Op weg naar de derde klimaattop Vallei en Veluwe: hoe staat het ervoor?
In december 2017 tekenden 28 gemeenten, de provincies Utrecht en Gelderland, en het Waterschap Vallei en Veluwe het Regionaal Manifest Ruimtelijke Adaptatie. Samen willen zij de gevolgen van klimaatverandering aanpakken in de regio Vallei en Veluwe. Door stresstesten, een jaarlijkse regionale klimaattop en een Klimaateffectatlas. Het credo? Niet afwachten, maar handelen.
In 1 minuut:
|
Het internationale klimaatakkoord getekend in Parijs in 2015 werd gezien als baanbrekend: de ondertekenaars (waaronder Nederland) beloofden aan de slag te gaan om klimaatverandering aan te pakken. In elk geval vanaf 2020. In de regio Vallei en Veluwe – ruwweg gelegen in de provincies Utrecht en Gelderland – wachten ze dat moment niet af: zij werken al sinds 2017 samen om klimaatverandering aan te pakken. Dat gebeurt onder andere tijdens hun jaarlijkse regionale klimaattop, dit jaar op 6 december.
Vooruitstrevende aanpak wateroverlast
Een gemeente die vooroploopt in dit proces is de gemeente Rhenen. Na het ondertekenen van het Regionaal Manifest Ruimtelijke Adaptie in 2017 – de regionale uitwerking van het nationale Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie – zijn zij voortvarend aan de slag gegaan in een wijk waar veel wateroverlast werd ervaren. Door de vele heuvels in de gemeente is het namelijk een uitdaging om regenwater goed af te laten stromen.
Met de verwachting dat het aantal hevige regenbuien in de toekomst zal toenemen kwam de gemeente samen met bewoners, de provincie Utrecht en het waterschap in actie. Zo werd er in de wijk Grebbekwartier een grote waterberging geplaatst. Ook werd het straatwerk aangepast en werden infiltratieroosters aangebracht. En op dit moment wordt er een app ontwikkeld die aangeeft wat de inwoners van de gemeente Rhenen zelf kunnen doen om minder overlast te ervaren van weersextremen.
Stresstest en klimaateffectatlas
De aanpak van Rhenen is een concrete uitwerking van de zogeheten ‘stresstest’. De stresstest brengt in kaart waar de kwetsbaarheden in de regio zich bevinden. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebieden waar het regelmatig blank staat bij heftige regenval, maar ook om plekken waar hitte juist erg blijft hangen in de zomer.
Één van de speerpunten van het Regionaal Manifest was om alle deelnemende overheden deze stresstest te laten uitvoeren. Dat hebben alle deelnemende gemeenten in de regio Vallei en Veluwe ondertussen ook gedaan. De uitkomsten van al deze testen zijn bovendien in 2018 gecombineerd in een speciaal ontwikkelde Klimaateffectatlas Vallei & Veluwe, die online te raadplegen is.
De Klimaateffectatlas laat zien hoe het bestaande landschap kan helpen om klimaateffecten tegen te gaan
De klimaateffectatlas geeft op een laagdrempelige manier inzicht in de effecten van klimaatverandering. Het bijzondere aan de atlas van Vallei & Veluwe is bovendien dat het laat zien waar het bestaande landschap kan worden ingezet om klimaateffecten tegen te gaan en wanneer dit een goed idee is. Waar het op sommige locaties slim is om betegeling in te ruilen voor groen, kan dat op andere plekken averechts werken.
Ook brengt de atlas in kaart waar samenwerking tussen gemeenten nodig is omdat bepaalde knelpunten grensoverschrijdend zijn.
Interbestuurlijke samenwerking behapbaar houden
Toch kan het ook lastig zijn om samen te werken, als de groep zo breed en divers is als 28 gemeenten, 2 provincies, het waterschap én externe partijen. Hoe doe je dat?
Die vraag stelt Overheid van Nu aan Martine Tekelenburg, communicatieadviseur bij Platform Water Vallei en Eem, en mede-organisator van de klimaattop.
Zij geeft aan dat de samenwerking is opgedeeld in drie werkregio’s. Dit om het werkbaar te houden én om in te spelen op regionale landschapsverschillen. Binnen die werkregio’s werken de verschillende gemeenten samen aan de uitdagingen die uit de stresstesten zijn gebleken.
De werkregio’s komen vervolgens samen op de jaarlijkse klimaattop. Dan wordt er regiobreed naar de hoofdthema’s gekeken en een plan gemaakt. Hierover wordt per werkregio bestuurlijk gediscussieerd, waarna de resultaten samengebracht worden in een RAP (Regionaal Adaptatie Plan): een uitvoeringsagenda voor de regio.
Klinkt ingewikkeld. “Maar”, zegt Tekelenburg, “op deze manier proberen we alle lagen te verweven, en het tegelijk behapbaar te houden”.
Op de volgende klimaattop, 6 december, moet nog concreter worden wat elke gemeente gaat doen om de kwetsbaarheden aan te pakken en worden best practices gedeeld. Inspiratie en handvatten om aan de slag te gaan.
Het helpt als er binnen de gemeente iemand ‘van het klimaat is’
Het belang van eigenaarschap
Om samenwerking tussen overheden rondom het klimaatvraagstuk nog effectiever te maken zou Tekelenburg ook graag klimaatcoaches zien: iemand die een gemeente op de lange termijn adviseert over het klimaatvraagstuk. Hoewel ze het klimaatvraagstuk steeds hoger op de agenda ziet staan bij veel overheden, is het onderwerp volgens haar toch nog “erg versnipperd belegd”. Het is een beetje van de beleidsadviseur duurzaamheid, maar ook van de beleidsadviseur groen. Maar niemand voelt zich hoofdverantwoordelijk.
Het helpt daarom volgens haar als er binnen de gemeente iemand ‘van het klimaat is’.
“Het kan ook één coach zijn voor verschillende gemeenten, want dit probleem [van eigenaarschap, red.] speelt landelijk. Door een klimaatcoach kun je het gevaar dat niemand zich hoofdverantwoordelijk voelt wegnemen. Dan voorkom je dat medewerkers binnen gemeenten afwachtend naar elkaar gaan kijken.”