Hoe kom je van pilot tot opgeschaald succes? ‘Wij zijn de taal van de overheden gaan spreken’
‘Je moet begrijpen hoe het werkt voor een ambtenaar.’ Sea Ranger Service-oprichter Wietse van der Werf wéét waarom hij al drie jaar succesvolle pilots draait met vijf verschillende rijksdiensten. Die samenwerkingen worden nu structureel van aard. Bij Overheid van Nu breken we ons hoofd er regelmatig over: hoe kom je voorbij de pilotfase? Samen met directeur Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed Barbara Siregar vertelt Van der Werf hoe zij voorbij die fase kwamen.
In 1 minuut
|
Boswachters van de zee
‘Als het gaat om de zee en het natuurbehoud, kan het jaren duren voordat je de daadwerkelijke impact ziet van een beleidswijziging. Ik heb soms een afkeer tegen het feit dat we simpel denken en snel verandering willen zien. Als de politiek het beleid aanpast of een wetswijziging doorvoert, lijken mensen te denken dat de verandering al is bewerkstelligd.’
Aan het woord is Wietse van der Werf, oprichter en directeur van de Sea Ranger Service, de ‘boswachters van de zee.’
‘Ik miste een soort zeewachters die de zee beheren. Veel biodiversiteit in Nederland is onder water, want het grootste Nederlandse natuurgebied is de Noordzee. Daarom richtte ik de Sea Ranger Service op: een sociale onderneming die jonge mensen aan het werk helpt als Sea Ranger.’
Sea Rangers gaan de zee op om bijvoorbeeld de waterkwaliteit en plasticvervuiling te onderzoeken en monitoren en om zeegebieden, bijvoorbeeld die begroeid zijn met zeegrassen, te restaureren en behouden. Dat doen ze met zeilende werkschepen, die emissievrij zijn.
Met vijf rijksdiensten is Van der Werf sinds 2018 pilots begonnen, die nu allemaal een vervolg krijgen. De samenwerking met de Sea Rangers wordt daarmee structureler van aard.
‘Soms moet je echt engelengeduld hebben. Maar dan zie ik ook dat we succes hebben. Dan denk ik: wow. Als het zo gaat, dan wacht ik nog wel even.’
Begrip voor elkaar
Van der Werf steekt van wal: ‘Ons succes ligt er deels in dat wij zelf niets publiceren over onze samenwerkingen met de overheid.’
‘We bouwen vertrouwen op en je moet van elkaar begrijpen waar de gevoeligheden zitten. Als het gaat om monitoring op zee, dan moet niet het beeld ontstaan dat daar allerlei externe clubjes bij betrokken zijn. Wij hebben het geluk dat we aan die taak toch een bescheiden bijdrage mogen leveren.’
Barbara Siregar, directeur Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed, vult aan: ‘Je moet niet in elkaars bevoegdheden treden. Wij houden als overheid onze taak van handhaving op zee, met de Sea Rangers werken we samen zodat we onze taak beter kunnen uitvoeren.’
‘In onze samenwerking hebben we altijd scherp gehouden wat ieders rol is. De Sea Rangers zijn ons extra paar ogen op zee, zij doen waarnemingen, maar wij beoordelen die waarnemingen.’
‘Ik kan me voorstellen dat Sea Rangers het soms frustrerend vinden dat zij een waarneming melden waar geen opvolging aan wordt gegeven. Waarom doe je die waarneming dan? Toch kunnen wij niet altijd een terugkoppeling geven.’
‘Door dat te bespreken en toe te lichten bouw je begrip voor elkaars positie op. Wietse kan dat goed vertalen naar de jongeren.’
‘Sowieso was het voor ons belangrijk om elkaar te leren kennen en goed te luisteren naar elkaar. Waarom zit jij er zo in, wat is voor jou belangrijk? Echt oprecht geïnteresseerd zijn in wat de ander doet. Dan weet je hoe de andere partij werkt en bouw je vertrouwen op.’
Engelengeduld
Van der Werf: ‘Voor ons is het belangrijk om te begrijpen met welke kaders ambtenaren te maken hebben. Wij klopten aan met de boodschap “wij hebben een heel goed idee, namelijk een Sea Rangers dienst”. Toen zeiden ambtenaren: “oké, leuk idee, wie heeft jullie gevraagd dat te starten?” Dan moesten wij zeggen: niemand. De minister steunt het wel, maar er is nog geen beleid, er is geen budget voor, er is helemaal niks.’
‘We moeten het dus hebben van de bereidheid en het enthousiasme van ambtenaren die hun nek voor ons willen uitsteken. Maar dan moet het ook duidelijk zijn dat wij daarop vertrouwen. Dus als een ambtenaar aangeeft dat het bijvoorbeeld lastig is om het budget rond te krijgen dat jaar, dan wachten we. Dan gaan we niet via een Tweede kamerlid toch iets proberen te doen of druk op te voeren.’
Hij verzucht: ‘Soms moet je echt engelengeduld hebben. En langetermijnperspectief. Maar dan zie ik ook dat er best wel veel dingen veranderen en dat we succes hebben. Dan denk ik: wow. Als het zo gaat, dan wacht ik nog wel even.’
‘Een pilot is een mooie manier: je start klein en je evalueert. Je kan ergens heel veel woorden aan wijden, maar dan weet je nog niks.’
Een toevallige ontmoeting
‘Ik zat een rij achter Wietse op een netwerkcongres over toezicht. We stelden ons aan elkaar voor en toen hoorde ik de term Sea Rangers. Ik dacht: wat doen die nou?’
Siregar weet nog goed hoe ze Van der Werf ontmoette.
‘Wietse gaf aan dat hij heel erg geïnteresseerd is in de bescherming van het maritieme erfgoed. Op dat moment spitste ik mijn oren, want dat belang hebben wij ook.’
Van der Werf en Siregar spraken af om een verkennend gesprek te voeren. Kunnen we iets voor elkaar betekenen?
Pilot Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed & Sea Ranger ServiceIn 2016 is de Erfgoedwet van kracht geworden. Allerlei historische scheepswrakken die in de Noordzee op de bodem liggen worden door deze wet beschermd. Toch verdwijnt een deel van deze gezamenlijke nationale historie via zwarte handel in privécollecties. De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed is verantwoordelijk voor het handhaven van de erfgoedwet en het tegengaan van illegaal bergen. Siregar: ‘Voor mij was het dilemma om het toezicht daarop te organiseren met het beperkte budget dat ik had.’ Door het toepassen van satelliettechnologie en de aanwezigheid van Sea Rangers in de gebieden van scheepswrakken, is het de Sea Ranger Service gelukt om een semipermanente monitoringscapaciteit op te zetten. Op basis van de informatie die de Sea Rangers zo inwinnen, doen zij waardevolle meldingen over activiteiten rondom de beschermde gebieden aan de Inspectie. Van der Werf: ‘Deze samenwerking past niet precies bij onze missie van willen zorgen voor duurzaam natuurbeheer van de zee, maar het past wel bij onze wens om zorg te dragen voor het cultureel en natuurerfgoed op zee. Dus dat trekken we iets breder. Daarmee kunnen we wel verschil maken voor een overheid. Ook met beperkte middelen kun je impact bereiken.’ |
‘Toen we begonnen had ik niet echt een duidelijk idee waar het op uit zou komen,’ zegt Siregar erover.
‘Laten we het maar beproeven, dacht ik. Dan is een pilot een mooie manier: je start klein en je gaat evalueren. Je kan ergens heel veel woorden aan wijden, maar dan weet je nog niks.’
Toch zou Siregar niet met elke willekeurige ondernemer in zee zijn gegaan: ‘Wat zeker heeft meegespeeld in de afweging is de sociale kant van de onderneming. Sea Ranger Service is geen willekeurige marktpartij. Ze hebben geen winstoogmerk, ze zijn een partij met ideële insteek.’
‘Daarnaast hadden zij voor mij een gunfactor: ik wilde de Sea Rangers een kans geven.’
‘Je moet ervoor openstaan dat er weleens fouten worden gemaakt. Onze evaluaties zijn ook heel belangrijk geweest voor het succes.’
Successen boeken
In 2018 ging de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed een eerste eenjarige pilot aan met de Sea Ranger Service.
Welke successen hebben ze samen behaald?
‘Na een jaar hadden we een paginalange lijst met allerlei waarnemingen die Sea Rangers hebben gedaan,’ vertelt Van der Werf. ‘Uiteindelijk heb je een steeds grotere dataset, met bepaalde trends en activiteiten die opvallen. Daar komt hele concrete informatie uit. Ik vind het wel echt een succes dat dat is gelukt. De schaal waarop we die waarnemingen deden gaan we de komende twee jaar opschalen.’
Siregar: ‘Daarop voortbordurend: je bouwt een samenwerking op. Sea Rangers doen ook andere projecten en hebben andere ervaringen op zee. Dat geeft de gesprekken een mooie dynamiek. Vanuit die interactie kom je erachter wat interessant is om verder te verkennen. We gaan dus verder met de samenwerking zoals die nu is, maar staan ook open voor nieuwe inzichten.’
Van der Werf: ‘In het gesprek en in het verkennen ontdek je dingen die je aan het begin niet voor ogen had. Het is mooi dat je op die manier kan innoveren.’
Ook fouten vormen een onderdeel van het succes, aldus Siregar. ‘Het blijft mensenwerk, dus je moet ervoor openstaan dat er weleens fouten worden gemaakt. Onze evaluaties zijn ook heel belangrijk geweest voor het succes.’
‘Als overheid heb je beperkingen, dus je moet het hebben van slimme samenwerkingsverbanden. Je bent eigenlijk niet slim bezig als je er niet voor openstaat.’
Succesvol samenwerken met de overheid
Welke factoren spelen er nog meer een rol in het behalen van succes? ‘Ik geloof wel heel erg dat succesvol samenwerken met de overheid, even los van deze specifieke samenwerking, staat of valt met de personen die dat vormgeven,’ aldus Siregar.
‘We kennen allemaal voorbeelden van samenwerkingen die niet lopen. Dan klikt het gewoon niet, omdat er net twee mensen aan het roer staan die dat niet met elkaar kunnen vormgeven. Zo plat is het dan natuurlijk ook wel weer.’
Ze concludeert: ‘Het is vaak een combinatie van een zakelijke drive en een persoonlijke drive die maakt dat je openstaat voor een innovatie of iets gaan verkennen dat je niet eerder hebt gedaan. Ik heb bijvoorbeeld ook als onderwijsdirecteur gewerkt. En de Sea Ranger Service appelleert aan jongeren kansen geven. Dat raakt mij ook persoonlijk.’
Openstaan voor slimme samenwerkingen
Die avontuurlijke samenwerkingen horen steeds meer bij de overheid, denkt Siregar, zeker nu er zoveel dringende maatschappelijke opgaven zijn. Denk aan de transitie naar duurzaamheid. ‘Als overheid heb je beperkingen, dus je moet het ook hebben van slimme samenwerkingsverbanden.’
‘Je bent eigenlijk niet slim bezig als je er niet voor openstaat. Dat wil niet zeggen dat het altijd gaat lukken.’
Wat kan ervoor zorgen dat het wél lukt? Siregar: ‘Het verkennen wat je voor elkaar kan betekenen. Niet vanuit een blauwdruk maar met kleine stappen.’
‘Ik denk dat dit de kracht is van onze samenwerking: klein houden, concreet houden en elke keer evalueren. Dan bouw je iets op. Wat ook helpt is als je een succesje kunt laten zien, van iets wat je al gedaan hebt. Dan zingt het vanzelf wel rond. Dan word ik benaderd van, goh, wat doe jij met de Sea Rangers, hoe bevalt de samenwerking? Dan krijg je mond-tot-mondreclame.’
‘Veel partijen die wereld beter willen maken, gaan naar de politiek. Wij gaan naar uitvoerende kant, want daar kun je het echte verschil maken.’
De overheid als jungle
Hoe ziet Van der Werf dat? ‘Voor ons is het best avontuurlijk: de rijksoverheid is een enorme organisatie. Je zou bijna zeggen dat het een beetje een jungle is, je moet je weg wel weten te vinden.’
‘Praat met mensen die bij de overheid werken en zorg dat je een goede benadering zoekt. Veel partijen die de wereld beter willen maken, gaan naar de politiek. Wij gaan naar uitvoerende kant, want daar kun je het echte verschil maken.’
‘Daarbij is het belangrijk dat je op het hoogste niveau commitment krijgt, maar het is net zo belangrijk om ambtenaren en inspecteurs bewust te maken over wat je doet in zo’n pilot en waarom dat nut heeft. Daar moet je echt in investeren.’
Concreet maken
Heeft Van der Werf daar nog een bepaalde strategie voor?
‘Het is een kwestie van contact opnemen. Alle contactgegevens van mensen die bij de overheid werken staan op het internet. Je moet hen benaderen, heel scherp hebben wat je aanbiedt en wat je beoogt. Dat moet een consistent verhaal zijn.’
‘En dan moet je een lange adem hebben. Ambtenaren werken binnen een bepaalde structuur, geef hen tijd en vertrouwen om hun ding te doen en laat dat op z’n beloop gaan. En dan moet je, ook al is het op heel kleine manier, dat concreet proberen te maken, dat er een soort haakje of commitment is om iets te doen. En daarop voortbouwen.’