IenW’s transitiepaden: gestructureerd richting klimaatneutrale infraprojecten
Hoe zorg je dat alle rijksinfrastructuurprojecten klimaatneutraal en circulair aanbesteed worden? Over deze vraag breekt Erwin Mulders, duurzaamheidsmanager bij het ministerie van IenW, zijn brein. In 2030 moet het zover zijn. Om daar te komen tekende IenW met Rijkswaterstaat en ProRail acht transitiepaden uit, die dit jaar samen met decentrale overheden en marktpartijen verder worden uitgedacht. De sleutel tot succes zit in structuur, samenwerking en volhouden. Mulders: ‘Je moet duurzaam werken professioneel aanpakken.’
In 1 minuut:
|
Begin dit jaar ging de strategie voor klimaatneutrale en circulaire rijksinfrastructuurprojecten naar de Tweede Kamer. Wie het rapport leest, raakt geïnteresseerd. Niet alleen vanwege de ambitie – IenW wil al haar projecten klimaatneutraal en circulair aanbesteden in 2030 – maar ook vanwege de concrete uitwerking van dit ambitieuze doel.
In het rapport zijn acht transitiepaden uitgetekend. De CO₂-uitstoot, het materiaalgebruik en de invloed van IenW verschilt per werksoort (bijvoorbeeld wegverharding of baggeren) en infrastructuur (wegen, wateren, vaarwegen en spoor).
Erwin Mulders, duurzaamheidsmanager bij IenW stond aan de basis van de strategie en vertelt erover. ‘Dit zijn zulke grote trajecten, dat je een transitiepad nodig hebt per type project of per type keten.’
De manieren om CO2-uitstoot te verminderen zijn divers en specifiek. Neem bijvoorbeeld het transitiepad wegverharding. Daarbij ligt de focus onder andere op levensduurverlenging van wegen, bijvoorbeeld door andere asfaltmengsels te gebruiken voor het aanleggen of vervangen van wegen. Daarnaast is het belangrijk dat machines het asfalt produceren op een lagere temperatuur en draaien op duurzame brandstof. Ook wordt geprobeerd de rolweerstand van wegen te verminderen, waardoor weggebruikers minder brandstof nodig hebben om vooruit te komen.
Mulders: ‘Een transitiepad helpt je te structureren en om het hanteerbaar te maken. Zodat je concrete plannen kunt maken op weg naar je uiteindelijk doel, en die stappen in de tijd kunt zetten. Daardoor kun je goed plannen: je weet beter wat er aankomt en wat je daarvoor moet doen wat betreft de begroting.’
‘Net zoals financiën en HR, moet je ook duurzaamheid professioneel en serieus aanpakken,’ aldus Mulders.
Elkaar nodig om te kunnen testen en experimenteren
Nu er acht transitiepaden liggen, werken de verschillende overheden (gemeenten, provincies, waterschappen en verschillende ministeries), marktpartijen en kennisinstituten deze samen verder uit. Voor elk transitiepad maken zij dit jaar samen een routekaart.
Mulders: ‘Op welk tempo kunnen we wat bereiken op welk onderdeel? Daar gaat een routekaart over. Overheden kunnen inkoopstrategieën afstemmen, afspraken maken over aanbestedingscriteria en over het opnemen van nul emissie-eisen in die aanbestedingscriteria.’
Hoog op de prioriteitenlijst staat testen en experimenteren. Het is belangrijk om bestaande innovaties te testen, waardoor ze grootschaliger kunnen worden uitgerold, aldus Mulders.
‘Een nieuw asfaltmengsel of een nieuwe vorm van wegverharding kan worden getoetst in een gemeente of provincie op een plek waar minder verkeer is.’
‘Je hebt elkaar dus nodig, juist om die grote stappen te maken. Als we een bepaalde techniek op een kleine weg hebben bewezen, dan kan het overal, op alle wegen.’
Iedereen een eigen, specifieke rol
Dirk Schennink, een collega van Erwin Mulders, werkt samen met andere overheden aan deze duurzaamheidstransitie. Hij ziet het als een speelveld waarin alle actoren ieder hun eigen rol te vervullen hebben. IenW organiseert met Rijkswaterstaat en ProRail ook masterclasses voor de verschillende spelers in de transitie.
In die masterclasses maken ze gebruik van de transitietheorie van Lucas Simons en André Nijhof. De theorie helpt om de overgang naar een duurzame sector te realiseren. Hoe complex zo’n transitie ook lijkt.
Simons en Nijhof ontdekten dat systeemveranderingen op een vaste, voorspelbare manier verlopen. Elke transformatie doorloopt vier fases: de babyfase, de kinderfase, de puberteit en de volwassen fase. Net als bij het grootbrengen van een kind is er in elke fase een andere aanpak nodig. Elke partij heeft op elk specifiek moment een specifieke rol.
Om een sector effectief te verduurzamen is het essentieel om te begrijpen welke partij wat moet doen in elke fase. Dat maakt een transitie overzichtelijk en haalbaar.
De rol van overheden is om te kijken aan welke knoppen zij kunnen draaien: aanbestedingscriteria, een CO2-prijs en buyer groups organiseren bijvoorbeeld. Een buyer group is een samenwerkingsverband van verschillende publieke opdrachtgevers die samen afstemmen hoe ze duurzaam gaan inkopen binnen concrete inkooptrajecten. Zo geven ze een signaal af aan de markt.
Schennink: ‘Je hebt verschillende kanten: het begint met de opdracht van de kant van het beleid, die opdracht moet helder zijn over de duurzaamheidsprestaties die van de markt worden verwacht. Daar kan nog veel aan verbeteren.’
‘Duurzaamheid komt ook hoger op de agenda van de bestuurlijke overleggen. Idealiter geven bestuurders aan dat zij duurzaamheid meer prioriteit willen geven in projecten. Wat de politiek wil, is bepalend voor wat ambtenaren doen. Maar ambtenaren kunnen de politiek adviseren en keuzes voorleggen – en dat kan op duurzaamheid wel wat steviger.’
Van elkaar leren
Schennink: ‘Met de projecten van RWS en ProRail is het ministerie van IenW de grootste speler in de markt, maar als je de kleinere aandelen van alle andere overheden bij elkaar optelt, hebben zij een veel groter gedeelte van de markt aan infraprojecten in handen.’
Kortom: om de transitie te laten slagen, is er meer nodig dan alleen welwillendheid bij het ministerie.
Schennink: ‘De provincie Noord-Brabant heeft bijvoorbeeld een hele mooie aanbesteding gedaan voor een 3D-geprinte brug. Hierover hebben we een digitaal seminar gehouden, om samen te leren hoe je dit soort innovatieve projecten kunt aanbesteden.’ Binnen Rijkswaterstaat is veel geleerd van het circulaire viaduct, bestaande uit 40 betonnen legoblokken die ontmanteld kunnen worden en op een andere plaats opnieuw kunnen worden gebruikt.
De markt een (geleidelijke) transitie laten doormaken
Mulders: ‘Wij hebben voor ongeveer 50 procent van de infraprojecten maatregelen in beeld. Voor de andere 50 procent zijn de oplossingen duur of weten we nog niet hoe het moet. Daar is nog veel te winnen. Om sneller te gaan hebben we de kennis van marktpartijen nodig.’
‘Door gezamenlijk anders aan te besteden proberen we de markt te stimuleren. Het is de rol van de markt om dan te innoveren. De markt moet de transitie doormaken en dat kan niet in één keer.’
‘De uitdaging is om koplopers te belonen, maar tegelijk ook het hele peloton mee te krijgen. Om de transitie te laten slagen moeten de overheden uiteindelijk alle marktpartijen meekrijgen.’
‘De kunst is om vol te houden,’ concludeert Mulders. ‘We moeten versnellen om te zorgen dat het klimaat niet teveel verandert, het is nu al zorgelijk genoeg. En daarvoor moet je ingezette lijnen volhouden.’
Dan, trots en vol vertrouwen: ‘Deze transitieaanpak gaat zich terugbetalen.’
Lees ook
-
Circulair viaduct leidt tot nieuwe vorm van samenwerking Rijkswaterstaat en marktpartijen
Het eerste circulaire viaduct in Nederland werd gebouwd om te leren over circulair bouwen. Voor Rijkswaterstaat, aannemer Van ...
-
Samen leren struikelen om de klimaatdoelen te behalen
Het vinden van een gemeenschappelijke taal. Fouten durven maken. Managen van onzekerheid. Zo maar wat begrippen, die bij een ...
-
Verhalen over de energietransitie van de mensen die eraan werken
De energietransitie is niet alleen een technische transitie, maar juist ook een sociale omslag, die bestaat uit mensen. Van ...