1 jaar IBP: leren over interbestuurlijk samenwerken
Het Interbestuurlijk Programma (IBP) bestond 14 februari 1 jaar. Tijd om stil te staan bij wat er het afgelopen jaar is geleerd en vooral, wat er nog te gebeuren staat.
De ‘prille liefde’ is voorbij, er zijn stevige discussies gevoerd het afgelopen jaar, maar de relatie tussen alle deelnemers van het Interbestuurlijk Programma (IBP) is bestendig gebleken, aldus Laurette Spoelman van Binnenlandse Zaken. Hoe gaat het met de tien IBP-opgaven? Welke stappen zijn gezet? En vooral, wat is er nu nodig om de overheid van nu, de interbestuurlijke samenwerkingen, verder vorm te geven?
Eenvoudig was het afgelopen jaar zeker niet altijd. Dat beaamden vier betrokkenen van de opgave Vitaal Platteland. Het eerste jaar werd eerst gedomineerd door discussies wat er nu precies onder deze opgave valt. ‘Is dat bijvoorbeeld ook mobiliteit en landbouw, of concentreren we ons meer op natuurbeheer en het voorzieningenniveau in krimpgebieden? De vraagstukken die lokaal spelen, bepalen de opgave’, stelt Edward Stigter van de VNG.
Er zijn 15 gebieden benoemd waar problemen gezamenlijk worden opgepakt. ‘Het ministerie van LNV sluit hierin aan bij een regionale agenda’, vertelt Olga van Kalles, programmamanager van Vitaal Platteland. ‘Dat is een hele andere rol dan gebruikelijk voor het rijk.’ Albert Vermuë, directeur van de Unie van Waterschappen geeft aan dat ook de eigen organisatie flexibel genoeg moet zijn om mee te kunnen werken aan de vraagstukken in de verschillende gebieden. ‘Over onze rol als opdrachtgevers hebben we de nodige gesprekken gevoerd’, vult Albert Thijssen van de provincie Gelderland aan. ‘We zijn eigenlijk vooral ambassadeurs voor Vitaal Platteland.’
Wat interbestuurlijk samenwerken in de praktijk inhoudt, is best een worsteling gebleken, beaamt Marianne Betten van het IBP-programmateam en het ministerie van BZK. ‘Als het gaat om de inhoud gaat het best goed. Er is de wil om gezamenlijk problemen aan te pakken. Maar als het aankomt op geld dan vergeten we samen te werken en schieten velen toch weer in de onderhandelmodus.’
Meenemen
Het komend jaar moet de interbestuurlijke samenwerking verder vorm krijgen. Daarvoor is onder meer nodig dat de koepels hun achterban meer meenemen in het ‘verhaal IBP’, vindt Renske Steenbergen van de VNG en lid van het IBP-Programmateam. ‘Wat speelt er in de achterban behoeft meer aandacht.’ Er komt ook meer aandacht om de inzichten en ervaringen van het IBP te verzamelen en te delen door middel van ‘leerateliers’. Ook gaan we circa 25 professionals volgen. Deze ‘storytellers’ met ervaring in het interbestuurlijk samenwerken delen hun ideeën en ervaringen. Hun verhalen komen op de nieuwe website van het IBP: Overheid van nu. Ook is er, net als vorig jaar een klein budget om opgaven te versnellen waar dat mogelijk is.