Regionale economie als versneller: maak heldere spelregels bij regionale samenwerking
Het versterken van de regionale economie is een spannend onderdeel van het Interbestuurlijk programma (IBP). Hoe breng je economisch beleid van Rijk, provincies en gemeenten vernieuwend en succesvol bij elkaar op regionaal niveau? We vragen het twee deelnemers aan de uitwerking van het IBP: Willemien Vreugdenhil, wethouder in de gemeente Ede, en Peter Papegaaij, strategisch adviseur bij de provincie Gelderland. Twee ‘diehards’ op het gebied van regionaal samenwerken, onder andere in Regio FoodValley. Hun belangrijkste tips? Focus op een gezamenlijke agenda, maak heldere spelregels, vertrouw elkaar als gelijkwaardige partners. En denk vooral niet dat het makkelijk is…
Wereldklasse
Wageningen University & Research (WUR) bestaat dit jaar een eeuw. Een bescheiden gemeentelijke landbouwschool groeide uit tot internationale universiteit van wereldklasse. Daaromheen vormen acht gemeenten Regio FoodValley. Samen met de WUR, innovatieve grote bedrijven en startups op weg om hét agrofoodcentrum van de wereld te worden. Met een innovatief en bruisend World Food Center in Ede. Een interessant voorbeeld van economische samenwerking waarbij lokale, provinciale, nationale en zelfs internationale belangen samenkomen in één regio, terwijl ze die regio tegelijkertijd ook overstijgen.
Hygiëneregels
Hoe ontwikkel je in deze wirwar van partners en belangen effectief economisch beleid? Wethouder Vreugdenhil: ‘Door je te richten op één gezamenlijk doel en het aantal speerpunten en samenwerkingspartners werkbaar te houden. Maar vooral ook door heldere ‘hygiëneregels’ te bepalen. Ik heb vaak bij overleg gezeten waarvan noch het doel duidelijk was, noch de reden waarom mensen eraan deelnamen. Dan maak je een valse start. Maak meteen goede afspraken over hoe je samenwerkt en wees duidelijk over de rol en verantwoordelijkheid van elke deelnemer. Bij Regio FoodValley hebben we dat bestuurlijk goed geregeld, ambtelijk kunnen we zeker nog leren.’
Eén overheid
Peter Papegaaij bevestigt dat: ‘De manier waaróp je samenwerkt, bepaalt het succes van je samenwerking. Rijk, provincie en gemeenten hebben verschillende belangen bij FoodValley. De kunst is dan om toch te werken alsof je één overheid bent. Dat begint met onderling vertrouwen en het besef dat je ondanks die verschillende belangen allemaal één doel hebt.’
Verkokering
Dat klinkt logisch. Wat maakt regionale economische samenwerking dan ingewikkeld? Peter: ‘Bijvoorbeeld de verkokering bij overheden. Het ministerie van LNV schuift graag aan bij FoodValley. Maar als we ook het ministerie van OCW aan tafel willen hebben, wordt het stil. Je hebt altijd met een stukje van het Rijk te maken. Overigens zijn provincies en gemeenten net zo verkokerd. De kunst is om niet naar de ander te wijzen. Pak de organisatie van je eigen club aan. Want die zit je vaak net zo in de weg als die van de ander.’
Ego’s en euro’s
Een ander heikel punt is het geld, ervaart Willemien Vreugdenhil. ‘Wie betaalt, bepaalt nog vaak. Gemeenten kunnen dat natuurlijk nooit winnen van het Rijk, de provincie of grote investeerders in bredere samenwerkingsverbanden. Geld is macht. Maar niet in samenwerking volgens het IBP. Je bent allemaal gelijkwaardige partners, los van het geld dat je erin steekt. Als samenwerking mislukt, heeft dat bijna altijd te maken met ego’s en euro’s. Weet je die glad te strijken, dan lukt samenwerken wel degelijk.’
Optimistisch
Beide gesprekspartners denken dat het IBP regionale economische samenwerking kan versterken. ‘We beginnen niet bij nul’, zegt Peter Papegaaij. ‘Dit kabinet bouwt onder andere voort op het rapport ‘Maak Verschil’ uit 2016. Dat gaf al aanbevelingen voor effectieve samenwerking in de regio. In FoodValley werken we al lange tijd gelijkwaardig samen aan één doel: Nederland aan de wereldtop in agrofood. We bekijken per inhoudelijke opgave welke partners we daarbij nodig hebben en wie wat gaat doen. Zonder hiërarchie. Dat is een hele klus, je overlegt je soms suf. Maar het werkt. Ik hoop dat we via het IBP in de regio nog meer als één overheid gaan optrekken. Ik ben optimistisch, want ik ontmoet steeds meer mensen die het oprecht willen.’
Samenwerken: best moeilijk
Als historicus benadrukt wethouder Vreugdenhil het cruciale belang van samenwerken. ‘In West-Europa zijn wij daar heel goed in. De EU was het antwoord op de Tweede Wereldoorlog’, zegt zij. ‘Maar we zien nu in het Verenigd Koninkrijk en Italië dat samenwerking kwetsbaar is. En best moeilijk. Maar het moet, om de samenleving te laten functioneren. Blijf daarom altijd op zoek naar het goede gesprek. Ga af op je eigen waarneming, niet op soms achterhaalde beelden van je gesprekspartners. En wees je ervan bewust dat regiogrenzen gevoelsmatig niet altijd samenvallen met gebieden waarin het dagelijkse woon-werkverkeer plaatsvindt (‘daily urban systems’). Dat kan soms gedrag van samenwerkingspartners verklaren. Wanneer je dat begrijpt, kun je erop inspelen. Als je samen het einddoel bepaalt, mag de weg erheen best af en toe veranderen.’