MaaS: Samenwerken aan één ecosysteem

 ‘Mijn wekker – automatisch aangepast aan mijn digitale agenda – gaat. Ik krijg een berichtje hoe ik vandaag het beste kan reizen naar mijn afspraak. Eerst een stukje op de fiets, dan de trein en daarna nog de e-scooter. Actuele weersverwachting, drukte in de trein en mijn persoonlijke voorkeuren zijn allemaal meegenomen in het advies’. Zo beschrijft Liselotte Bingen -projectsecretaris MaaS bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat- haar ideale reis van de toekomst. Dankzij MaaS.

foto van de MaaS-app

Mobility as a Service (MaaS)

MaaS staat voor Mobility as a Service en combineert alles wat met je reis te maken heeft. Van watertaxi tot deelfiets, van trein tot je eigen fiets, het openbaar vervoer, en zelfs parkeerplaatsen en laadpalen moeten er gevonden kunnen worden. ‘Het is een allesomvattende mobiliteitsdienst waarbij je in een MaaS-app, je reis kan plannen, boeken en betalen’, vertelt Bingen.

Eén ecosysteem

Voordat de reiziger alle informatie in een MaaS-app ziet, moet er aan de achterkant van het systeem heel veel data gedeeld worden. In één systeem, waar alle partijen op kunnen aansluiten. ‘Een ecosysteem’, noemt Bingen dat. Daarom is het Rijk – samen met zeven regio’s - begonnen met zeven MaaS-pilots. Elk met hun eigen doelstellingen, maar wel met een aantal overkoepelende voorwaarden. Een daarvan: standaardisering van data-uitwisseling.

Bingen: ‘Deze pilots zijn bedoeld om op grote schaal te leren wat de effecten zijn van MaaS. Om deze pilots op uniforme wijze te monitoren, is een  leeromgeving opgezet. Maken mensen via MaaS andere reiskeuzes? En is het mogelijk te sturen op ander, bijvoorbeeld meer duurzaam gedrag via MaaS? Welke inzichten kunnen we opdoen ten behoeve van het optimaliseren van ons mobiliteitssysteem? Denk hierbij aan: betere spreiding van reizigers over de dag of per vervoerswijze’.

Samenwerken aan publieke waarden

Ook het governance vraagstuk is onderdeel van de pilots. ‘Met MaaS werken we aan publieke waarden zoals bereikbaarheid, duurzame mobiliteit of betaalbaar vervoer voor iedereen. Dat zijn maatschappelijke opgaven die je nooit alleen kan oplossen.  Voor MaaS is het daarom belangrijk dat alle betrokken partijen samenwerken: het ministerie, de regio’s, de vervoeraanbieders en MaaS-dienstverleners.  Zo ontstaat er niet één platform of een winner-takes-all-situatie, maar een open ecosysteem met standaardisatie en lage toetredingsdrempels’.

Liefst 41 consortia schreven zich in voor de pilots. Bijvoorbeeld vervoersaanbieders, maar ook banken, verzekeraars en IT-bedrijven. Het laat zien dat er een brede belangstelling is voor MaaS, dat men kansen ziet. Hoe die governance er straks uit gaat zien, weet ook Bingen nog niet. ‘Er komen veel nieuwe partijen bij in de mobiliteitswereld. Die moeten ook een plek hebben. Gaandeweg zal dit inzichtelijker worden. Vergeet niet, pilots zijn er in eerste instantie om te leren.’  

Als voorbeeld noemt ze de pilot in Amsterdam, die start in de Zuidas. Hier wordt gekeken of men reizigers kan verleiden om de (lease)auto te laten staan. Of om die minder te gebruiken. Hoe? Door aantrekkelijke reisalternatieven aan te reiken.

Het buitenland kijkt mee

Het is iets waar Nederland goed in is, ziet Bingen als ze het vergelijkt met het buitenland. ‘We horen vaak dat onze publiek-private samenwerking uniek is. In andere landen is het geheel publiek ingestoken, of juist privaat. In de VS zie je bijvoorbeeld verschillende gesloten private mobiliteitsplatformen ontstaan, die elk zelf zo groot mogelijk willen worden. Hier zie je dat publieke waarden uit het oog worden verloren. Bij de publiek-private insteek die wij hanteren komen de private partijen met slimme oplossingen, en zorgen wij vanuit de overheden dat de publieke waarden worden geborgd’.

Dag van de Stad

Meer weten over de nationale MaaS-pilots? Download hier de brochure, of kom langs bij de Pecha Kucha tijdens de Dag van de Stad op 28 oktober in Den Haag. De Dag van Stad is helaas al vol, maar je kan je nog inschrijven voor de wachtlijst.