Mark Paters: ’We versterken elkaar binnen het sociaal domein door krachten te bundelen’
Zekerheid 5: Communiceer de gezamenlijke opbrengst
‘Een kenmerk van Twente: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. We neigen minder stil te staan bij wat er allemaal goed gaat. Terwijl je anderen het succes onthoudt wanneer je dit niet deelt. Ik zie het dan ook als mijn doel om vaker te vertellen wat er goed gaat.’
Elke maand vragen we iemand die interbestuurlijk samenwerkt welke van de 7 zekerheden van het Interbestuurlijk Programma (IBP) het meest voor hem of haar betekent in het kader van een actuele of urgente opgave. Deze keer vertelt Mark Paters, wethouder bij de gemeente Twenterand, waarom hij zekerheid 5 Communiceer de gezamenlijke opbrengst zo belangrijk vindt. |
Kijkend naar gemeente Twenterand kiest wethouder Mark Paters zekerheid nummer vijf. ‘We ondernemen veel goede dingen om de financiële tekorten binnen het sociaal domein terug te dringen. Zo plaatsen we sinds twee jaar praktijkondersteuners Jeugd-GGZ bij huisartsen. ’Een stap die ervoor zorgt dat kwetsbare jongeren eerder bij de gemeente in beeld komen. ‘Hiermee proberen we een zwaarder zorgtraject in de toekomst te voorkomen. Maar veel huisartsen hebben koudwatervrees en zijn terughoudend, weten niet wat het hen oplevert. Terwijl de jongere hiermee eerder geholpen wordt, wat voor ons financieel gunstig is. Daarnaast zijn artsen een deel van de administratieve last kwijt, doordat zij de verwijzing aan de gemeente doorgeven. Door dit met hen te delen, sluiten nu steeds meer huisartsen aan.’
Zoektocht naar collectieve richtlijnen
Dit initiatief is bij andere gemeenten niet onopgemerkt gebleven. ‘Andere gemeenten, zowel in de buurt als daarbuiten, vragen ons hoe wij dit doen. Aan ons de taak om uit te leggen wat we doen en wat het oplevert. Laatst gaven we zelfs een presentatie in Friesland, het verspreidt zich als een olievlek.’
Dichter bij huis kijkt Twenterand nu samen met dertien andere Twentse regiogemeenten of zij binnen het sociaal domein, naast het gezamenlijk inkopen van zorg, meer gemeenschappelijke noemers kunnen vinden. ‘We kijken welke afspraken Twenterand heeft gemaakt met gecertificeerde instellingen. Deels is dat maatwerk, deels zijn dat dingen die gemeenten overstijgen. Kunnen we hier collectieve richtlijnen in aanbrengen tussen gemeenten, instellingen, verwijzers en gecertificeerde praktijken en zo stappen zetten? Ook met zorgaanbieders kijken we hiernaar. Belangrijk omdat we, door onze krachten te bundelen, efficiënter kunnen werken en elkaar versterken. Elke gemeente brengt eigen expertise en ervaringen mee waardoor we ook nog eens van elkaar leren.’
‘Samen kunnen we veel bereiken, dat beseffen we soms te weinig‘
Kijkje in de keuken
Dat samen optrekken ging in het begin niet vanzelf, aldus Paters. ‘Eerst neigde iedereen vooral te kijken naar de eigen uitdagingen. Bij elkaar in de keuken kijken is ook spannend en moeilijk, maar vanuit gezamenlijk belang moet je dat toch durven doen. De uitdagingen bleken te ingewikkeld en langzaam kwam het besef: we kunnen dit niet alleen. We hebben andere gemeenten maar ook andere partners binnen het sociaal domein nodig, want iedereen is verantwoordelijk voor een deel in de keten van zorg. Dat kunnen we niet los van elkaar doen, een besef dat van onderop moet komen en dat kost tijd. Samen kunnen we veel bereiken, dat beseffen we soms te weinig.’