Proeftuinen Aardgasvrije Wijken van start

Minister Kajsa Ollongren gaf samen met de Drentse Commissaris van de Koning, Jetta Klijnsma, in Assen het startschot voor de proeftuinen Aardgasvrije Wijken. Dit gebeurde maandag 1 oktober in de wijk Lariks West, een van de geselecteerde proeftuinen. 74 gemeenten dienden in de afgelopen maanden een plan in voor het aardgasvrij maken van een wijk. Uit de inzendingen werden 27 gemeenten geselecteerd, die de aankomende jaren aan de slag gaan met de transitie naar aardgasvrij in een door hen geselecteerde wijk. Jos van Dalen (kwartiermaker programma Aardgasvrije Wijken bij het ministerie van BZK) heeft hoge verwachtingen van de wijkgerichte aanpak.

Minister Kajsa Ollongren bezoekt de proeftuin Lariks West in Assen en maakt daar een wandeling met buurtwerker Arthur Doornebosch.
Beeld: ©Ministerie BZK
Minister Kajsa Ollongren bezoekt de proeftuin Lariks West in Assen en maakt daar een wandeling met buurtwerker Arthur Doornebosch.

Wijkgerichte aanpak

“Onder het nieuwe regeerakkoord en het Klimaatakkoord van Parijs is de opgave voor de gebouwde omgeving flink gegroeid,” vertelt Jos van Dalen. Daardoor zijn de energietransitie, circulair bouwen en klimaatadaptatie nu hoofdthema’s binnen de directie Bouw en Energie. In samenwerking met het ministerie van EZK en de medeoverheden VNG, IPO en Unie van Waterschappen onderzoekt het ministerie van BZK hoe je de energietransitie via een wijkgerichte aanpak op kunt schalen.

“Als je écht per 2050 de hele gebouwde omgeving fossielvrij wilt krijgen, dan is een aanpak via wijken heel verstandig. Dat past namelijk goed bij de werkwijze van gemeenten en partners, en zij moeten het uiteindelijk doen,” vertelt Jos van Dalen. Gemeenten verbinden de opgaven waar zij voor staan vaak aan lokale behoeften. Dat is ook het idee achter het programma Aardgasvrije Wijken: via een wijkgerichte aanpak kun je verschillende opgaven binnen én buiten de energietransitie met elkaar verbinden en zo synergie bereiken.

“Als je écht per 2050 de hele gebouwde omgeving fossielvrij wilt krijgen, dan is een aanpak via wijken heel verstandig.”

Opgaven verbinden

“Als er bijvoorbeeld een riool vervangen moet worden en de straat moet open, dan kun je dat meteen combineren met het aanleggen van een warmtenet. Of als een corporatie in een wijk haar bezit wil renoveren, maak dan meteen de woningen aardgasvrij en probeer tegelijkertijd andere woningen en gebouwen in de wijk mee te nemen,” legt Jos van Dalen uit. “Mijn opdracht is om uit te vinden hoe je dat in de praktijk kunt organiseren.” Daarbij is het belangrijk om bewoners actief te betrekken. Niet alleen om draagvlak te creëren, maar ook om mensen zo goed mogelijk te betrekken bij ingrijpende maatregelen in hun wijk en hun woningen.

De energietransitie is wat dat betreft een ingewikkelde opgave, legt Jos van Dalen uit. “Bij het aardgasvrij maken van een huis moet de cv-ketel worden vervangen, terwijl die vanuit het perspectief van de bewoner nog jaren meekan. De cv-ketel kennen we als een apparaat dat altijd werkt en relatief goedkoop is. Daar komt iets voor in de plaats waarvan mensen niet precies weten wat het is, en waarvoor je vaak ook nog vrij veel aan je huis moet aanpassen. Die aanpassingen zijn niet zichtbaar en leuk, en voelen voor de bewoner niet als een noodzaak. Pas achteraf constateren ze dat het wooncomfort beter is geworden en de energierekening lager.”

De grootste uitdaging voor de gemeenten die aan de slag gaan met een proeftuin is om uit te vinden hoe je mensen tóch meekrijgt. Volgens Jos van Dalen is het daarbij belangrijk om de transitie te koppelen aan de meer zichtbare opgaven die spelen in de wijk. “Door bijvoorbeeld naast het aardgasvrij maken van een wijk ook problemen aan te pakken op het gebied van leefbaarheid of veiligheid, krijgen de bewoners het gevoel dat hun buurt er écht beter van wordt. Dat helpt hen om ook de energietransitie als positief te ervaren.”

Proeftuin Lariks West

De wijk Lariks West in Assen is één van de 27 uitverkoren wijken die meedoet met de proeftuinen Aardgasvrije Wijken. De gemeente zal zich onder andere bezighouden met de vraag hoe je eigenaar-bewoners van woningen kunt helpen de maatregelen die zij moeten nemen te financieren zonder dat zij in één keer een heel groot bedrag moeten betalen. Hiervoor hebben zij het Asser Servicekostenmodel ingericht. In de proeftuin wordt dit idee verder uitgewerkt.

Jetta Klijnsma, wethouder Gea Smith, Kajsa Ollongren en mevrouw Wammes, die tijdens het bezoek aan Lariks West vertelde over de aanpassingen in haar woning en haar ervaringen met aardgasvrij wonen.
Beeld: ©Ministerie BZK
Op de foto: v.l.n.r. Jetta Klijnsma, wethouder Gea Smith, Kajsa Ollongren en mevrouw Wammes, die tijdens het bezoek aan Lariks West vertelde over de aanpassingen in haar woning en haar ervaringen met aardgasvrij wonen.

Kennis- en leerprogramma

Voor het jaar 2018 stelt het Rijk 120 miljoen euro beschikbaar voor de proeftuinen. “Daarmee financieren we de onrendabele top,” vertelt Jos van Dalen. “Daartegenover staat dat de gemeenten meedoen met het programma Aardgasvrije Wijken en hun wijk écht aardgasvrij gaan maken, en dat wij de kennis die daaruit voortkomt kunnen gebruiken. En dat gemeenten van elkaar leren. We kijken samen wat de rode draden uit de proeftuinen zijn. Deze onderzoeken en delen we met andere gemeenten in een kennis- en leerprogramma, onder regie van de VNG. In deze leerkring betrekken we drie lagen: de proeftuinen, gemeenten die al met de transitie bezig zijn, en gemeenten die erover nadenken. Uiteindelijk willen we alle gemeenten in Nederland bereiken. Gezamenlijk ontdekken we wat een gemeente allemaal nodig heeft om de regie goed te kunnen pakken.”

“Gezamenlijk ontdekken we wat een gemeente allemaal nodig heeft om de regie goed te kunnen pakken.”

Vragen die het programma Aardgasvrije Wijken uiteindelijk moet beantwoorden zijn: Wat betekent de transitie naar aardgasvrij voor de wetgeving? Welke knelpunten komen gemeenten tegen en hoe los je deze op? Kunnen we lessen trekken uit participatie? Het antwoord op deze vragen kan bijvoorbeeld een handreiking zijn, maar soms zijn misschien ook wetswijzigingen nodig, zo stelt Jos van Dalen. Welke producten er precies uitkomen is nog niet helemaal te voorspellen. “Vanuit interactie tussen wat er in de proeftuinen en in het kennis- en leerprogramma gebeurt en vanuit wat er al bekend is over de energietransitie sturen we aan op een continu verbeterproces.”

Monitoring en verantwoording

Ook voor het ministerie van BZK en de samenwerkingspartners zelf ligt nog een belangrijke vraag open: Hoe monitor je de voortgang van de proeftuinen? “Voor de hand ligt om te monitoren hoe veel en hoe snel huizen in een wijk van het aardgas af worden gehaald. Maar door alleen daarnaar te kijken zie je andere belangrijke aspecten zoals burgerbetrokkenheid over het hoofd. Daarom hebben we verschillende wetenschappers en hoogleraren uitgenodigd om met ons over de monitoring na te denken,” vertelt Jos van Dalen.

Tussentijds rapporteren de proeftuingemeenten regelmatig de voortgang aan het ministerie van BZK. Verantwoording aan de Tweede Kamer vindt één keer per jaar plaats met een rapportage. Ook wil het ministerie van BZK elk jaar een congres organiseren over het programma Aardgasvrije Wijken, om zo de community bij elkaar te halen en over de lokale en landelijke voortgang te spreken. Aan het einde van deze kabinetsperiode zal de stand worden opgemaakt: Wat hebben we geleerd? Waar zijn onvoorziene omstandigheden ontstaan? Hoe nu verder? Is er voldoende geleerd om aanbevelingen te doen voor het uitvoeren van de wijkgerichte aanpak op grote schaal?

Goede afspraken

De proeftuinen zijn nu gestart in 27 gemeenten, maar dat aantal wil het ministerie van BZK de komende jaren in stappen uitbreiden naar ongeveer 100. Aan het eind van dit jaar hoopt Jos van Dalen concrete afspraken te kunnen maken met de deelnemende gemeenten en samenwerkingspartners met betrekking tot de rollen en taken die zij hebben: “Ik zou het mooi vinden als we ook in het kader van het Klimaatakkoord goede afspraken maken over de wijkgerichte aanpak.”

De eerste uitvraag voor de proeftuinen Aardgasvrije Wijken was redelijk vrij van vorm, omdat niet duidelijk was hoe ver de gemeenten al waren, maar toekomstige uitvragen wil Jos van Dalen aanscherpen op basis van de bevindingen en afspraken uit het eerste jaar. “We hopen dat het programma Aardgasvrije Wijken gemeenten, maar ook zeker de markt, helpt bij de voorbereiding op en uitvoering van de energietransitie. Wat ik zelf belangrijk vind is dat we de doelen van het Klimaatakkoord op zo’n manier halen dat de wijk er beter van wordt. Aardgasvrij is ons einddoel, maar de weg ernaartoe is minstens zo belangrijk!”

Meer informatie

  • Ga naar de website van de Rijksoverheid voor meer informatie over het programma Aardgasvrije Wijken
  • Bekijk deze videoover het bezoek van minister Kajsa Ollongren en de Drentse Commissaris van de Koning Jetta Klijnsma aan de proeftuin Lariks West in Assen.