Chemelot: duurzame chemie als motor van Zuid-Limburg

Het chemie-complex Chemelot, vlakbij Sittard-Geleen, kan de economische groeimotor worden van Zuid-Limburg. De chemische industrie moet dan omschakelen naar de productie van duurzame stoffen en daarnaast circulair gaan werken. Bedrijven, gemeenten, provincie, onderwijsinstellingen en het Rijk werken samen aan deze plannen. In een serie over de proeftuinen van de IBP-Opgave Regionale economie: Chemelot en de duurzame toekomst van Zuid-Limburg.

Luchtfoto chemische industrie Limburg

In 1 minuut

  • Het chemieterrein Chemelot moet een eigentijdse economische motor worden van Zuid-Limburg, door de productie te verduurzamen
  • Samenwerking tussen alle partners is belangrijk maar de rol van het Rijk is daarbij van doorslaggevend belang. Die rol kreeg meer profiel doordat de samenwerking een proeftuin werd van de IBP-opgave Regionale Economie

Ooit was Zuid-Limburg synoniem voor de staatsmijnen en daarna werd het in één adem genoemd met opvolger, chemieconcern DSM. Op het oude DSM-terrein in Geleen, Chemelot, zetelen nu 160 kleine en grote chemiebedrijven. Met achtduizend arbeidsplaatsen en vijftigduizend indirecte arbeidsplaatsen is Chemelot een belangrijke pijler van de economie in de regio.

Op hetzelfde terrein is de Brightlands Chemelot Campus gevestigd, waar bedrijven, onderzoeksinstellingen en onderwijsinstellingen samen werken aan innovaties en opleidingen op het gebied van duurzame chemie. Juist die combinatie maakt Chemelot de place-to-be om het eerste circulaire complex voor chemische industrie in Europa te realiseren.

De kracht van de regio wordt in de toekomst alleen maar groter als het aan de plannen van verschillende samenwerkende partijen in de regio ligt. Chemelot moet in 2025 het innovatief centrum zijn voor duurzame chemie en circulair werken. ‘We willen uitgroeien tot de meest veilige, duurzame en competitieve chemiesite van West-Europa’ staat te lezen op de website van het terrein. Dat betekent innoveren, aanpassen van de logistieke processen, uitbreiden met als resultaat groei. De verwachting is dat dit resulteert in twee- tot vierduizend extra arbeidsplaatsen.

De CEO van Chemelot Campus Bert Kip: ‘De wereldwijde uitdagingen op het gebied van klimaat (CO2 uitstoot) en kunststof afval problematiek zullen een enorme impact hebben op de wereldwijde chemische industrie. Chemelot wil daarom omschakelen naar de duurzame productie van chemicaliën en kunststoffen en circulair gaan werken. Dit is een enorme kans om op wereldschaal competitief te blijven. Bedrijven, gemeenten, provincie, onderwijsinstellingen en het Rijk werken samen aan deze plannen.’

Innoveren en uitbreiden moet zorgen voor twee-tot vierduizend extra arbeidsplaatsen in Zuid-Limburg

Toekomst

De plannen hiervoor bestaan nu een paar jaar. Het denken over de economische toekomst van Zuid-Limburg als regio is echter al een jaar of tien oud, vertelt Denis Crompvoets. Hij is zowel werkzaam voor de IBP-opgave Circulaire Economie als voor de gemeente Sittard-Geleen. ‘Toenmalig minister Van der Hoeven gaf in 2010 de eerste aanzet vanuit het Rijk voor de ontwikkeling van Zuid-Limburg. En Gedeputeerde Staten van Limburg stelden met gemeenten en maatschappelijke partners in 2012 het visiedocument ‘Koers voor Zuid-Limburg’ op.’

Limburg Economic Development (LED) dat in 2014 ontstond, was een samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en gemeenten. In 2018 stopte het LED nadat een aantal gemeenten de financiële steun introk. Vier jaar geleden formuleerden de gezamenlijke bedrijven op Chemelot de eerste plannen voor een duurzame toekomst van het terrein, mede ingegeven door concurrentiebelangen. Vorig jaar nodigde de IBP-opgave Circulaire Economie de partijen uit om een proeftuin te worden.

‘Door de bemoeienis van het Rijk kijken partijen nu verder dan alleen hun eigen belang’

Eigen belang

Die uitnodiging voor de IBP-proeftuin heeft tot een verdere verdieping van de samenwerking geleid, zegt Crompvoets. ‘Alle partijen waren nog erg bezig met hun eigen belang. Vorig jaar oktober was er een startconferentie voor alle partijen in Den Haag. Daarna kwam een delegatie van het Rijk, met de experts van verschillende ministeries, op bezoek bij Chemelot. Daardoor kreeg de samenwerking een impuls en een andere urgentie. Na dat bezoek werd gezegd: jullie hebben best mooie ideeën, maar het kan en moet een paar lagen dieper.’

CEO Chemelot Campus Bert Kip geeft aan dat partijen die ‘paar lagen dieper’ nu uitwerken. ‘Heel concreet wordt nu gekeken wat verduurzaming en de overgang naar een non-fossiele, circulaire productie inhoudt voor de bedrijfsvoering. De chemische industrie stoot een aanzienlijke hoeveelheid CO2 uit. Chemische innovaties kunnen de oplossing bieden, niet alleen voor de eigen uitstoot, maar zeker ook door vermindering van uitstoot in andere sectoren zoals lichtere materialen voor de automobielindustrie, circulaire verpakkingen en materialen voor isolatie in de bouwwereld.’

‘Hiervoor is zowel een energietransitie nodig, van fossiel naar duurzame elektriciteit of waterstof, als een grondstoffentransitie: van fossiel naar kunststofafval en biomassa. Daar zijn grote uitdagingen waarbij de partijen nauw zullen moeten samenwerken en slagkracht moeten organiseren. Er komt veel bij kijken: technologisch én maatschappelijk.’

Luchtfoto chemische industrie Limburg

Werk en leefomgeving

Daarnaast gaat zeker ook het opleiden van voldoende en het juiste personeel een opgave worden. En de omliggende regio moet meegenomen worden in de plannen, zegt Crompvoets.

‘De plannen betekenen nogal wat voor de regio, vooral voor de wijken en dorpen die dicht tegen Chemelot aan liggen. Het terrein wordt uitgebreid, net als de infrastructuur eromheen. De plannen betekenen meer banen, maar ook de leefomgeving zal anders worden ingericht. De gemeenten werken samen aan een toekomstvisie, die ze aan alle inwoners willen presenteren.’

De uitdaging van de Zuid-Limburgse proeftuin is volgens Crompvoets: draagvlak organiseren bij alle partijen en belanghebbenden. ‘Er moeten tastbare afspraken komen met overheden, bedrijven en het onderwijs. Ook over wet- en regelgeving die ontwikkelingen nu misschien in de weg zit. De plannen moeten worden uitgewerkt in projectplannen voor een aantal deelgebieden, zoals logistiek, human capital, onderzoek en innovatie, de verwerking van afval. En hiervoor is de hulp van de plaatselijke, regionale en nationale overheid heel hard nodig.’

De plannen betekenen meer banen, maar ook de leefomgeving zal anders worden ingericht.

Gedeeld geloof

Wat is belangrijk om deze samenwerking te laten slagen? Er is een gedeeld geloof dat het kan, en de samenwerking is goed georganiseerd, zegt Crompvoets. ‘Er is een regio-ambassadeur die contacten heeft met alle ministeries. Binnenkort hebben we een prototype dat we in een webinar voorleggen aan 50 ambtenaren van diverse ministeries.’

De kortere lijnen die nu door de proeftuin zijn gelegd met het Rijk zijn belangrijk, benadrukt Crompvoets. ‘Bij de betrokken ministeries zit ongelofelijk veel expertise. Als we willen dat dit slaagt dan zullen we echt als één overheid samen moeten werken.’