Johan Osinga (LNV): ‘Het werkt het beste als burgers zélf de opgave zien’
Zekerheid 1: Centraal staat het oplossen van een maatschappelijke opgave
Elke maand vragen we iemand die betrokken is bij het Interbestuurlijk Programma één van de 7 zekerheden van het IBP te kiezen, en te vertellen wat die voor hem of haar betekent in het kader van een actuele of urgente opgave. Deze keer is dat Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij. Hij koppelt de vitalisering van het platteland (‘Dáár sta ik voor aan de lat’) aan waarde 1: ‘Centraal staat het oplossen van een maatschappelijke opgave’. Die waarde zegt dat interbestuurlijke samenwerking geen doel op zich is, maar noodzakelijk om effectief en op de juiste schaal een aantal maatschappelijke opgaven aan te pakken.
Vraagstuk goed formuleren
‘In mijn vorige functie als secretaris van de provincie Overijssel was ik via het IPO nauw betrokken bij de opgave Vitaal Platteland van het Interbestuurlijk programma. Nu mag ik daar vanuit mijn positie bij het Rijk met iets meer afstand naar kijken. Ik kies voor waarde 1, omdat ik er van overtuigd ben dat we complexe opgaves zoals Vitaal platteland echt als één overheid moeten aanpakken. Waarde 1 vraagt ons allereerst het vraagstuk goed te formuleren: wáár lopen mensen tegenaan? Vervolgens besluiten we hoe we het met z’n allen gaan aanpakken.’
Risico van ondermijning
‘De leefbaarheid op het platteland is van groot belang. Je moet er goed kunnen wonen en werken, maar de uitdagingen daarbij zijn niet gering. De voorzieningen voor bewoners staan onder druk. De landbouw verandert, waardoor er onder andere op afzienbare termijn veel stalruimte leeg komt te staan. De opgaves op het gebied van klimaat en energietransitie komen er aan. Er zijn miljoenen vierkante meters asbestdaken die gesaneerd moeten. En dan is er nog het risico van ondermijning, dat in sommige gebieden hele serieuze vormen aanneemt. Bij het aanpakken van dit soort vraagstukken kom je als overheid niet ver, als elke bestuurslaag zich om de beurt bij de burger meldt.’
‘Ik kan er enorm van genieten als mensen trots zijn op wat ze op eigen kracht bereiken’
“Van-buiten-naar-binnen”
‘In de praktijk zie je dat het alleen lukt als we "van-buiten-naar-binnen" denken en de gebruiker centraal stellen. En het werkt het beste als burgers zélf de opgave zien en er mee aan de slag willen. Dat betekent dat je vraagstukken moet aan aanpakken in logische, niet al te grote gebieden en dat je kiest voor een manier van werken die begrijpelijk is. Dat is best lastig allemaal, maar ik ben er wel optimistisch over: als het lukt, dan voel je de energie gewoon omhoog borrelen. Deze manier van werken past heel goed bij de kernwaarden van het ministerie van LNV, vind ik: slagvaardig, vernieuwend en met lef. In het kader van de opgave Vitaal Platteland zie je hier en daar nu al hoe goed dat kan uitpakken. Een paar weken geleden was ik bijvoorbeeld in de Achterhoek, waar boeren zélf al begonnen zijn om kunstmestvrij te werken en waar je als overheid in goede samenwerking dan nog het juiste zetje kunt geven. Ik kan er persoonlijk enorm van genieten, als ik merk hoe trots mensen daar zijn op wat ze op eigen kracht bereiken.’