Platform BART!: hoe burgers, politie en gemeenten in de toekomst samen Nederland veilig houden
BART! staat voor Burger Alert Real Time. BART! is een conceptueel model waarbij de burger zijn eigen buurtapp gebruikt om aan te kunnen sluiten op het systeem dat door BART! is ontwikkeld. We spreken met Erwin Rouwenhorst van de gemeente Den Haag en Richard Vriesde van de politie, beide betrokken bij het project.
Het project BART! is zo’n vijf jaar geleden gestart. Het team achter het project signaleerde dat er veel gebruikt wordt gemaakt van verschillende digitale kanalen om veiligheid in de buurt te bevorderen. Zoals een buurtwhatsappgroep of een speciale buurtapp. De meldingen uit bijvoorbeeld een buurtapp, kunnen met behulp van BART! slim en snel doorgestuurd worden naar de politie of gemeente. De techniek achter BART! (Burger Alert Real Time) is getest in een proeftuin in Den Haag.
Samenredzaamheid
Rouwenhorst: ‘Het zelfoplossendvermogen van de buurtbewoners kun je stimuleren door een platform te organiseren, waarop burgers onderling contact hebben met elkaar. Wanneer ze het zelf niet op kunnen lossen kan de overheid op een laagdrempelige manier de helpende hand bieden. Dat noemen we samenredzaamheid.’
Om de verwachtingen te temperen: op dit moment wordt het prototypesysteem nog verder ontwikkeld en geïmplementeerd en is het nog niet in de praktijk te bewonderen. Als het platform in de praktijk wordt gebracht zal het functioneren als een autonoom meldingssysteem dat, wanneer buurtbewoners onderling communiceren over overlast of verdachte situaties, uit zichzelf een melding doorstuurt die bij de gemeente of politie terecht komt.
Vriesde: ‘Het prototype is vanuit verschillende disciplines ontwikkeld met medewerking van wetenschap, technologie en bedrijfsleven. Daardoor is het een concept waar verschillende partijen mee kunnen werken. Zowel politie, gemeenten als burgers.’
‘Het zelfoplossendvermogen van de buurtbewoners kun je stimuleren door een platform te organiseren, waarbij burgers onderling contact hebben met elkaar’
Waarom niet één nieuwe app?
Richard: ‘Het grootste probleem dat wij ondervinden is dat een buurt zelf kan kiezen voor verschillende kanalen, zoals een buurtwhatsapp of buurtapps (zoals Mijnbuur). Ze hebben allemaal één ding gemeen: ze kunnen niet communiceren met de overheid, daarvoor moet je in het geval van de politie 112 bellen of het 0900-8844 nummer.’
Het team van BART! heeft meerdere kanalen weten te ontsluiten als ware het één kanaal voor de centralist. Of je nu via Whatsapp, Twitter of een buurtapp een bericht stuurt, het komt voor de centralist binnen als één kanaal. Je communiceert niet met één burger, maar eigenlijk met een hele buurt tegelijk. Daarmee heb je niet één beller, maar een hele buurt online.
De privacykwestie
Het prototype vraagt nogal wat van de verschillende partijen. Er is bijvoorbeeld toegang nodig tot de databronnen – zoals een buurtapp of whatsappgroep. De overheid mag natuurlijk niet zomaar whatsapp berichten opslaan en analyseren. Als burger kun je je afvragen of je daar toestemming voor wilt geven, omdat het je privacy schendt.
‘Die fase moeten we eigenlijk nog in’, zegt Rouwenhorst. ‘De burgers die betrokken zijn bij de proeftuin waren vooraf goed geïnformeerd. Hoe zorgen we dat iedereen nog meedoet als we het prototype langdurig in de praktijk gaan testen? Hoe gaan we dan het vertrouwen wekken dat dit systeem echt geen grote inbreuk maakt op de privacy van mensen? De grootste uitdaging moet misschien nog wel komen.’
Binnen de politie werkt men met het principe van privacy-by-design. Vriesde: ‘Alles wat wij doen, met de verwerking van gegevens, moet die toets kunnen doorstaan. Binnen de politie willen we voorkomen dat we een ‘Big brother is watching you’-effect krijgen, dus wij doen niets zonder toestemming van de betrokkene vooraf. Dat verschilt natuurlijk ook per kanaal.’
De samenwerking: een cocreatieproject
BART! is begonnen als een samenwerkingsproject tussen de gemeente Den Haag, de politie, CGI, TNO, TU Delft en TIGNL. Hoe doe je dat, samenwerken als iedereen er vanuit een eigen belang en perspectief in staat?
‘We waren allemaal gelijkwaardige partners binnen dit project’, zegt Vriesde. ‘Iedereen heeft de mogelijkheid tot inbreng gehad. Het resultaat, het prototype, is dus ook echt een resultaat van ons allemaal. En dat is ook de burger geweest. We hebben burgers uitgenodigd deel te nemen aan een proeftuin om ook hun perspectieven en belangen in kaart te brengen.’
‘We waren allemaal gelijkwaardige partners binnen dit project. Iedereen heeft de mogelijkheid tot inbreng gehad. Het resultaat, het prototype, is dus ook echt een resultaat van ons allemaal.’
Knetteren en botsen
Rouwenhorst: ‘Bij ons intern, de gemeente Den Haag, knetterde en botste het weleens. Wij hebben geprobeerd partijen binnen de gemeente – zoals het klantcontactcentrum en de handhavingsorganisatie – zo goed mogelijk aan te haken. Ook hebben we geprobeerd om andere gemeenten te interesseren. Je ziet dat het lastig is om nieuwe partijen pas later aan te haken die niet vanaf de start betrokken zijn. Het idee van ‘not invented by me’ blijft dan knagen’.
Samenwerking uitbreiden met behulp van de stekkerdoosoplossing
‘Het uitbreiden van het project in de toekomst betekent meer en bredere samenwerking, maar ook meer investeringen,’ Stelt Vriesde. ‘Dan komen nog meer verschillende perspectieven en belangen samen. We pakken onze eigen verantwoordelijkheid daarin. Het maakt ons niet uit welke partner meedoet, als we de partijen maar aan kunnen sluiten op dezelfde manier via het systeem.’
Je vindt het dus prima als partijen aan willen sluiten, zolang we mensen maar kunnen aansluiten op het systeem? En dan maakt het niet uit op welke manier je aanhaakt?
Rouwenhorst: ‘Precies. De partijen moeten wel aan onze aansluitvoorwaarden kunnen voldoen. We willen niet organisatie afhankelijk zijn en dienen de grondrechten van burgers te beschermen.’
Vriesde: ‘Daarmee is de samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken van groot belang om in contact te komen met nieuwe gemeenten die ook gebruik willen maken van een dergelijk prototype. Inmiddels melden steeds meer partijen zich, ook andere partijen zoals private beveiligingsbedrijven. Zo willen we dit stapje voor stapje uitbreiden.’
Het project BART! is afgerond. Belandt het nu ergens op een digitale harde schijf in de bureaulade?
BART! zal in de toekomst geen BART! meer heten. Het prototype vindt een plek binnen de dienstverleningstak van de politie, waar ze verschillende systemen integreren tot één systeem om tot een betere dienstverlening te komen.
Rouwenhorst: ‘Vanuit de politie pakken we dit op in onze portefeuille dienstverlening. Zo kunnen de kennisinzichten van BART! in de toekomst vanuit ‘Het nieuwe melden‘ deel uit maken van ons nieuwe meldkamersysteem en wordt datagestuurd werken mogelijk.’
En de gemeente Den Haag dan?
Vriesde: ‘Voor ons heeft het ook waarde als het systeem gaat draaien bij de politie. Ik werk bij de directie Veiligheid. Wanneer het systeem leidt tot bijvoorbeeld minder High Impact Crimes – zoals straatroof en inbraak -, is dat zowel winst voor de politie als voor de gemeente. We trekken dus graag met de politie op.’
‘We willen wel ons best doen het prototype zichtbaar te maken. Het is nu de uitdaging om een tijdje met het prototype in de praktijk te gaan werken. Omdat we daar zelf als gemeente dichtbij hebben gestaan, ligt het voor de hand om zo’n project met de politie in Den Haag te doen. Deze voorbereidingen zijn nu we nu gestart, om het prototype een half jaar in verschillende gebieden in de stad te laten draaien.’
En dat helpt de politie op haar beurt ook
Rouwenhorst: ‘Dat helpt ons ook om het prototype door te ontwikkelen! Dat is het mooie van de samenwerking met de gemeente Den Haag.’
‘… met alle projectpartners hebben we besloten het project op een informele manier in leven te houden. Als de vrienden BART!. We blijven bij elkaar komen om te bespreken hoe dit zich verder ontwikkelt en te inspireren.’
De vrienden van BART!
Vriesde: ‘We hebben tot nu toe best veel voor elkaar gekregen. Het project is officieel afgelopen, maar met alle projectpartners hebben we besloten het project op een informele manier in leven te houden. Als de vrienden BART!. We blijven bij elkaar komen om te bespreken hoe dit zich verder ontwikkelt en te inspireren. Als één van projectpartners – bijvoorbeeld het ministerie van Binnenlandse Zaken – met een geschikte proeftuin komt, kunnen we daar op aanhaken. We moeten immers ook Den Haag uit met dit project.’
BART! vindt momenteel zijn plek binnen de politie als onderdeel van het innovatietraject ‘Het nieuwe melden’. Hier kan het prototype verder ontwikkeld worden en gekoppeld worden aan andere innovatieve ideeën die bijdragen aan het innovatietraject. |