De agenda van Co Verdaas: een combi van dagelijkse uitvoering en toekomstdenken
Een grote, maar vooral nogal lege ruimte. Ten kantore van het waterschap Rivierenland. Een bureau aan de ene kant. En een laag zitje aan de andere kant. Sensoren, die het licht doen aangaan als je de ruimte betreedt. Hier en daar een verdwaald boek. Zoveel mag duidelijk zijn: Co Verdaas – dijkgraaf Waterschap Rivierenland – is niet erg gevoelig voor decorum of nodeloze opsmuk.
Overheid van Nu volgt verschillende professionals die veel interbestuurlijk samenwerken. Om te zien wat ze bereiken, maar ook waar ze in de praktijk tegenaan lopen. Breed durven kijken, in plaats van alleen de focus op de eigen opgave. Daarbij volgen we Co Verdaas in de komende maanden. ‘Organisaties moeten ‘op zoek gaan naar ‘raakvlakken’, naar logische samenwerkingsverbanden.’ |
We treffen Co Verdaas tijdens de 1ste honderd dagen na zijn aantreden. Een rasbestuurder, die in eigenlijk zo’n beetje iedere laag van Nederland gewerkt heeft. Iemand, die je met recht een bezige bij zou mogen noemen: dat word je alleen al helder als je naar zijn nevenfuncties kijkt: Verdaas is bijvoorbeeld lid van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur en deeltijd-hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft. Maar in zijn belangrijkste functie, daarin is hij pas net gestart: sinds maart 2019 is Verdaas dijkgraaf in het waterschap Rivierenland. In die hoedanigheid gaat Overheid van Nu Verdaas het komend jaar op een aantal momenten volgen.
Gepokt en gemazeld
In politiek-bestuurlijk opzicht zou je dus gerust kunnen stellen dat Verdaas gepokt en gemazeld is. Eigenlijk is er geen bestuurslaag, waar hij geen beleid voor gemaakt heeft, of bestuursverantwoordelijkheid voor gedragen heeft. Het gemeentelijk niveau leerde hij kennen als manager woondiensten van een corporatie. Ook was hij werkzaam bij de gemeente Zwolle. Om vervolgens op provinciaal en landelijk niveau als bestuurder actief te zijn. In die zin is zijn functie van dijkgraaf een logische stap.
Je vraagt je af, wat hem ertoe gebracht zou hebben om een functie als dijkgraaf te ambiëren?
Van huis uit is Verdaas planoloog. En misschien ligt daar wel die kiem, die rode draad in zijn carrière. Doelbewust verandering zoeken, waarbij ‘de huisjes niet heilig zijn’, maar wel constructief aan een beter Nederland gewerkt wordt. Zie bijvoorbeeld zijn betrokkenheid bij Niet Nix, het jongerenalternatief dat de PvdA in de jaren negentig deed opveren.
Je vraagt je af, wat hem ertoe gebracht zou hebben om een functie als dijkgraaf te ambiëren? Ook daarin is hij glashelder. Zijn trackrecord in de ruimtelijke ordening is groot. En in zijn ogen is ‘water’ en ‘klimaatadaptatie’ (met al zijn ruimtelijke consequenties) wellicht de grootste opgave van onze tijd. Daarbij komt, dat een waterschap een prachtige combi is van ‘op hoog niveau’ denken en ‘op hoog niveau doen’. Met het hoofd in de wolken en de voeten stevig in de dagelijkse klei.
Een combi van denken en doen
‘Weet je wat eigenlijk waar we als waterschap misschien wel het meest druk mee zijn?’ vraagt hij op een gegeven moment. ‘Meer dan de helft van de mensen is iedere dag bezig met heel concrete activiteiten: dijken beheren, bemonsteren, ratten vangen. En dat vind ik heerlijk, omdat dat ook rust geeft: voor een belangrijk deel weten onze mensen ‘s ochtends wat ze die dag moeten doen.’ Het geeft een kern aan de organisatie: van dagelijks onderhoud tot aan denken over de zeespiegelstijging op de langere termijn.’ Verdaas wil maar zeggen dat het waterschap zo veel meer is. Het is precies die spanning, die Verdaas opzoekt: een waterschap is een belangrijke gesprekspartner aan de Nederlandse bestuurstafels en kan reuzenstappen helpen zetten in het klimaatadaptatief maken van Nederland. Maar is in diezelfde beweging ook iedere dag opnieuw met directe uitvoering bezig.
‘Je moet goed om je heen kijken wie je nodig hebt om weer een klein stapje voorwaarts te kunnen zetten.’
De nieuwe omgevingswet straks goed laten werken, dat is een van de redenen waarom Verdaas het waterschap een prachtige werkomgeving vindt: water en klimaatadaptatie zijn daarin belangrijke thema’s. En het waterschap een logische en belangrijke partner. ‘Je kan de grote opgaven van deze tijd niet alleen oplossen.’ Wellicht een platitude, maar daarom zeker niet minder waar. En is het zaak om samen met je omgeving aan de slag te gaan. ‘Dus moet je goed om je heen kijken wie je nodig hebt om weer een klein stapje voorwaarts te kunnen zetten.’ Werkende weg te zoeken naar nieuwe, slimme oplossingen. ‘Niet gemakkelijk,’ volgens Verdaas. Want, simpelweg zaken in een verordening verbieden, dat is er niet bij: ‘that ship has sailed’. Of, dat is -op zijn minst- een doodlopende weg.
Hoe dan wel?
Maar wat dan wel? Hoe dan wel? Participeren is in zekere zin ‘onzekerheid creëren’. Want ‘echt participeren’ kan alleen als je nog geen eindplaatje hebt vastgelegd. Als nog lang niet alles in beton gegoten is. Maar niet precies weten, waar je aan toe bent, maakt onzeker. Zo ontstaan de klassieke bestuurlijke dilemma’s: als ik het nu open laat, wie is dan ‘in the end’ verantwoordelijk? En wat doe ik, als het traject een kant op dreigt te gaan, waarin ik me bestuurlijk niet senang voel? Zo maar wat verklaringen, die aangeven waarom samenwerken in Nederland (evenals in andere landen, overigens) ingewikkeld kan zijn.
‘Als we dit niet voor elkaar krijgen, dan loopt ons systeem echt vast.’
‘In dialoog belangen weten af te wegen; en zo samen tot oplossingen weten te komen, en die oplossingen vervolgens ook nog kunnen legitimeren: misschien is dat wel de kern van onze democratie. Dat betekent overigens niet dat iedereen dan ook tevreden is, maar dan is wel helder waarom we met elkaar bepaalde knopen hebben doorgehakt.’ Verdaas zegt het met overtuiging. ‘ Als we dit niet voor elkaar krijgen, dan loopt ons systeem echt vast. Het kraakt en het piept immers nu al.’