Privacy en gegevens delen in het sociaal domein: de wetgever is aan zet

Een betere juridische basis voor het delen van gegevens in het sociaal domein.

Privacywetgeving en gegevens delen in het sociaal domein – ze staan op gespannen voet. Welke aanpassingen in de wet zijn nodig om professionals beter te faciliteren en de privacy van mensen beter te waarborgen? Het Programma Sociaal Domein ontwikkelde drie voorstellen voor een betere juridische basis voor de uitwisseling van persoonsgegevens. Gemeenten krijgen daarbij een wettelijke grond om te verkennen of er sprake is van multiproblematiek. Tijdens een werkconferentie op festival de Bedoeling, 14 november jl. in Apeldoorn, reageerden professionals, bestuurders en privacydeskundigen op de voorstellen.

Gesprek in kringvorm

Om een goed beeld te krijgen van de problematiek rond een persoon is het vaak nodig persoonsgegevens uit meerdere domeinen bij elkaar te brengen. Daarvoor is vanuit privacywetgeving een wettelijke grondslag een voorwaarde. En die is er niet, zo blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Resultaat: professionals weten niet waar ze aan toe zijn. En: mensen krijgen niet altijd de hulp die zij nodig hebben.

Gegevens delen over domeinen heen is voor de toeleiding in het sociaal domein nodig voor ongeveer 5 procent van de inwoners. Dan gaat het om mensen die op meerdere leefgebieden problemen hebben. Dat is in een kwart van de casussen het geval. Daar ziet de AP een hiaat in de wetgeving.

Welke aanpassingen zijn nodig in de wet?

De vraag is: welke aanpassingen in de wet zijn nodig om de praktijk beter te faciliteren en de privacy van de burger beter te waarborgen? Daarvoor keek het traject Uitwisseling persoonsgegevens en privacy van het Programma Sociaal Domein naar drie veelvoorkomende praktijksituaties.

Terry Lamboo van UPP, en projectleider bij het ministerie van BZK: ‘Gegevens moeten noodzakelijk zijn om te verwerken voor een duidelijk doel. Dat vraagt per casus om een afweging. We willen de mogelijkheid creëren om te verkennen of er sprake is van meervoudige problematiek. Tegelijkertijd willen we voorkomen dat iedereen met een enkelvoudige vraag door de hele wasstraat wordt gehaald. Niemand wil dat.’

Praktijksituatie 1 > Een persoon meldt zich met een hulpvraag

Meldt iemand zich met een hulpvraag en zijn er vermoedens van problematiek op meerdere leefgebieden? De gemeente krijgt dan een wettelijke taak om dit te verkennen. Is het antwoord op de vraag ‘ja’? Dan mag de gemeente ook een casusoverleg organiseren om tot een gezamenlijk plan van aanpak te komen met ketenpartners. Uitgangspunt: elke stap gebeurt in samenspraak met de persoon in kwestie.

grafiek inwoners en beroep op sociaal domein
Beeld: ©Ministerie van BZK

“Elke stap gebeurt in samenspraak met de persoon in kwestie”

Praktijksituatie 2 > Meldingen door een professional

Welke wettelijke grondslag is nodig bij meldingen door een professional? Een praktijkvoorbeeld. Een coördinator Integrale Veiligheid van een gemeente wordt geconfronteerd met een situatie van ernstige overlast door een zoon. Er is veel aan de hand in het gezin. De coördinator komt niet verder. Ook krijgt hij geen zicht welke andere organisaties betrokken zijn. Kortom, hij vermoedt dat er een samenhangende aanpak nodig is, maar de hulp stagneert.

In dat geval krijgt de gemeente de wettelijke taak om te organiseren dat hulpverlening en of samenwerking tussen betrokken organisaties op gang komt. De gemeente is verantwoordelijk voor de ‘procesregie’: het op gang brengen van noodzakelijke samenwerking. Zo nodig zet de gemeente voorzieningen in uit het sociaal domein. Wat niet de bedoeling is: de gemeente vertelt de betrokken organisaties wat ze moeten doen.

Praktijksituatie 3 > Meldingen door derden

Het derde voorstel voor wetsaanpassing gaat over melden door derden. Niet zelden komt namelijk een melding bij een gemeente binnen via buurtbewoners, familie of vrienden. Zoals: ‘Ik zie dat het niet goed gaat met mijn bejaarde buurvrouw. Maar ik zie geen mogelijkheid om dat te bespreken.’

Burgers verwachten dan dat de gemeente op zijn minst gaat kijken wat er aan de hand is. Maar wat mag een gemeente, met het oog op gegevensverwerking? Terry Lamboo: ‘Wij stellen voor dat de gemeente bij meldingen door derden de wettelijke taak krijgt om de meldingen te verkennen. Het verschil met de vorige twee situaties is dat er meer onduidelijkheid is. Er is nog geen betrokkenheid van de gemeente, evenmin is duidelijk of er een hulpvraag is. Wellicht zijn er al organisaties betrokken. Voorzichtigheid is dus geboden. Hoe we die voorzichtigheid inbouwen, dat is de vraag.’

“De verschillen in perspectief van gemeenten en professionals kwamen duidelijk naar voren”

Wat vinden professionals, bestuurders en privacydeskundigen van de voorstellen?

Op de werkconferentie tijdens festival de Bedoeling volgde een levendige discussie tussen professionals, bestuurders en privacydeskundigen over de drie voorstellen. De verschillen in perspectief van gemeenten en professionals kwamen duidelijk naar voren.

Vooral beroepsorganisaties vinden soms dat er niet per se wetsaanpassingen nodig zijn. ‘Als er eenmaal hulpverlening op gang is, is er voldoende wettelijke grondslag om integraal te werken’, aldus een deelnemer. ‘Zolang er goede werkafspraken zijn en doelbinding kunnen we met de huidige wetgeving uit de voeten.’ Anderen merkten op: ‘Een grotere rol van gemeenten leidt vooral tot sturen op geld.’

Laura Ghirlanda van de Autoriteit Persoonsgegevens ziet wel een probleem: ‘Als de situatie duidelijk is en hulpverlening op gang is, zijn er meestal voldoende mogelijkheden om gegevens te delen. Het probleem zit juist in de fase daarvoor, in de toeleidingsfase. Ofwel: de fase dat nog niet duidelijk is of er een hulpvraag is. In die fase is de gemeente aan zet. Daar zien wij onvoldoende grondslag.’

“Als we de afweging om wel of geen gegevens te delen bij professionals leggen, zijn we verplicht om hen goed uit te rusten”

Meer duidelijkheid

Gemeenten hebben behoefte aan meer duidelijkheid. Een gemeente: ‘De kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens maakt het onduidelijk wat mag bij het verkennen van de hulpvraag. Daardoor kan het gebeuren dat we multiprobleemsituaties niet onderkennen. De mensen waar het om gaat, zijn daarvan de dupe. Duidelijkere wetgeving op dit punt helpt enorm.’

Waar iedereen het wél over eens is: ontwikkel professionals en versterk hun competenties als het gaat om gegevens delen. ‘Leggen we de afweging om wel of geen gegevens te delen bij professionals? Dan zijn we verplicht om professionals goed uit te rusten.’

‘De roep om maatwerk, wordt breed gedeeld’, constateert Terry Lamboo. ‘Hoe we daar waarborgen voor inbouwen is een puzzel. Maar die zorg nemen we ons als Programma Sociaal Domein ter harte bij de voorstellen voor de benodigde aanpassing van wet- en regelgeving. We houden jullie op de hoogte!’

Lees hier het hele verslag.