Bestuursakkoord Klimaatadaptatie: ‘Mensen gaan er nu écht iets van merken’
Het succesvol aanpassen van de ruimtelijke omgeving aan klimaatverandering vraagt expliciet om een integrale aanpak. Met het op 20 november getekende Bestuursakkoord Klimaatadaptatie onderschrijven Rijk, provincies, gemeentes en waterschappen dat nog eens én doen ze boter bij de vis. Voor de komende jaren is 600 miljoen euro beschikbaar om Nederland weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen, over het belang van het Bestuursakkoord: ‘Klimaatadaptatie is bij uitstek een opgave die van ons vraagt dat we optreden als één overheid.’
Geen abstractie meer
Het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie, dat een verdere, praktische invulling geeft aan het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, komt niets te vroeg, vindt Oosters. ‘Dat Deltaplan vindt zijn oorsprong onder andere in de extreme wateroverlast in Zuidoost-Brabant in 2016. In korte tijd was er voor maar liefst zo’n 700 miljoen euro schade. Dat heeft mensen snel wijzer gemaakt en de bereidheid bevorderd om aan de slag te gaan. Klimaatverandering was lang een abstractie, maar dat punt zijn we inmiddels wel voorbij. De droogte van dit jaar onderstreept dat nog eens.’
‘Extreem weer heeft mensen snel wijzer gemaakt en de bereidheid bevorderd om aan de slag te gaan’
Samenleving verlangt samenwerking
Dat vereenvoudigde de gesprekken tussen Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg en Unie van Waterschappen beslist. Oosters: ‘Het akkoord heeft een dubbele waarde. Het gaat om vier overheidslagen, met elk hun eigen rol, die zich tot elkaar bekennen en de belangen in overeenstemming brengen. Daarmee geven we een belangrijk signaal aan de samenleving: dáár gaan we naar toe. Met het Bestuursakkoord bevestigen we, in lijn met het Interbestuurlijk Programma, als overheden nog eens aan elkaar dat we dit écht samen gaan aanpakken’, zegt Oosters. Een andere koers zou ook niet uit te leggen zijn, denkt hij. ‘De samenleving verlangt het van ons: die wenst dat we hierin optreden als één overheid, die integraal samenwerkt.’
Twee keer 300 miljoen
Het aanpassen van de leefomgeving aan klimaatverandering is kostbaar en complex. Maar niets- of te weinig doen tegen overlast door water, hitte en droogte, leidt tot grote risico’s voor economie, gezondheid en veiligheid. Onderzoek door Deltares berekent bijvoorbeeld dat zonder extra maatregelen de schade door regenval en droogte alleen al in de steden kan oplopen naar ruim 70 miljard euro tot het jaar 2050. Het Bestuursakkoord beschrijft met welke ambities Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen Nederland “waterrobuust” en klimaatbestendig willen inrichten (zie illustratie). Daarvoor is 300 miljoen euro beschikbaar vanuit het Rijk. De decentrale overheden leggen een even groot bedrag bij. Met behulp van stresstesten wordt komend jaar bekeken waar de meest kritische knelpunten zitten, als het gaat om bijvoorbeeld wateroverlast, droogte of extreme hitte. In 2020 moeten de plannen van gezamenlijke overheden klaar zijn die zeggen hoe- en met welke projecten deze impuls van 600 miljoen het meest effectief kan worden ingezet. Hiermee kan de komende jaren zeker verschil gemaakt worden, vindt Oosters: ‘Met het geld ontstaat handelingsperspectief. Als er bijvoorbeeld ergens een waterplein nodig is, dan kan dat ook binnen afzienbare termijn gerealiseerd worden. Mensen in heel Nederland gaan er nu écht iets van merken.’
‘Samenleving verlangt van ons dat we optreden als één overheid, die integraal samenwerkt’
Vooruit kijken
De breedte van het Bestuursakkoord maakt dat alle aspecten van klimaatadaptatie aan bod kunnen komen en dat kennis en ervaringen effectief gedeeld worden. Oosters: ‘Door het uitvoeren van stresstesten brengen gemeenten, waterschappen en provincies nu de knelpunten én het laaghangend fruit in beeld.’ Doordat er nu duidelijke afspraken zijn en er budget beschikbaar is, kan daar snel op gehandeld worden. ‘En tegelijk’, zegt Oosters, ‘begint het ministerie van BZK bijvoorbeeld met het kijken naar de bouwregelgeving. Waar en hoe moet die aangepast worden, zodat we de enorme woningbouwopgave die er ligt energieneutraal én klimaatbestendig gaan aanpakken? Je bouwt voor de toekomst, met een horizon van 50 tot 100 jaar, dus we moeten nu echt vooruit gaan kijken. Met de uitkomsten van de stresstesten die op het programma staan en de pilots die nu snel kunnen starten, worden weer inzichten opgedaan voor de toekomst.’
(Véél) meer weten over ruimtelijke adaptatie aan een veranderend klimaat en de interbestuurlijke samenwerking op dit gebied? Raadpleeg dan het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie.