‘Kijk ook naar andere waarden dan alleen geld’

Een hamburger van een fastfoodketen kost zo’n 25 euro. Als je tenminste ook kosten meetelt zoals CO2 uitstoot tijdens de productie. Gezien de huidige maatschappelijke opgaven moeten we niet alleen kijken naar de economische, maar ook naar de ecologische en sociale waarden van dingen, vindt Astrid Kaag van de provincie Noord-Brabant. Volgens haar kunnen ambtenaren hierin een belangrijke rol spelen. Zo werkt de gemeente Dordrecht al met een methode om de werkelijke waarde van groen te berekenen.

Astrid Kaag
Beeld: ©Astrid Kaag

In 1 minuut

Willen we antwoord geven op de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, dan moeten we niet alleen kijken naar de economische waarde van dingen, maar ook naar de sociaalecologische waarde. Dat zegt Astrid Kaag van de provincie Noord-Brabant. Als overheid en private investeerders op die manier naar projecten en ondernemingen kijken én daarbij meer samenwerken, krijgen ze een heel ander beeld. Gemeente Dordrecht bedacht een tool om de waarde van groen te berekenen.

Erg geïnspireerd raakt Kaag van mensen die financiële winst niet als een doel op zich zien, maar als middel om maatschappelijke waarde te creëren. Ondernemers zoals Caffeine Dealers bijvoorbeeld. ‘Deze onderneming verbindt twee vraagstukken met elkaar: ze leidt cliënten uit de psychiatrie op tot koffiebrander en barista, zodat die weer een plek in de samenleving vinden. Hun fairtrade koffie wordt vervolgens verkocht in ggz-instellingen. Een goede slag, want daar wordt veel koffie gedronken.’

'Als publieke en private sector meer samenwerken, kunnen ze veel beter maatschappelijke vraagstukken oplossen’

Impact op levens

De provincie Noord-Brabant startte het Brabant Outcomes Fund (BOF), dat erop is gericht om ondernemers zoals Caffeine Dealers te helpen met opschalen. Kaag: ‘Private investeerders schieten een bedrag voor aan de ondernemer, en de overheid betaalt de investeerders bij resultaat met een kleine winst terug. De investeerder neemt dus het risico. We berekenen het resultaat vervolgens niet alleen in financieel opzicht (bijvoorbeeld: hoeveel uitkeringen konden we stopzetten?) maar ook aan de hand van de impact die zo’n onderneming heeft op de levens van mensen. Zijn ze bijvoorbeeld minder eenzaam, wordt hun leefomgeving groener, hebben ze meer sociale contacten, voelen ze zich weer gezien?’

Samenwerking publiek en private instellingen

Kaag denkt dat als publieke en private sector meer samenwerken en daarvan leren, ze veel beter maatschappelijke vraagstukken op kunnen lossen. Ondernemingen als Caffeine Dealers zitten immers op het snijvlak van publieke en private sector. ‘Op het moment dat ze starten wil men graag helpen met netwerk, crowdfunding of een subsidiepotje. Maar zijn ze eenmaal toe aan opschaling, dan moeten ze aankloppen bij traditionelere instellingen zoals banken. En als die geen financiële winst behalen, dan houdt het op.’

'Kijk je naar wat een onderneming in ecologisch en sociaal opzicht oplevert, dan krijg je een heel ander beeld'

‘Het zou interessant zijn’, vindt Kaag, ‘als een bank ook kijkt naar de totale waarde voor de samenleving. Kijk je naar wat een onderneming in ecologisch en sociaal opzicht oplevert, dan krijg je een heel ander beeld.’ Ook de overheid zelf zou dit beeld meer voor ogen kunnen houden. ‘We verschaffen subsidies op basis van plannen die initiatiefnemers ons voorleggen, en rekenen uiteindelijk af op financiële graadmeters. Jammer genoeg hebben we het dan niet, of nauwelijks, over het effect op de maatschappij.’ Vandaar de oprichting van BOF.

Dordrecht

Maar hoe bereken je de sociaalecologische impact van projecten? Gemeente Dordrecht werkt met een tool om hier een financiële waarde aan te koppelen. Rik Heinen, adviseur Water bij de gemeente: ‘In de komende jaren zullen in Dordrecht meer woningen gebouwd worden, maar moeten we dan alle groene zones – die niet direct financieel iets opleveren – daarvoor opofferen?’ In opdracht van de gemeente gaat het RIVM een analyse doen naar de waarde van die groene zones. Zij zetten daarvoor de groene baten planner-methodiek in.

'De waarde hangt voor een deel samen met de belevingswaarde van bewoners'

Heinen: ‘Je kunt de tool inzetten voor veel verschillende aspecten, bijvoorbeeld ook sociale cohesie.’ Hij benadrukt dat de tool een hulpmiddel is. ‘Hij is vooral nuttig voor als we in gesprek gaan met projectontwikkelaars. Zij denken altijd vanuit euro’s, en wij kunnen ze met de tool in getallen de waarde van een bepaalde plek in de stad laten zien.’ Die waarde hangt voor een deel samen met de belevingswaarde van bewoners. ‘Woongenot, de kwaliteit van de leefomgeving, sociale contacten. Dat zijn subjectieve aspecten. Maar we kijken ook naar objectieve dingen: hoe vaak maken mensen gebruik van een bepaalde plek, wat voor mensen zijn dat, wat is de luchtkwaliteit, wat is het effect op het klimaatprobleem en op de gezondheid van omwonenden?’

Klein beginnen

Ook Kaag ziet het belang van deze wisselwerking tussen objectieve en subjectieve waarden. ‘Wij kunnen als overheid dingen belangrijk vinden, zoals dat mensen aan het werk gaan omdat we dan minder uitkeringen hoeven te betalen. Maar die mensen vinden zelf misschien iets heel anders belangrijk, zoals contact met anderen op de werkvloer. Meervoudige waarde bepaal je dus ook door het perspectief van de mensen waar het om gaat, mee te nemen.’

Wil je als ambtenaar graag denken en handelen vanuit andere waarden dan puur economische, hoe pak je dat dan het beste aan? Astrid Kaag adviseert: ‘Begin klein. Vraagstukken zoals het klimaatprobleem of mensen terugbrengen op de arbeidsmarkt zijn complex en gaan over systeemveranderingen. Die kun je niet zomaar oplossen met een rechtlijnig, simpel antwoord. Maar je kunt wel kleine dingen uitproberen. Wees niet bang om fouten te maken: hoe lastiger het wordt, hoe zekerder je weet dat je op de goede weg bent. En werk vooral veel samen. Je kunt de vraagstukken alleen samen met andere sectoren en mensen oplossen.’