De ‘magie van het overleg’ voor migranten zonder verblijfstatus

Gemeenten, ngo’s, IND, Dienst Terugkeer en Vertrek en anderen zijn allemaal betrokken bij de toekomst van migranten zonder status. Maar allen werkten vanuit hun eigen visie en belang. Vijf steden beproeven, dankzij een pilot van het Interbestuurlijk Programma, een nieuwe samenwerking tussen de partijen, de LVV (Landelijke Vreemdelingenvoorziening). ‘Er ontstaat nu een door alle partijen gedragen standpunt over een dossier. Dat schept duidelijkheid, ook naar de migrant.’

Pauluskerk
De Pauluskerk

In 1 minuut:

  • Een van de IBP opgaven gaat over Nederland en migrant goed voorbereid. Onder die opgave wordt gewerkt aan de realisatie van de landelijke vreemdelingenvoorziening. In vijf gemeenten vindt een pilot plaats.
  • Sinds een half jaar zitten gemeente en maatschappelijke organisaties met onder meer de IND aan tafel om dossiers van migranten zonder verblijfsvergunning te bespreken en tot een duurzame oplossing te komen.

Over de opvang van mensen zonder recht op verblijf ('Bed Bad Brood') hebben Rijk en gemeenten lang lijnrecht tegenover elkaar gestaan. Een nieuw landelijk netwerk van voorzieningen moet dit veranderen.

Deze pilot vindt plaats in vijf steden: Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Eindhoven en Groningen. Alle partijen hebben wekelijks dossieroverleg over de voortgang van alle lopende casussen. Het overleg staat onder voorzitterschap van de gemeente.

Er worden gesprekken gevoerd met de migrant. Van hem of haar wordt verwacht dat hij of zij meewerkt om tot een oplossing te komen. Dat betekent dat mensen alsnog een verblijfsvergunning krijgen, doorreizen naar een ander land, waar bijvoorbeeld al familie woont, of terugkeren naar het land van herkomst.

Netwerk

Thomas Venema is programmamanager van de LVV vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid. “Het was duidelijk dat deze partijen wat met elkaar moeten. Maar er was veel wantrouwen en, laat ik het zo formuleren, beeldvorming over elkaar. Ik heb in de aanloopfase met behoorlijk wat mensen aan tafel gezeten om vertrouwen en openheid te creëren.’’

Het uitgangspunt van de pilot is, zegt Venema, dat alle partijen een netwerk vormen dat samen met de migrant kijkt naar een bestendige oplossing: “En vantevoren is dat helemaal open. Terugkeer is geen doel op zich. Iedereen aan tafel herkent zijn eigen belang, maar vormt ook samen een team.” In realiteit zal terugkeer wel de meerderheid van de scenario’s worden.

‘Onder de radar’ leven

Venema schetst een beeld van de groep migranten zonder verblijfsvergunning. Het ‘standaard’ verhaal bestaat niet, zegt hij. “Gemiddeld zijn ze 8,5 jaar in Nederland. Soms hebben ze een baantje, hebben jarenlang ‘onder de radar’ geleefd. Of ze hadden een partner met een verblijfsvergunning. Als de partner wegvalt staan ze ineens zonder opvang of papieren op straat. Er zijn veel ‘schrijnende gevallen’ bij. Veel van hen hebben forse gezondheidsproblemen. Psychisch maar ook lichamelijk.’’

BRIO

In Rotterdam werd al sinds 2011 samengewerkt voor vreemdelingen zonder papieren.  De gemeente, de Pauluskerk, de NAS, Stichting ROS en een aantal andere partijen, waaronder de rijkspartijen vormden samen het Breed Rotterdams Illegalen Overleg (BRIO). Die basis geeft de stad een voorsprong, vertelt Tim Somers adviseur Vreemdelingenzaken van de gemeente Rotterdam. “De pilot LVV heeft ons andere randvoorwaarden gegeven. Terugkeer is niet de enige optie,  legalisatie is net zo bespreekbaar.’’

Bij het maandelijks dossieroverleg wordt gekeken naar de informatie over een vreemdeling. De ngo die het meeste contact heeft met de persoon in kwestie, neemt meestal de begeleidingsgesprekken op zich. Legalisatie is altijd het eerste onderwerp van gesprek met de vreemdeling, zegt Somers. “Omdat dat de hoop is die veel vreemdelingen hebben. Die mogelijkheid moet serieus worden onderzocht. Daarna kan je pas gaan kijken naar terugkeer.’’

Niet meer illegaliteit

Het besluit tot terugkeren of blijven is nog niet zo eenvoudig. Soms zijn de omstandigheden in het land van herkomst veranderd. “Syriërs die vijftien jaar geleden geen status kregen en hier illegaal zijn gebleven, hebben een serieuze kans op een verblijfsvergunning.” Doel is in Rotterdam om binnen zes maanden tot een duurzaam perspectief te komen – in andere steden gelden overigens andere termijnen. “En dat is dus niet de illegaliteit’’, zegt Somers.

Het eerste half jaar van de pilot heeft de begeleiding in Rotterdam ervoor gezorgd dat zes mensen vrijwillig zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst. Twee kregen alsnog een verblijfsvergunning. Bij 75 lopende dossiers is dat nog niet veel, zegt Somers. “Maar zo’n nieuwe werkwijze vraagt tijd.  Er moest eerst vertrouwen ontstaan tussen de partijen. Ik ben benieuwd hoe deze cijfers er over een jaar uitzien.’’

“Uiteindelijk gaat het erom gezamenlijk te komen tot een gedragen besluit. Alles komt samen. Dat is de magie van het overleg.’’

In Amsterdam is de pilot sinds de zomer gestart. “We hebben eerst de tijd genomen om alle rollen in te vullen”, zegt Renger Visser, die als directeur inkomen van de gemeente de ‘schakel’ vormt tussen de LVV en de wethouder. “Partijen met een bepaalde expertise kregen een bepaalde rol. De een gaat over de terugkeer, de ander voert gesprekken over gezondheidsproblemen en de politie voert het eerste gesprek met de vreemdeling om helder te krijgen wat er allemaal is gebeurd tijdens het verblijf in Nederland. Bijvoorbeeld of er contact is geweest met justitie.’’

Ook in de hoofdstad worden wekelijks de dossiers besproken in de LVV-stuurgroep. Visser: “Daar wordt bepaald welke richting het dossier krijgt. Wordt er direct het gesprek gevoerd over terugkeer? Of moeten eerst andere zaken worden besproken?’’

Smeerolie

Visser, die lang bij de IND werkte, ziet zichzelf als ‘smeerolie’ in het project. “Het is een sensitief traject. We hebben veel moeten praten om vertrouwen te kweken en rollen helder te krijgen. Anderzijds moet je op een gegeven moment gewoon aan de slag gaan. Dan ziet de IND dat maatschappelijke organisaties meewerken aan terugkeer, en zien organisaties dat de IND zich ook best nog eens in een dossier wil verdiepen.’’

Begrip

Na een half jaar vindt projectleider Venema het te vroeg om iets over landelijke resultaten te zeggen. “Wat ik hoor uit de vijf steden is dat er begrip ontstaat. Landelijk werkende collega’s begrijpen een wethouder beter die ook maar het lokale beleid heeft uit te voeren. Soms gaat een ngo helemaal staan om een migrant aan een verblijfsvergunning te helpen, maar blijkt uit informatie van een andere partij dat het verhaal toch anders ligt. Andersom gebeurt ook: dat de IND zijn beeld van iemand moet bijstellen. Uiteindelijk gaat het erom gezamenlijk te komen tot een gedragen besluit. Alles komt samen. Dat is de magie van het overleg.’’

Dat kunnen Tim Somers vanuit Rotterdam en Renger Visser vanuit Amsterdam beamen. Somers: “Het helpt enorm dat we nu iemand bij de IND hebben die onderdeel is van ons team en die we altijd kunnen bellen. Of deze pilots de basis zullen vormen voor een hele nieuwe manier van werken met vreemdelingen, weten we nog niet. Maar partijen kijken bij elkaar in de keuken en krijgen oog voor elkaars dilemma’s en werkwijze. Dat is al pure winst.’’ 

 Het probleem met vreemdelingen zonder status gaat niet geheel opgelost worden met het LVV- programma, zegt Visser. “Het is een heel complex probleem. Maar dat partijen nu samenwerken, in plaats van als kat en hond tegenover elkaar te staan, is al een flinke vooruitgang.” En in deze samenwerking worden in het belang van de vreemdeling en iedereen structurele oplossingen bereikt.