alleen nog maar bezighoudt met huisvesting van Oekraïners, asielzoekers en statushouders. Het is best een forse vraag voor ons', aldus Boumans. ‘Ook bestuurlijk. Ik zit om tafel met Joerie Kapteijns [bestuurslid COA, red.].’
‘Wij willen het azc niet wegstoppen op een weiland ergens veraf, maar integreren in ons stedelijk weefsel’
Crisis zorgt voor ruimte
Paradoxaal genoeg verlopen de gesprekken door de stroeve landelijke samenwerking juist goed. Boumans: ‘Ik merk bij het COA echt bereidheid om dit te doen. Door de ellende is er ruimte om dit gesprek aan te gaan. Toen we hiermee 1,5 jaar geleden begonnen, was het moeilijk.’
‘Eerder wilde het COA ook meedenken met onze plannen, maar zij werden geremd door het kerndepartement [JenV, red.], dat hen financieel stuurt. Vanuit Den Haag ervaren zij nu meer ruimte om het gesprek te voeren. Wat ook helpt is dat de VNG door al het gedoe nu ook zegt dat de kleinschalige aanpak de goede is. De VNG zet daar dan druk op bij het rijk, waardoor onze gesprekken ook makkelijker worden.’
‘We denken dat we op niet al te lange termijn de knoop kunnen doorhakken over wat we gaan doen.’
Constructief en open
Waarom duurt het dan toch lang om een knoop door te hakken? Boumans: ‘Het gesprek is heel constructief en open, maar omdat wij iets willen wat niet gangbaar is, kost het meer tijd. We willen niet alleen een kleinschaliger azc, we willen het azc ook koppelen aan een woonvorm voor andere woningzoekenden.’
‘Azc's lijken soms op gevangenissen, wij willen een azc met een vriendelijke uitstraling. Wij denken dat mensen daar beter op hun plek zijn, zich prettiger voelen en dat er daardoor ook minder gedoe is rond een azc. Wij willen het niet wegstoppen op een weiland ergens veraf, maar willen het integreren in ons stedelijk weefsel.’
De gemeente kijkt nu hoe ze dat het beste kunnen aanpakken, welke samenstelling ze willen kiezen. Een mix van verschillende groepen mensen heeft de voorkeur. ‘Vanuit ervaring weten we dat de mix van mensen – wel en niet hoog opgeleid, arm en rijk, wel en niet werkend, jong en oud – ook bepaalt hoe leefbaar de buurt of de wijk is. Voor de integratie van deze groep is dat belangrijk.’
Als de gemeente daarover een beslissing heeft genomen, gaat Doetinchem een locatie bouwen. Dat zal zo'n twee jaar duren, verwacht Boumans. ‘We zijn bereid om tussen de aflooptijd van de crisisopvang en de opbouw van het permanente azc ook asielzoekers op te vangen.’
‘We hebben ruim een half jaar om het gesprek met het rijk te voeren over wat we met de tussenliggende periode gaan doen. Onze deur staat open.’