‘De Zeeuwen moesten van ver komen’ – hoe herstel je bestuurlijk vertrouwen na een gebroken belofte?
Op Valentijnsdag vorig jaar kreeg Zeeland te horen dat de marinierskazerne tóch niet naar Zeeland ging. Een kabinetsbesluit dat in de provincie insloeg als een bom. Om de relaties te herstellen kwam er een compensatiepakket: Wind in de Zeilen. Staatsecretaris Raymond Knops ging op bezoek in Zeeland om te kijken hoe het nu gaat. Overheid van Nu ging mee en sprak met de betrokkenen. Is het nog mogelijk om vertrouwen te herstellen na zo’n debacle?
24 juni vorig jaar. Dat was het moment waarop gedeputeerde Dick van der Velde recht in de ogen van staatsecretaris Raymond Knops keek en dacht: dit komt goed. Maar voor het zover het was, moest er heel wat gebeuren.
Een werkbezoek op 1.5 meter afstand
Eerst naar het werkbezoek van vandaag. Voor een werkbezoek op de fiets was er veel regen voorspeld. Zoveel dat de fietsen bijna waren afgezegd. Maar het viel mee; vlak voor de start brak de zon zelfs door.
Die start was bij ‘Innovatiepunt’ KAAP. Een grote loods waar praktijksituaties worden nagebootst om innovaties te ontwikkelen. Eyecatcher is de wiek van een oude windturbine. Daarop wordt onderzocht hoe deze met robots geïnspecteerd en onderhouden kan worden.
De staatssecretaris is echt “op bezoek”. Alles en iedereen beweegt om hem heen. Als hij wordt gebeld tijdens een verhaal, dan wordt er gewacht.
Hoe zat het ook alweer? In 2012 besloot de minister van Defensie de Nederlandse marinierskazerne te verplaatsen van Doorn naar Vlissingen. Na dit besluit ging de regio hard aan de slag met de voorbereidingen op de komst van marinierskazerne. Zo is onder andere land onteigend, zijn huizen gesloopt, een camping en een akkerbouwbedrijf verplaatst en wegen aangelegd. Daarnaast sloten de Zeeuwse overheden in de jaren vijf bestuursakkoorden met het rijk over de komst van de kazerne. Vorig jaar – acht jaar later – besloot staatssecretaris Barbara Visser van Defensie met het voornemen te breken. De mariniers verhuizen nu naar Nieuw-Milligen, bij Apeldoorn. |
Noem het gerust boosheid en frustratie
‘Jij noemt het een incident’, reageert de Vlissingse wethouder Albert Vader als we hem tijdens het bezoek vragen naar de marinierskazerne. ‘Maar voor ons was het dat niet. Voor ons was het een drama en een enorme teleurstelling.’
‘Wij vonden dat we besodemieterd werden. Letterlijk. Andere overheden wisten al dat er alternatieven werden gezocht. Wij hadden wel vermoedens, maar wisten het niet. Dat zet de verhouding tussen rijksoverheid en provinciale en gemeentelijke overheid behoorlijk op scherp.’
‘Als je het over één overheid hebt, dan was dat echt ver te zoeken. De rijksoverheid die belooft om de kazerne te bouwen in Vlissingen, uiteindelijk besluit om dat niet te doen en – achter je rug om – naar alternatieve locaties aan het zoeken is. Dan ben je niet betrouwbaar. Daar waren we heel erg boos over.’
Gedeputeerde Van der Velde sluit zich daarbij aan. ‘We waren erg verontwaardigd, en dat doet natuurlijk iets met het vertrouwen en dat doet ook iets met de samenwerking.’ Glimlachend: ‘Dat hebben we in de media ook niet onder stoelen of banken geschoven.’
Daar komt er weer een uit Den Haag
Vanuit Innovatiepunt KAAP vertrekken we naar het stationsgebied van Vlissingen, wat dé mobiliteitshub van de regio moet gaan worden. De bereikbaarheid van en naar de randstad wordt hierbij flink verbeterd.
Als we tussen de bedrijven door spreken over die beruchte Valentijnsdag, is de pijn en woede nog goed voelbaar. Toch kwam slechts vier maanden later het moment waarop Van der Velde staatsecretaris Knops in de ogen keek en wist dat het goed ging komen. Wat was daarvoor nodig?
Knops herinnert zich de eerste gesprekken over het compensatiepakket nog goed. ‘Ik ben er ingestapt toen de relatie op een dieptepunt was. De Zeeuwen waren in alle staten, en terecht. In het kader van de bestuurlijke verhoudingen is het natuurlijk dodelijk als je tien jaar lang met elkaar in gesprek bent en uiteindelijk leidt het tot niks.’
‘Tijdens de eerste bijeenkomsten kwam die frustratie er wel uit. Ik heb toen gezegd dat ik dat allemaal goed begreep, maar dat we toch moesten kijken hoe we dat om konden zetten naar positieve energie. Uiteindelijk was er van iedereen een constructieve houding. De Zeeuwen moesten van ver komen, want die hadden natuurlijk zoiets van: daar komt er weer eentje vanuit Den Haag.’
‘Wij wilden vooral serieus genomen worden’
Ook wethouder Vader benoemt de gesprekken over het compensatiepakket als kantelpunt. ‘Het vergt wel even wat schakelen om goed na te denken over zo’n compensatiepakket’, vertelt hij. ‘Maar zo’n pakket vormt zich. Ik zat bij elke bespreking en gaandeweg word je er enthousiast van.’
Gedeputeerde Van der Velde: ‘We hebben heel veel gesprekken gehad met deze staatsecretaris, die echt z’n uiterste best heeft gedaan om het onderlinge vertrouwen te herstellen. En dan kun je zeggen: dat ligt aan geld. Nou daar ligt het niet alleen aan. Het gaat ook voor een groot deel over of je elkaar begrijpt.’
‘Wij hadden vooral behoefte om serieus genomen te worden. Om ten eerste het gevoel te hebben dat wat met de kazerne is gebeurd niet nog eens gebeurt. En ten tweede om op een andere manier (dan de kazerne, red.) te zorgen dat Zeeland geen vergeten gebied wordt.’
Tempo en een frisse bemiddelaar
Vandaag in Vlissingen wordt er vooral vooruitgekeken. We fietsen gemoedelijk achter elkaar aan, door de zon en het Zeeuwse landschap. Cruciale factor voor het herstel van vertrouwen was volgens alle betrokkenen dat niet Defensie, maar het ministerie van BZK namens het rijk aan tafel schoof.
Vader: ‘Natuurlijk scheelt dat. Als de een iets heeft gedaan wat het vertrouwen schaadt, dan is dat altijd lastiger om te herstellen, dan wanneer je weer op nul begint.’
Knops: ‘Het was wel even nodig dat er iemand van buiten kwam. Ik geloof dat Defensie niet zo gewenst meer was.’
‘Wees gewoon eerlijk’
Volgens Vader is de belangrijkste les simpel. ‘Wees gewoon eerlijk. Tuurlijk hadden we ook dan moord en brand geschreeuwd. Alleen dan hadden we niet het gevoel gehad dat achter onze rug om – nota bene door de rijksoverheid – dingen bekonkeld werden, waar we als regio geen weet van hadden.’
Een andere belangrijke factor is de snelheid waarmee het compensatiepakket is rondgemaakt. Knops: ‘Een vertrouwensprobleem moet je snel oplossen. Dat kun je het best doen door snel concrete resultaten te halen. Als we daar weer een jaar voor genomen hadden, dan waren we misschien nu nog aan het praten geweest. Wie gelooft het dan nog?’
Hier gaat het gebeuren
Vier maanden waren er nodig om tot een compensatiepakket te komen. Uiteindelijk gaat het om de manier waarop je weer bij elkaar komt, stelt gedeputeerde Dick van der Velde.
‘Ik ben 30 jaar lang caféhouder geweest. Daardoor ben ik gewend om iemand in de ogen te kijken om te zien of die te vertrouwen is. ‘24 juni was het moment dat ik deze staatsecretaris recht in de ogen kon kijken en het gevoel had: volgens mij komt dit goed. Dan moet je niet meer alles tot twee cijfers achter de komma op papier willen hebben. Als je bij het zetten van de handtekening het gevoel hebt dat je die niet meer uit de kast hoeft te halen, is het goed.’
Ook Knops herinnert zich dat moment nog goed. ‘Ja zo ging het ook echt. Het was een van de laatste bijeenkomsten, hier in het provinciehuis. Het ging erom of er wel of geen deal zou komen. Het duurde en duurde maar. Over 95 procent waren we het eens en het ging nog over extra garanties voor Zeeland.’
‘Op een gegeven moment heb ik gezegd: dit is het; ik heb alles gedaan wat ik kan doen en nu moeten we vertrouwen in elkaar dat we het ook gaan doen. De gedeputeerde keek me toen aan en zei dat hij erop vertrouwde dat het weer goed ging komen.’
We eindigen het werkbezoek op een bijzondere plek. Achter ons liggen de haven, het stationsgebied en een deel van de Vlissingse industrie. Voor ons ligt de plek waar de kazerne had moeten komen en nu het Justitieel Complex Vlissingen komt. Daar tussenin staan wij. Naast de schapen die op de dijk staan en blaten.
Wethouder Albert Vader wijst naar voren. ‘Hier gaat het gebeuren’, vertelt hij trots. Knops kijkt hem aan en vraagt: ‘Weet je het zeker?’. Iedereen moet lachen. Want dat kan weer. Het verleden is nog niet vergeten, maar de blik is wel naar voren gericht. Met de wind weer in de zeilen.