Het huidige stelsel zit aan de grenzen van zijn lenigheid
Drie inzichten van de Dag van de Financiële Verhoudingen
Alle ingrediënten zijn aanwezig: een keur aan essays, geschreven door experts. Een mix van bestuurders, beleidsmedewerkers, wetenschappers uit alle hoeken van Nederland. Het weer werkt mee. Ideaal om in iets meer dan twee uur bijgespijkerd te worden over die toch altijd wat fragiele verhouding tussen overheid en uitgaven. Wie bepaalt en wie betaalt: en wat betekent dat voor regionale samenwerking? ‘Inzichten van de Dag van de Financiële Verhoudingen’ in drie quotes.
Quote 1:
‘Veel financiële afwegingen worden impliciet gemaakt. Daardoor ontstaat vaak gerommel.’
Een quote van burgemeester Marianne Besselink (gemeente Bronckhorst). Zoals ze zelf aangeeft is ze een groot voorstander van regionale samenwerking. Waarbij ze ook vaststelt dat samenwerking ook een vorm van ‘moeten’ is: ‘In de Achterhoek hebben we elkaar nodig, dus dan doen we dat!’ Die onderlinge regionale samenwerking ontstaat vaak werkende weg: ‘Heel veel financiële, maar ook bestuurlijke afwegingen in regionale samenwerkingen worden impliciet gemaakt. Daardoor ontstaat er vaak gerommel.’ In goede tijden is dat niet zo heel erg, betoogt Besselink. Dan is die onderlinge solidariteit nog te organiseren. Maar als het even tegenzit, dan is samenwerken lastiger: ‘Solidariteit houdt op als er pijn te verdelen is’.
Lees hier het volledige artikel waarin Marianne Besselink deze quote verder toelicht.
Quote 2:
Het basisprincipe van gezonde financiële verhoudingen stelt dat ‘beslissen, betalen en genieten zoveel mogelijk in één hand moeten worden belegd.’
Een quote van Maarten Allers (raadslid van de ROB en directeur COELO). Die vaststelt dat de Regiodeals laten zien dat ‘het lastig is om regionale samenwerkingen direct te bekostigen - er is namelijk geen formele regio-organisatie.’ Waarbij er, dankzij de co-financieringseisen van de Regiodeals bovendien nogal complexe samenwerkingsvormen worden opgetuigd. In die zin gaat regionale samenwerking dus feitelijk in tegen het basisprincipe van financiële verhoudingen. Dat basisprincipe stelt dat ‘beslissen, betalen en genieten zoveel mogelijk in een hand moeten worden belegd.’ Met andere woorden: niet betalen met andermans portemonnee.
Dat pleit – een stokpaardje van Allers- in zijn ogen voor een democratisch regiobestuur mét budgetrecht. Want dan is directe bekostiging mogelijk. Maar, zo stelt hij droog vast: ‘dat democratische regiobestuur, dat kennen we in Nederland niet.’ Financiën worden dus alleen indirect gegund. Met bijbehorend democratisch gat, en een gebrekkige doelmatigheid. Een uitweg is er uiteraard, namelijk het instellen van het democratisch regiobestuur: ‘Denk eens aan de provincie,’ zegt Allers.
Lees in dit artikel meer over het betoog van Maarten Allers.
Quote 3:
‘Opeens ben je na die fusie een grote werkgever. Een zogenaamde 100.000+ gemeente.’
Een quote van burgemeester Hafkamp van de gemeente Bergen. Zij laat zien, welke voordelen een ambtelijke fusie kan bieden. ‘Samen, maar toch apart.’ Zo luidde ooit de titel van een rapport van de gemeente Bergen over de gemeentelijke fusie, waar de gemeente mee van doen had. In 2013 startten de eerste gesprekken over een gemeentelijke samenwerking. Met als doel om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren.
Uiteindelijk is gekozen voor een ambtelijke fusie. Waarbij vier gemeenten nauw samenwerken, ondersteund door één ambtelijk apparaat. Maar waarbij wel iedere gemeente zijn eigen bestuur en raad ‘overeind heeft gehouden’: zo kent de ambtelijke fusie BUCH vier gemeentebesturen, vier raden en vier stadhuizen. Maar de gemeenten hebben wel één werkorganisatie. Met als één van de voordelen dat de nieuwe schaalgrootte van de samenwerkende gemeenten een nog aantrekkelijker werkgever maakt.
In dit artikel gaan burgemeester Hafkamp en oud-wethouder Ronald Vuijk dieper in op het vraagstuk ‘samenwerken’.
Conclusie van de Dag:
De rode draad uit de discussie van de Dag én de opbrengst van de verschillende essays is in één regel samen te vatten: samen inzetten op doen, vertrouwen op elkaar, en focus op de inhoud is uiteindelijk belangrijker dan de vraag hoe we de financiën precies regelen.
Hetgeen niet wegneemt, dat ‘het vraagstuk van de regionale bekostiging prominent op de agenda moet staan,’ aldus Annelies Kroeskamp, (ministerie van BZK). Daarbij moeten de samenwerkende overheden met elkaar ‘wel de randjes van het (financiële) vlak op durven zoeken.’ Nieuwe vormen van samenwerking zijn nodig. Zoals bijvoorbeeld in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid: wellicht zo’n voorbeeld van ‘kijken wat er wel kan!’ In de wetenschap dat ‘het huidige stelsel aan de grenzen van zijn lenigheid’ zit, is het zaak om ‘inhoud en bekostiging’ veel dichter bij elkaar te brengen. Tot die tijd is lenigheid een voorwaarde.