‘Ze komen echt niet met een busje ‘Harry’s Hennep’ aangereden’
Wie denkt aan drugslabs en hennepplantages, denkt waarschijnlijk niet gelijk aan de Achterhoek. Toch is het een aantrekkelijk gebied voor criminelen. Het biedt rust, ruimte en leegstaand (agrarisch) vastgoed. Joost van Oostrum, burgemeester van de gemeente Berkelland, over het Keurmerk Veilig Buitengebied: ‘Mensen denken hier toch al gauw: We kennen elkaar toch? Dat gebeurt hier niet’.
In 1 minuut:
|
Sinds 16 maart 2019 zijn acht Achterhoekse gemeenten samen aan de slag met het Keurmerk Veilig Buitengebied. Centraal staat de samenwerking tussen gemeenten, politie, Openbaar Ministerie, bewonersbelangenverenigingen, landbouworganisaties, natuurmonumenten en jagersverenigingen. Om te voorkomen dat criminelen hun slag slaan in het buitengebied.
Het waterbedeffect
Joost van Oostrum, burgemeester van de gemeente Berkelland, vertelt waarom het voor zijn gemeente interessant is met het keurmerk aan de slag te gaan.
‘De aantallen zijn bij ons nog niet zo groot als in Brabant, maar ook in onze gemeente rollen we hennepplantages en drugslabs op. Nu men in Brabant flink inzet op het aanpakken van ondermijning en leegstaand vastgoed, gaat er ongetwijfeld een verschuiving plaatsvinden. Het bekende waterbedeffect.’
Ze gaan zó geraffineerd te werk
‘De Achterhoek is een groot gebied. Alleen onze gemeente is al meer dan 260 vierkante kilometer. Dat is uitgestrekt, relatief dunbevolkt gebied. Waar je als crimineel redelijk makkelijk een plekje kunt vinden zonder dat je meteen opvalt. Bovendien hebben we te maken met bevokingsdaling, waardoor agrarische bebouwing vrijkomt. En de agrarische sector heeft het zwaar. Dan loop je risico.’
Van Oostrum is van mening dat je, als je risico loopt, twee dingen kunt doen. Wachten tot het te laat is, of preventief handelen. De gemeente Berkelland koos, samen met zeven andere Achterhoekse gemeenten, voor het tweede.
Bewustwording, bewustwording, bewustwording
Preventie zit vooral in bewustwording, geeft hij aan. En dat vraagt om samenwerking met andere partijen in de omgeving, zoals de belangenvereniging en landbouworganisaties. Maar ook met de jagersvereniging. Niet gelijk de eerste partij waar je aan denkt. Van Oostrum: ‘De jagersvereniging is natuurlijk erg actief in het buitengebied. Zij letten goed op stropers en zien zo vreemde bewegingen. ’s Nachts bijvoorbeeld. Dat levert weer andere informatie op dan van agrariërs of dierenartsen.’
Lijkt het te mooi om waar te zijn? Dan is dat het vaak ook
De gemeente organiseert in samenwerking met politie en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) informatieavonden. Om zo het besef te vergroten dat drugscriminaliteit ook in Berkelland voorkomt. En hoe geraffineerd criminelen te werk gaan.
Van Oostrum: ‘De eerste bijeenkomst is soms best teleurstellend qua opkomst. Maar daar moet je echt even doorheen. We hebben gemerkt dat het begint met een klein kringetje en zich dan verspreidt als olievlek.’
De kracht van de aanpak is dat het niet de gemeente of politie is die het verhaal vertelt, maar mensen uit de omgeving. Een bekend gezicht.
‘Het idee is niet dat wij mensen erop wijzen dat ze iets fout hebben gedaan. En dan achteraf vertellen hoe stom ze zijn geweest. Het gaat om preventie: let op, wees niet naïef, deel je vermoedens met ons of met anderen. En dan kijken we samen hoe nu verder.’
Naïviteit wegnemen
Maar dat vraagt wel om een lange adem, geeft van Oostrum toe.
‘Het is hier toch al gauw van: we weten wat er speelt, dat gebeurt hier niet. Maar als je met een normale bril kijkt, zie je alleen de normale dingen. Als je het hebt over het tegengaan van criminaliteit, moet je dus met een andere bril kijken.’
Het helpt als je af en toe een drugslab oprolt
Hij geeft het voorbeeld van een oude boerderij waarin een crystal meth-lab werd gevonden. Die boerderij stond middenin het dorp. Hoewel de buren het raar vonden dat de bewoners geen aansluiting hadden met de rest van het dorp en ook wel eens waren gaan kijken, merkten zij niets op.
Van Oostrum: ‘Zij zeiden: we roken niets bijzonders. Dus dachten we: het zal wel niets zijn. Dit laat zien dat we vaak nog heel klassiek denken. Dat criminelen een schuur huren en dan gebruiken voor hennepteelt. Maar dat is allang niet meer zo. Het keurmerk helpt om dat bewustzijn te vergroten.’
Hij schiet in de lach. ‘Ze komen echt niet met een busje met daarop ‘Harry’s Hennep’ aangereden.’
Zo doe je dat in de praktijk
Het keurmerk wordt vanuit de gemeente uitgerold, in nauwe samenwerking met het CCV en de politie. De Achterhoekse gemeenten werken daarbij op soortgelijke manier. Elke gemeente heeft een ambtenaar die verantwoordelijk is voor het keurmerk en de verbinding tussen de verschillende partijen. Ook wordt er gekeken naar een samenwerking over de grens, met Duitsland.
Daarnaast hebben de gemeenten een projectleider ondermijning aangesteld. Van Oostrum: ‘Ondermijning is natuurlijk breder dan alleen het keurmerk. Maar het is daar onderdeel van. Wij (de acht Achterhoekse gemeenten, red.) betalen die projectleider zelf. Om te zorgen dat er continu aandacht is voor dit probleem.’
Ook de politie en het CCV hebben ieder iemand vrijgemaakt die zich richt op het buitengebied in Oost-Nederland. Zij wijzen op nieuwe trends en zorgen dat informatie altijd actueel is. Van Oostrum is hier blij mee. ‘Het zorgt er ook voor dat onze wijkagent buitengebied altijd een collega heeft waar hij mee kan sparren.’
Een gevoel van urgentie
Van Oostrum ziet het keurmerk als een toolbox. Een combinatie van voorlichting over weerbaarheid, onderzoek naar kansrijkheid, en handvaten wat te doen als er daadwerkelijk iets aan de hand is.
‘Toch’, geeft hij aan, ‘blijft het lastigste om mensen alert te houden. Preventie levert vaak niet direct iets op. En een keurmerk dat niets oplevert, verliest op den duur zijn effecitiveit.’
Grinnikt. ‘Het helpt als je dan af en toe een drugslab oprolt. Dan voelen mensen dat het dichtbij is. Je moet er eens in de zoveel tijd één hebben.’
Een aantal cijfers
Bronnen: Platform Veilig Ondernemen; Omroep Gelderland, LochemsNieuws |