Column: De burger echt centraal
Mijn persoonlijke motivatie om decennia geleden de politieke arena te betreden was heel egoïstisch: ik wilde niet dat de gemeente zich bemoeide met zaken die ik als burger zelf zou kunnen behartigen of die ‘de markt’ wel op zou kunnen pakken. Vele jaren en bestuurlijke functies later heb ik nog steeds diezelfde motivatie. De burger centraal. De casussen over woningbouw, energietransitie en geestelijke gezondheidszorg hebben mij daarin nog eens gesterkt.
Voor welk probleem zoeken we een oplossing en is die oplossing de beste vanuit burgerperspectief? Binnen alle drie de genoemde thema’s is sprake van een enorme hoeveelheid aan (semi) -overheidspartijen, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Een andere overeenkomst is dat ze mij rechtstreeks als burger raken: in het geval ik zelf wil bepalen waar en hoe ik wil wonen, wanneer en welke geestelijke zorg ik nodig heb en hoe ik een bijdrage kan leveren aan een duurzame wereld.
Binnen de Studiegroep kijken we specifiek hoe we de processen vanuit dat perspectief effectiever en efficiënter kunnen organiseren. Als individuele burger zoek ik naar een wijze van organiseren die recht doet aan mijn belang, mijn bijdrage aan het algemeen belang en, heel plat, mijn portemonnee. En dan wil ik dus ook rechtstreekse zeggenschap hebben op de partijen die dit voor mij organiseren.
Maar wie gaat er echt over welke woning waar komt, of over de juiste schaal van de zorg, of over de wijze waarop energietransitie plaatsvindt?! Dat is een diffuus samenspel geworden tussen drie overheidslagen en tientallen organisaties.
Als helder is wie waarover gaat, dan kan ik als burger daar mijn invloed op uitoefenen. En aangezien ik sterk geloof in de nabijheid van de lokale volksvertegenwoordigers staat voor mij de gemeente(raad) centraal. Maar dan moet die er ook echt over gaan! En als het probleem groter is dan mijn gemeente en het beter op regionaal niveau besloten kan worden wil ik dus ook daar mijn invloed op hebben. En dat krijg ik nooit goed georganiseerd via de bekende WGR-constructies, want daar heb ik als burger geen invloed op en mijn volksvertegenwoordigers ook nauwelijks.
Dat betekent in mijn ogen dat we ofwel inwoners van kleinere gemeenten ook een stem geven in het bestuur van de centrale stad ofwel regionale bestuursorganen oprichten die democratisch gekozen zijn. Er is voor mij wel een belangrijke voorwaarde aan verbonden. Niet iedere bestuurslaag krijgt een open huishouding. Sommige (kleine) gemeenten hebben takenpakket A, andere (grotere) gemeenten takenpakket B en nog weer grotere hebben takenpakket C. Als we dat ook met provincies doen dan heeft de ene provincies een groter pakket dan de andere, maar dat sluit niet uit dat binnen die grote provincie of tussen kleine provincies democratische samenwerkingsverbanden komen. Randvoorwaarde is ook dat ieder orgaan naast een basisbedrag van het rijk ook een eigen belastingheffing kan opleggen.
Wordt dit een bestuurlijke spaghetti? Zolang we helder zijn in wie waarover gaat is het misschien wat meer organiseren maar wel helderder voor de burger. En laat ik nou net om die reden de politiek in zijn gegaan!
Tussen 1 april en 10 juli schreven bestuurders, wetenschappers en ambtenaren 12 columns en reacties in het kader van het schrijfproces van de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen. Lees ze allemaal in deze bundel. |