Kunst en politiek in de jaren 20 en 30: revolutie en socialistisch realisme

Gedurende de jaren 20 en 30 bezochten naar schatting 100.000 West-Europeanen de Sovjet-Unie, benieuwd als ze waren naar ‘Het Grote Experiment’. In een revolutionair land, dat werkte met een planeconomie (de vijfjarenplannen). Een land, waarin iedereen gelijk was. Waar het ‘proletariaat aan de macht was.’ Waar ‘het Westen’ eind jaren 20 in de diepste economische crisis sinds mensenheugenis wegzonk, had de communistische Sovjet-Unie begin jaren 30 alle wind in de rug. Dat ‘heugelijke feit’ moest gedeeld worden. Met propaganda – Agitprop, en kunst - socialistisch realisme, als belangrijke middelen.

Schilderij Lenin in Smoiny
Isaak Brodsky, Lenin in Smoiny, 1917. https://www.flickr.com/photos/gandalfsgallery/5397860370

Om een beeld van die Sovjet-Unie in de jaren 20 en 30 te schetsen: na de Russische Revolutie verzinkt het land eerst in een burgeroorlog. De Roden tegen de Witten: deze burgeroorlog begon in 1917 en eindigde in 1923. Ten koste van vele, vele doden.  Als de Bolsjewieken uiteindelijk winnen, gaat de Sovjet-Unie aan de slag met het realiseren van grote doelen: zoals bijvoorbeeld de totale elektrificatie van het land in een periode van tien jaar. 

Gedurende die jaren 20 neemt de staat onder leiding van Stalin de totale controle over van alle bestaande bedrijven. Een intensief programma voor een brede industrialisatie van de Sovjet-Unie wordt uitgerold. De landbouw wordt gecollectiviseerd. 

Daar waar in Rusland de totale controle steeds grotere vormen aanneemt, stelt de Sovjet-Unie zich aan het begin van de jaren 30 internationaal steeds meer open. Zo neemt de Sovjet-Unie deel aan de Wereld Ontwapeningsconferentie, die in 1932 begint en roemloos zal eindigen in 1934.

In 1933 knoopt de Sovjet-Unie diplomatieke relaties aan met de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Weer een jaar later treedt de Sovjet-Unie zelfs toe tot de Volkenbond. Reden: het opkomend fascisme. Stalin stuurt aan op de oprichting van Volksfronten die het fascisme moeten bestrijden.

Agitprop - een eigenlijk kristalheldere samentrekking van ‘agitatie’ en ‘propaganda’

De potentiële kracht van cultuur

De Sovjet-Unie had een uniek te noemen kijk op de kracht van kunst. De term ‘Agitprop’ is er vaak voor gebruikt - een eigenlijk kristalheldere samentrekking van ‘agitatie’ en ‘propaganda’. Bedoeld om het communistische gedachtengoed effectief te verspreiden. Die wens leidde in de Sovjet-Unie tot een speciaal departement, dat zich richtte op het verspreiden van de revolutionaire boodschap met behulp van kunst: literatuur, toneelstukken, pamfletten, films en andere kunstuitingen. De kunstvorm? Het socialistisch realisme (waarover later meer).

VOKS
Het belang van cultuur als sturend middel in de Sovjet-Unie kan niet overschat worden: een speciaal instituut, de All-Union Society for Cultural Ties Abroad (VOKS in het Russisch) werd in 1925 opgericht om zich toe te leggen op Sovjet-culturele diplomatie. Doel: met de inzet van culturele diplomatie en internationale propaganda de westerse publieke opinie beïnvloeden en de westerse intelligentsia verleiden. Daartoe organiseerde VOKS rondleidingen door de Sovjet-Unie, evenals tal van conferenties. VOKS zette bovendien organisaties in andere landen op, zoals de American Society for Cultural Relations with Russia.

Deze vorm van culture diplomatie - ‘the systematic inclusion of a cultural dimension to foreign relations’ (David-Fox, 2011) - en daarmee ook het toekennen van middelen en mogelijkheden om cultuurdragers in te zetten en gebruiken voor buitenlandse politieke doeleinden, is bij uitstek een twintigste-eeuws fenomeen. 

Cultuur als propaganda
Het inzetten van cultuur en cultuurdragers was niet alleen was voorbehouden aan de Sovjet-Unie. Ook andere grote mogendheden, zoals bijvoorbeeld Frankrijk (met haar nadruk op taal en cultuur), Duitsland (academische uitwisselingen) en de Verenigde Staten (Hollywood), gebruikten ‘culturele uitingen’ (film, radio, uitwisseling van schrijvers, theaterstukken, et cetera) om de wereld in kennis te stellen van de kracht van hun land.

Sovjet-Unie als beloofde land

De Sovjet-Unie tilde deze culturele ‘communicatie’ naar een nieuw niveau. Behalve geschraagd door de All-Union Society (VOKS), was de hele Komintern - een wereldwijd samenwerkingsverband van communistische partijen onder aanvoering van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, erbij betrokken. Zo ontstond een ‘cultureel front’ met een tweeledig doel: de buitenwereld de kracht van de Sovjet-Unie tonen. En liever nog: buitenlanders verleiden naar de Sovjet-Unie af te reizen om het wereldwonder met eigen ogen te aanschouwen. 

Kul’turnost: geletterdheid, goede manieren, smaak, belezenheid en algemene culturele belangstelling

Zacht gezegd: dat lukte best aardig. De lijst van bezoekers van het Sovjet-experiment is een virtuele ‘who’s who’ van internationaal links en intellectuelen tijdens het interbellum. Denk aan schrijvers als Theodore Dreiser, Romain Rolland, Bernard Shaw en André Gide. Niet alleen Europese intellectuelen gedroegen zich ‘als motten naar een lamp’. Ook veel Amerikaanse intellectuelen, waaronder Irving Howe, Leslie Fiedler, Lionel Trilling en Mary McCarthy, overkwam dit, zoals Maarten van Rossem al liet zien. Uiteindelijk bezochten een kleine 100.000 buitenlanders de Sovjet-Unie in deze jaren. 

Kul’turnost, Metropol Hotel en de nieuwe mens

De belangrijkste, drijvende kracht achter VOKS was Olga Davydonva Kameneva. Ze was getrouwd met (en ook weer snel gescheiden van) een van de vertrouwelingen van Lenin: Lev Kamenev. Bovendien was ze de zus van Leon Trotski. Al in de eerste jaren na de Russische revolutie zag ze in dat het aanknopen van internationale relaties en het verknopen met culturele ‘dragers’, een slimme strategie zou kunnen zijn om geloofwaardigheid te verlenen aan de jonge, nieuwe staat. 

Het Metropol Hotel in Moskou (in de volksmond ook wel het Kameneva-Instituut genaamd) werd haar bastion: daar ontwierp ze Kul’turnost: een nieuw begrip, dat geletterdheid, goede manieren en smaak mengde met belezenheid en een algemene culturele belangstelling. Niet alleen om de nieuwe Sovjetmens vorm te geven, maar ook om op die manier sympathie voor de Sovjet-Unie op te wekken in het buitenland. 

Hoe belangrijk dit werk was voor de Sovjet-Unie, blijkt wel uit het feit dat ze zowel het in ongenade vallen van Leon Trotski, als het in ongenade vallen van haar man Kamenev, in eerste instantie overleeft. Pas midden jaren 30, bij de zoveelste zuiveringsronde van Stalin, wordt ze gevangengezet (en in 1941 geëxecuteerd).

Socialistisch realisme: direct leesbaar, optimistisch en enthousiast

Socialistisch realisme

Gedurende de jaren twintig drukt Stalin een steeds groter stempel op de Sovjet-Unie. En uiteraard ook op de kunst. In zijn ogen is iedereen gelijk: de kunstenaar, de arbeiders, de boer. Die gelijkheid moet zich ook weerspiegelen in de kunst. Dat leidt tot een nieuwe, verplichte ‘methode’: het socialistisch realisme. Ofwel, kunst, die toegankelijk moet zijn voor iedereen (‘voor iedere arbeider te begrijpen’) en bovenal, de revolutionaire groei van de Sovjet-Unie laat zien.

Isaak Brodsky’s schilderij ‘Lenin in Smoiny, 1917’, dat hij in 1930 schilderde – zie hierboven – laat zien hoe socialistisch realisme er in de schilderkunst uit zou komen te zien. Het tafereel is direct ‘leesbaar’, de onderwerpkeuze is, haast vanzelfsprekend: ‘vader van de Russische Revolutie’.  

Langzamerhand formuleert de Sovjet-Unie zo een aantal basisprincipes: kunst moet allereerst een herkenbare werkelijkheid afbeelden (lees: zoals die zich zou 'moeten' voordoen). De grondtoon: optimistisch, enthousiast, positief. Waarbij een zeker heldendom ook gewaardeerd wordt. 

Dat leidt in 1932 tot de Leningrad Unie van Sovjetkunstenaars - een academie, die het socialistisch realisme en dat typerende tijdperk van Sovjetkunst inluidt. De eerste voorzitter is de schilder Kuzma Petrov-Vodkin. Een van de andere Academieleden is de schilder Alexander Samokhvalov. Van zijn hand is ‘Kirov takes the parade of athletes (1935)’

Schilderij Kirov takes the parade of athletes
Alexander Samokhvalov, ‘Kirov takes the parade of athletes (1935). https://www.flickr.com/photos/ellennetcom/4575979774

Een schilderij, waarin vrijwel alle kenmerken van het socialistisch realisme te vinden zijn. Allereerst de onderwerpkeuze. Sergei Kirov was de partijleider in Leningrad en lid van het Politburo. Toen Samokhvalov het doek in 1935 schilderde, was Kirov door een aanslag in 1934 om het leven gekomen (vrijwel zeker op bevel van Stalin). Officieel was hij daardoor een martelaar en held van de Sovjet-Unie.

Herkenbaar en historisch

Het enorme doek toont Kirov terwijl hij bloemen in ontvangst neemt tijdens een parade voor het Winterpaleis in Sint-Petersburg. Allereerst een heel herkenbare, historische plek: de bestorming ervan in 1905 was het feitelijke begin van de revolutie. Maar ook in zijn vormtaal is het een schilderij dat aan alle kenmerken voldoet: de dansende, fitte meisjes en jongens, die lijken te verwijzen naar La Primavera (van Boticelli). De pasteltinten, die zorgen dat het schilderij ‘gemakkelijk’ leest. Op de achtergrond is Lenin zichtbaar (die er, naar verluidt, later overheen geschilderd is, na de dood van Stalin). En ook de sterke diagonalen in het schilderij maken het ‘gemakkelijk te consumeren’. De toon is vrolijk, optimistisch.

Andere werken van Samkhvalov laten bijvoorbeeld sportende jongeren zien, of hardwerkende boeren. Idealiserende sfeertekeningen van het platteland, de opkomende industrie, het nieuwe Sovjet-gezin, of de helende werking van sport. En liefst overgoten met een snufje leiderscultus. 

De revolutionaire verleiding

Gelokt door die optimistische toonzetting, bezochten veel westerlingen die nieuwe, opkomende staat. Waar optimisme leek te prevaleren. Waar in anderhalf decennium een eeuw aan achterstand leek ingehaald. Waar de nieuwe mens geboren leek. Waarvan kunstuitingen een onlosmakelijk onderdeel leken uit te maken. De verleiding was groot. De tragiek en de ontluistering zouden in de daaropvolgende decennia nog groter blijken.

Meer weten?